Coronavaccinaties: dan toch niet zo onschadelijk?

De Britse regering biedt op haar officiële webstek alle vaccinatieslachtoffers na de covid-19-inentingen schadevergoedingen en hulpverlening aan.

Elke Brit, die na een inenting tegen bepaalde ziektes zwaar fysisch of psychisch (min. 60%) gehandicapt is, heeft recht op een belastingvrije éénmalige betaling van 120.000 pond (ca. 140.000 euro). Deze betaling wordt “Vaccine Damage Payment“ (vaccinatieschade-betaling) genoemd. En deze vaccinatie-schadebetaling kan een stroom andere sociale vergoedingen met zich meebrengen, zoals bv. sociale en werklozensteun, mindering op de personenbelasting, verhoogd kindergeld en woonsubsidies.

Berechtigd zijn zwaar gehandicapte vaccinatieslachtoffers van: covid-198, difterie, haemophilus influenzae type B, windpokken, kinkhoest, pneumokokken, kinderverlamming, rotavirussen, rode hond, pokken, tetanus en tbc. Ook gecombineerde inentingen. Geldt ook voor zwangere vrouwen en het verloop van de zwangerschap, resp. schade aan het (on)geboren kind.

De aanvraag verloopt heel eenvoudig: het aanmeldformulier van de regeringswebstek laden, invullen, en vervolgens naar de overeenkomstige registratieplaats sturen. Bij afwijzing is beroep mogelijk. Zonder tijdlimiet of maximum. Bovendien kan men ook bij de zgn. “Social Security and Child Support Tribunal“ beroep aantekenen; deze is onpartijdig en onafhankelijk van de Britse regering.

Vaccinatieslachtoffers komen in aanmerking voor bijkomende hulpverlening en/of financiële steun, zoals voor vereiste ombouw en inrichting van de woning of bij overlijden. Beroep is ook mogelijk voor slachtoffers die nèt onder de handicapgraad vallen en zwaar getroffen zijn in hun dagelijkse levenswijze.

Canada, Australië en Zuid-Afrika namen al soortgelijke beslissingen om vaccinatieslachtoffers te vergoeden.

Toch wel merkwaardig terwijl men ons twee jaar lang voortdurend op het hart gedrukt heeft dat de covid-19 vaccinaties “volkomen veilig” beoordeeld werden door de zgn. “experten.

Wochenblick

Komt er binnenkort een tsunami Oekraïners onze kanten uit? (3)

Het zat eraan te komen… gastvrijheid mag niet te lang duren. Oekraïne-moeheid. Zelfs bij redacties van tv-zenders is Oekraïne niet meer hét thema dat alle andere nieuws overstijgt. Bulgarije vindt dat het zijn deel van de goedertierendheid gedaan heeft. De toerisme-industrie wil eindelijk heropenen. Na corona én de opvang van Oekraïense vluchtelingen moet er geld in het laatje komen.

Woke-boemerang op de werkvloer

Jesse Powell, grote baas van Kraken, een in de VSA gevestigde cryptocurrency-uitwisseling en bank, opgericht in 2011, heeft zijn buik vol van de heftige discussies en therapiesessies, die veroorzaakt worden door woke-apostelen. Hij vindt dat er een einde moet aan komen. Bijgevolg moet zijn personeel gewoon een keuze maken: akkoord gaan met de bedrijfspolitiek en bijgevolg blijven werken, of niet akkoord gaan en daaruit de gepaste conclusies trekken: ontslag indienen.

Beledigde personeelsleden (… de b.g. woke-apostelen) mochten hun biezen pakken en kregen 4 maanden ontslagvergoeding. Maar ze moesten wel pronto beslissen (… binnen de drie dagen).

Jesse Powell geeft meer uitleg: er waren enkele mensen die de rest van het personeel afleidden met hun woke-missie. En op de duur was dat niet houdbaar. 30 mensen zouden van het aanbod gebruik gemaakt hebben omwille van “culturele of missie-gerelateerde redenen”. 30 van het totaal van 3000 werknemers: 1%. Naar verluidt zouden de blijvers opgelucht zijn dat de woke-activisten de sfeer niet meer verzieken.

Zijn na de boeren de ziekenhuizen kop-van-jut?

AZ Herentals stoot jaarlijks bijna 20.000 ton CO2 uit: “Dat is het equivalent van ongeveer duizend gezinnen” kopt HLN.

Het ziekenhuis zelf stoot slechts 5% uit. De oorzaken van de 95% zijn direct en indirect verbonden met de patiënten: de zorg, de medicatie, afvalverwerking, transport, maaltijdenbereiding, waterverbruik en het woon-werkverkeer van het personeel.

Zo stilaan beginnen de klimaatredders op een gevaarlijke sekte te lijken…

Een seculier Tunesië? (2)

Tunisisch president Kais Saied bevestigde dinsdag dat de bevolking op 25 juli d.m.v. een referendum mag beslissen over het nieuwe grondwetsvoorstel waarin geen melding wordt gemaakt dat de islam de staatsreligie is.

Het eerste artikel van de Tunesische laatst goedgekeurde grondwet (2014) en diens voorganger (1959) luidt tot nader order: “Tunesië is een vrije, onafhankelijke en soevereine staat. Haar religie is de islam en haar taal is Arabisch.”

Als Saied slaagt in zijn opzet, dan verdient hij een plaats in de geschiedenisboeken. Hopelijk niet met een “In Memoriam” in islamstijl… We branden alvast een kaarsje opdat hij zou slagen in zijn opzet.

Het wordt zonder twijfel een hete zomer in Tunesië. Ennahda, de zgz. mild- islamitische partij, die sinds 2011 – in post Jasmijnrevolutietijden – de Tunesische politiek beheerst heeft, is alvast niet gelukkig over de gang van zaken.

Tunisia-s-President-Saied-confirms-no-state-religion-in-new-charter

Quo vadis, Syria?

Een blik in het christelijk verleden van Syrië, in een wereld van charismatische kluizenaars in de woestijn, van devotie in monumentale kloosters, van vervolging en overlevingsdrang. Kortom: een blik in het Syrië dat bij ons quasi onbekend is.

Deel 1

Aan het einde van de vierde eeuw reisde een dame genaamd Egeria, waarvan sommigen denken dat ze tot de familie van de Romeinse keizer Theodosius de Grote (347-395) behoorde, van Spanje naar Palestina, Egypte en Syrië. Ze hield een dagboek bij van haar reizen, de eerste in zijn soort, gericht aan haar ‘medezusters’ thuis: “Ik wilde naar Mesopotamië in Syrië gaan, volgens de wil van God, om de heilige monniken te zien die, zo werd gezegd, zeer talrijk waren en van zo’n heiligheid dat het moeilijk beschreven kan worden.” Voor de geïnteresseerden: er is een pdf-vertaling in hedendaags Engels beschikbaar.

Ze was niet de enige. Toen het christendom zich begon te verspreiden na de Grote Vervolging (303-11) en het Romeinse Rijk de nieuwe religie officieel aannam in 313, werden talrijke westerse geleerden en pelgrims aangetrokken door het diepe spiritualisme van Syrië, gretig om te leren van wat algemeen werd erkend als de veel meer ontwikkelde religieuze centra van het Nabije Oosten. Tegenwoordig is het bekendere Egyptische kloosterleven dat aandacht krijgt, vooral de woestijnvaders, waaronder St. Antonius, uit de derde eeuw. Het vroege Syrische kloosterleven der monniken en diens invloed op Europa werden verwaarloosd, waarbij de Syrische diaspora in het Westen tijdens de eerste eeuwen van het christendom eveneens over het hoofd werd gezien. Recente wetenschappelijk onderzoek is gestart deze onevenwichtigheid te herstellen,  hoewel er nog veel werk te doen is. Naast pelgrims zoals Egeria die naar het oosten trokken, vonden  er ook verrassend veel gedocumenteerde reizen in de andere richting plaats.

Syrische kooplieden en monniken zetten koers naar Europa en brachten manuscripten, artefacten en een nieuwe levenswijze met zich mee. Zij verspreidden tot in de verste uithoeken van de westerse wereld hun religieuze en artistieke kennis, en bovendien hun architecturale invloed. De kerken, kathedralen en religieuze praktijken die we vandaag de dag in Europa zien, dragen nog steeds de sporen van dit nog ouder verleden. Het is een culturele schuld die erkenning en waardering verdient, vooral gezien de voortdurende oorlog in Syrië die veel van dit kostbare erfgoed heeft vernietigd. En wat er overblijft, loopt gevaar naarmate deze langer duurt.

Ten westen van Aleppo, in Idlib, bevindt zich een regio, die bekend staat als de Dode Steden, met een verbazingwekkende – hier onbekende – schatkamer van meer dan 2.000 vierde-, vijfde- en zesde-eeuwse kerken geconcentreerd in 820 nederzettingen, verspreid over het kalkstenen massief. Ze bevinden zich echter in Idlib, waar momenteel zo’n 3 miljoen tegenstanders van de Syrische regering, “rebellen”, radicale moslimterroristen van verschillende groepen, in hoofdzaak de Syrische poot van al-Qaeda, de plak zwaaien, hierbij geholpen door de Turken.

Op 19.11.2019 beschreven wij de christelijke nederzettingen die waarschijnlijk stilaan zullen verdwijnen onder het zand der onverdraagzaamheid der moslimterroristen in Idlib.  https://www.golfbrekers.be/op-zoek-naar-christelijke-wortels/

Deze opmerkelijke vroege ruïnes van het Byzantijnse Rijk weerspiegelen de grote welvaart van die eens bloeiende nederzettingen. Hun rijkdom was gebaseerd op de handel in olijfolie en wijn, in een tijdperk dat samenviel met de economische achteruitgang van Italië, Spanje, Frankrijk en Noord-Afrika, veroorzaakt door de “barbaarse” invasies die leidden tot de geleidelijke desintegratie van het West-Romeinse Rijk. Syrië was het baken van vroegchristelijke vroomheid en beschaving waar pelgrims, geleerden en kooplieden samenkwamen. De heilige Hiëronymus zelf, vader van de Bijbel en samensteller van het Nieuwe Testament, bracht twee jaar door als kluizenaar in de Chalcis-woestijn bij Aleppo, aangetrokken door de ongelooflijke ascetische levensstijl van Syrische monniken.

Terwijl hij daar was, schreef Hiëronymus in 375 een reeks van zeer invloedrijke brieven, die onder zijn vrienden in de aristocratische elitekringen van Rome circuleerden. De reputatie van Syrië als bestemming voor de vromen en geleerden werd bezegeld. Geen wonder dus dat monniken uit Ierland naar Syrië werden gestuurd (zo vertelt St. Adamnan, biograaf van St. Columba (521-97), om meer te weten te komen over hoe de oorspronkelijke heilige monniken leefden en hoe deze gemeenschappen de allereerste kloosters bouwden. Geïnteresseerden kunnen deze scriptie lezen: De Hiëronymus brieven in het Middelnederlands en/of de tekst van de St. Columba-biografie door St. Adamnan.

Vóór de officiële goedkeuring van het christendom in het Romeinse Rijk, was het martelaarschap hetgene dat de meest fervente vroege christelijke gelovigen had aangetrokken, maar dergelijke dramatische geloofsuitingen waren niet langer relevant zodra de christenvervolging eindigde. Buiten het martelaarschap was een leven van extreme onthouding en zelfkastijding hét bewijs van een pure geloofsbeleving, wat dan weer volgelingen van een ander soort aantrok.

De eerste monniken verschenen in Syrië direct na de Grote Vervolging met bijna theatrale prestaties van degenen die zichzelf veroordeelden tot een leven van zelfkastijding, staande op hoge torens of pilaren waarop ze predikten. Verhalen verspreiden zich wijd en zijd over hun buitengewone heldendaden, zoals een leven blootgesteld aan de natuur, winter en zomer, zonder beschutting of zonder slaap. Tot op heden werden er meer dan 100 van deze smalle torens, met slechts een paar spleetvensters per stuk, als dusdanig door archeologen in Syrië geïdentificeerd. Deze God-zoekende mannen leefden alleen in de woestijn als charismatische asceten met Moeder Natuur als bindmiddel.

St. Simeon de Oudere was de beroemdste en leefde 37 jaar op een zuil – het Griekse woord is ‘stylos’, dus daarom stond hij bekend als ‘de Stiliet’. In “A History of the Monks of Syria” (verkrijgbaar bij Amazon of Bol.com) beschreef de hedendaagse bisschop Theodoret van Cyrrhus (een Romeinse stad waarvan de ruïnes aan de Syrische kant van de huidige Syrisch-Turkse grens liggen) hem als “het grote wonder van de wereld, bekend bij alle onderdanen van het Romeinse Rijk.”.

Anderen waren zwervende kluizenaars bekend als de “saloi” (de dementerende), die van dorp naar dorp zwierven alsof ze bezeten waren door duivels.  De meest bekende was St. Simeon de Dwaas was, wiens ascetische levensstijl opgetekend werd door zijn tijdgenoot Leontius, de bisschop van Neapolis op Cyprus.

Lees verder

Schumann: Sommerlied Op. 146, nr. 6

Robert Schumann (1810-1856) was groot in het kleine: zijn piano- (Papillons, Carnaval, Humoreske, Kreisleriana, Kinderszenen) en liedcycli (Dichterliebe) zijn als het ware lange ketens van wisselende stemmingen, variërend van lieflijke dromerijen tot stormachtige razernij. In zijn Davidsbündlertänze deed hij het voorkomen alsof de dansen afwisselend geschreven waren door twee tegengestelde alter ego’s: de energieke Florestan en de melancholische mijmeraar Eusebius.

Deze Davidsbündlertänze waren een uitdrukking van Schumanns liefde voor de 10 jaar jongere Clara Wieck, de dochter van Schumanns pianoleraar Friedrich Wieck (die overigens fel tegen de verloving gekant was). Schumanns compositorische arbeid bleef overigens niet beperkt tot het maken van miniaturen alleen. Mede op aandringen van Clara ging Schumann zich toeleggen op meer grootschalige vormen. Vandaar dat hij ook op het terrein van de kamermuziek, concerten, symfonieën en oratoria belangrijk werk heeft nagelaten (Symfonieën nr.2 & 3 ‘Rheinische’, Celloconcert, Kwintet voor piano en strijkers, Das Paradies und die Peri). Schumanns laatste jaren waren triest: op 27 februari 1854 gooide de manisch-depressieve componist zijn trouwring in de Rijn, om vervolgens zelf in het ijskoude water te springen. Na zijn redding verbleef hij vrijwillig in een gesticht, waar hij op 29 juli 1856 overleed. (Muziekweb)

Seinen Traum
Lind' wob,
Frühling kaum,
Wind schnob,
Seht, wie ist der Blütentraum verweht!
Wie der Hauch
Kalt weht,
Wie der Strauch
Alt steht,
Der so jung gewesen ist vorher!
Ohne Lust
Schlägt Herz,
Und die Brust
Trägt Schmerz;
O wie hob sie sonst sich frei und froh!
Als ich dir
Lieb war,
O wie mir
Trieb klar
Vor dem Blick ein Freudenlenz empor!
Als ich dich
Gehn sah,
Einsam mich
Stehn sah;
O, wie trug' ichs, daß mein Leben floh!
Wo ist dein
Kranz, Mai?
Wohnt dir kein
Glanz bei,
Wann der Liebe, Sonnenschein zerrann?
Nachtigall,
Schwing dich,
Laut mit Schall
Bring mich
Ab, hinab, zur Ros' hinab ins Grab!