Titan(ic): overmoed of grootheidswaanzin?

Dat zoveel overmoed bestraft kon worden is geen verrassing. Telkens als kapitaalkrachtige avonturiers hun leven wagen kijkt de wereld toe in stomme verbazing. Hoe ze aan hun eind gekomen zijn, doet eigenlijk niets ter zake. Dat alle grote middelen én veel geld ingezet moeten worden om hen te redden is eigenlijk niet te verantwoorden t.o.v. de samenleving. Dat een jonge man door zijn vader onder druk gezet en meegenomen wordt naar een “mission impossible” is niet uit te leggen of te verontschuldigen.

Naar de ware doodsoorzaak, hun laatste bewuste momenten, wordt geraden door experten en media. Of ze samen gedrukt of in microdeeltjes uiteen gespat werden, of ze langzaam gestikt werden of ze waanzinnig geworden zijn, elkaar aangevallen, de commando-speelconsole wilden veroveren… Het zijn gissingen. In feite was het pure grootheidswaanzin. En voor wat? Om buitengewoon oncomfortabel in een zeer beperkte ruimte de mogelijkheid te hebben door een minuscuul venstertje eventueel een hoop oud ijzer op een diepte van 4 km te kunnen zien. Waarmee bewezen wordt dat gewoon boerenverstand een pak meer zin heeft dan de zgn. intelligentie van de elite, die eigenlijk, feitelijk, neerkijkt op de gewone man die zich dergelijke escapades niet kàn en niet wil permitteren. 250.000 dollar per passagier. In elk geval kan een begrafenisondernemer er niets meer aan verdienen.

Heel het avontuur met hun duikende sigaar toont dat een bepaalde klasse meent dat ze onaantastbaar zijn. Hun beoordelingsvermogen wordt omgekeerd evenredig beïnvloed door hun banksaldo. Ter vergelijking: we herinneren ons de ophef toen Giel, een tiener wou toetreden in een klooster in Indië. De ophef die dat veroorzaakte… nou ja, in Vlaanderen… terwijl het vermoede gevaar niet bepaald iets was om zich over op te winden.

Reinhard Mey schreef ook dit liedje over een “Narrenschiff“, een schip bemand met zotten. Niet echt dàt wat er gebeurd is met de duik-sigaar, maar even goed een beschrijving van de waanzin die soms je voorstellingsvermogen overstijgt.

Gezelligheid of QR-code?

Het valt op. De slimme telefoon heeft ook een zitje aan de restauranttafel. Meermaals zien we gezinnen die in stilte van hun maaltijd “genieten”: in de ene hand hun slimme telefoon, in de andere een vork. Of een lepel als dit praktischer is. Af en toe wordt de onmisbare slimme telefoon even neergelegd om met een mes een niet hapbaar stuk op hun bord klein te snijden. Geen gesprek, geen contact, behalve dan met dat stukje techniek dat hun leven bepaalt.

En neen, wij begrijpen dat niet. Op restaurant gaan is voor ons nog altijd iets waarvan we willen genieten. Genieten van het lekkere eten én van het gezelschap. Wij maken dan ook deel uit van een uitstervende generatie, die mensen liever ziet dan een stukje elektronica met alle mogelijke snufjes.

Het kan echter nog erger…Naar verluidt moeten klanten in restaurants QR-codes scannen om de menukaart te lezen. Wie niet beschikt over een slimme telefoon, of als de batterij leeg is, is de pineut. Het zal je maar overkomen als je weinig tijd én veel honger hebt. Wat is de volgende stap, vragen we ons af.

Maar neen, u gaat op restaurant met uw gezin of met vrienden. Ieder kiest voor zichzelf wat hij graag zou bestellen. U weet nog niet waarin u zin heeft, maar u wil zich laten inspireren door de menukaart met een aantrekkelijk voorstel, voorzien van een korte uitleg over de ingrediënten en bereidingswijze. En u verheugt zich op een palet smaakmakers die uw zinnen kunnen bekoren… In plaats daarvan neemt u uw slimme telefoon en “scant” met de daarin verstopte camera de QR-code, een vierkantje met zwarte en witte pixels. Probeer daarin maar eens de T-bone-steak of de sabayon met porto visueel te ontdekken.

Praktisch overal wordt de mens verondersteld “mee te zijn” met de IT-geneugten van de maatschappij. Of u nu een toegangskaart voor het theater of een doktersbezoek wil plannen… Wie nog op de oude manier – door menselijk contact – iets wil geregeld zien, moet bijzonder veel geduld hebben. Gisteren nog ervaren bij de afsprakendienst van “ophtalmologie“. Een blikken stem die ons om de xxx seconden verzoekt niet op te hangen “er zijn nog drie wachtenden voor u”… gedurende 25 minuten. Kunnen er geen afspraken voor drie patiënten gemaakt worden binnen een tijdverloop van 25 minuten? Of is dit gewoon pesten? De afsprakendienst bood immers ook de mogelijkheid om “online” een afspraak vast te leggen. Tot je het probeert… daar verschijnen dan weer twee afbeeldingen die uit een IT-programma ontsproten zijn die opnieuw vragen naar ons IT-voorziene gezondheidsdossier mét… QR-codes! Uiteindelijk naar het gewone telefoonnummer van het ziekenhuis gebeld, waarop we het flegmatieke antwoord kregen dat we nu opnieuw helemaal onderaan de wachtrij “ophtalmologie” beland zijn.

Keren we terug naar ons imaginair restaurantbezoek. Eigenlijk is de invoering van de QR-code te danken aan de coronapaniek. Menukaarten mochten immers niet overhandigd worden wegens het verondersteld besmettingsgevaar. Wat klinkklare onzin was. Men kon in kledingzaken immers kleding passen die waarschijnlijk ook door andere handen aangeraakt geweest waren. Men had kunnen veronderstellen dat de samenleving zo snel mogelijk alles zou willen vergeten wat met die pandemiejaren te maken had. Wat niet het geval is. We moeten allemaal zo snel mogelijk in menselijke robotten veranderen.

Vanuit het standpunt van de restauranthouder zijn digitale menukaarten zinvol: zij sparen geld. Bv. personeel en papier. Weg met de gedrukte menu’s, die aangepast moeten worden naar gelang het seizoen. Weg met de (dag)suggesties. Minder personeel. Een ober die komt vragen wat je wil eten, resp. drinken… overbodig! De klant kiest een gerecht met een bijhorende QR-code en stuurt zijn keuze via een onzichtbare, digitale verbinding door naar de keuken.

Een bezoek aan restaurant zoals in de goede oude tijd: u wordt hoffelijk begroet door de ober, begeleid naar uw tafel, de menukaarten worden overhandigd met de vraag of u al iets wil drinken en eventueel worden speciale dagaanbiedingen aanbevolen. Tja. Veel gedoe en dan heeft de restauranthouder nog niets verdiend. Niet praktisch. Vele zaken die mooi en gezellig zijn kunnen onder de hoofding “onpraktisch” ondergebracht worden. Met als tegenpool de plastic tafeltjes in een snelle-hap-eetgelegenheid (… we weigeren deze ketens restaurants te noemen… ) met in het midden een restafvalbakje – ja, die zijn praktisch. Eten en tegelijkertijd afval sorteren. Niet echt ons ding.

Zo is kunst ook onpraktisch. En muziek. En boeken lezen. Denk eens aan de bomen die hiervoor moeten sneuvelen. En dat terwijl deze aardkloot onbarmhartig opwarmt. De drie genoemde geneugten kunnen in de toekomst allemaal door Kunstmatige Intelligentie vervangen worden. Eten en drinken misschien ook als we een chip ingeplant krijgen die ons voorschrijft welke pillen we moeten slikken om onze dagdagelijkse voedingsbehoeftes te vervullen. Dan kunnen de vee- en groenten/fruitteelt meteen inpakken. Worden vervangen door labo’s met kweekprogramma’s… mét QR-codes!

Vooral op vakantie zien we dagelijks hoe de slimme telefoon de mensheid reduceert tot robotten. Eten wordt een automatische handeling die geen hersenfunctie vereist… en nog minder een emotionele betrokkenheid met een medemens. Wie zich iets wil uitzoeken aan het buffet zal eerder zijn tafelgenoot / -genote vergeten dan zijn / haar slimme telefoon. Of ze na de maaltijd zich kunnen herinneren wat ze gegeten hebben? En het ergste is dat ze deze houding meegeven aan hun kroost. Kinderen worden vanaf zeer jonge leeftijd – vanaf de dag dat ze iets kunnen vasthouden in hun handjes – zoet gehouden door een of ander elektronisch spelletje. Nergens zagen we nog kindjes met kleurpotloden, boeken, bouwstenen of autootjes. In het beste geval een knuffel voor de kleinsten. Ook poppen schijnen hun beste tijd gehad te hebben: je kan met je keuze snel een racisme-etiket opgekleefd krijgen.

Afsluitend vragen we ons af of de slimme telefoon ook een hoofdkussen krijgt in de echtelijke sponde?

Zeit

Ware schoonheid zit van binnen, toch?

De Brits-Braziliaanse Jessica Alves, een TV-beroemdheid waarvan we nog nooit gehoord hadden, liet zich naar verluidt voor 1 miljoen dollar opknappen en op beeld zetten als een heruitgevonden Jennifer Lopez in een Versace gewaad dat weinig om het lijf heeft.

Eens denken, wat zouden we zoal met 1 miljoen dollar kunnen doen?

Meer weten over het origineel? https://www.hln.be/showbizz/jennifer-lopez-trok-haar-beruchte-versace-jurk-nog-eens-aan-en-te-weten-dat-mijn-styliste-er-geen-fan-van-was~a81ecf12/

De VSA zakken nog een trapje lager op de beschavingsladder

De universiteit van Colorado verklaart het verkeerd beoordelen van een geslacht een “geweld(mis)daad”.

Men kan zich afvragen of de regenboogsekte hiermee een vrijkaart krijgt voor hun zgn. “zelfverdediging”. Hoe ver zullen ze kunnen en mogen gaan om hun “ware” geslacht recht te zetten? Of, zo vraagt ondergetekende – Jonathan Turley – zich af, mag men een wapen gebruiken tegen iemand die een ander menselijk wezen van een onbepaald geslacht verkeerd aanspreekt of typeert?

EUnonVisie

Eigenlijk is heel het klank-en lichtmisbaksel dat zich Eurovision noemt tekenend voor deze tijd. Politiek-correct, bombastisch, opdringerig, misselijkmakend, intergeslachtelijk, decadent. We wilden er eigenlijk geen jota aan verspillen maar onderstaande beschouwing willen we u niet laten ontgaan. Of de Nederlandse bijdrage terecht geen punten kreeg? Geen idee. Het enigste lied dat we al eens tot het einde beluisterd hebben – de radio staat regelmatig op – is de inzending van dit onzalige land, gekleed door een zgn. topontwerper, met een bovenmaatse roze luierbroek en een rare witte hoed. Als dàt het imago van dit land moet voorstellen… laat maar… slechts enkelen worden – de laatste jaren – door onze redactie als normaal beschouwd. We zijn nl. niet mee met de huidige waanzin. We kunnen en willen niet. Voilà, hier volgt de analyse van

Sylvain Ephimenco – over de halve finale

Zero points

Het was natuurlijk een wreed dilemma dat zich rond 21 uur dinsdagavond ontspon en mij bij de keel greep: de eerste halve finale Eurovisiesongfestival of die andere van de Champions League tussen Real en City? Na lang peinzen liet ik mijn morbide nieuwsgierigheid spreken en opteerde voor de hoogmis van de wansmaak en Europese muziekdecadentie.

Niet om mezelf op een masochistische pijnbank te leggen, maar, zoals gezegd, uit ongezond voyeurisme. Net als de twee iljoenhonderdvierentwintigduizend kijkers in Nederland die later bleken te hebben gekeken, wilde ik niet de sensationele afgang van kandidaat nummer 14 missen, waarvan tot in de volgende eeuw gesproken zou worden. De vraag was dus: zouden Mia en Dion weer zo vals als twee kraaien uit een habitat vol stikstofdeposities gaan zingen dat een dag van nationale rouw afgekondigd zou moeten worden?

Over dat vals zingen had ik alleen maar gelezen. Veel leedvermaak, venijnige commentaren en beschuldigingen tegen de incompetente selectiecommissie van Cornald Maas. De natie in gevaar! Het geheel culminerend in het Achtuurjournaal met de opmerking van Annechien Steenhuizen: “Veel mensen vragen zich af of het nog wel goed komt.”

Ik moest me eerst tussen de voorgeprogrammeerde wansmaak vol geschreeuw, carnavaleske parades, huppelknullen zonder stem, oversekste tantes uit Noorwegen en Zweden en een fascistische bende uit Kroatië wurmen om mijn doel te bereiken. Na een uur en twaalf minuten was het zover, en ik was al klaar om beschaamd mijn handpalmen tegen mijn oren te plakken. Maar wat ik zag en hoorde, tartte alle vileine vooroordelen en de vooringenomenheid van de laatste weken.

Geen valse kraaien, maar twee tortelduiven die teder om elkaar cirkelden en prachtig zongen. Mia en Dion! Een oase van rust en ingetogenheid na het uitgespuugde braaksel van gebrulde decibels. Nederland op zijn best! Lief, elegant, aanstekelijk en extatisch. Een nirwana van ‘brandend daglicht’. Het best sinds Calm After The Storm van Ilse DeLange en Waylon (2014). Ik wachtte niet op de hulk uit Finland als nummer 15 om het feest niet te bederven en schakelde onmiddellijk naar de Champions League. De finale was toch al in the twelve points pocket van The Netherlands.

Later werd ik bruusk gewekt door mijn smartphone en holde gillend naar het journaal. Malou Petter had het groene gelaat van de doodgraver uit de Lucky Luke-strip: ‘Mia en Dion zijn niet goed genoeg gevonden voor de finale’. Niet goed genoeg? En plots werd het mij duidelijk: in een moeras van mannen onderling, een meidengroep uit Tsjechië en tal van singles bij de rest, waren Mia en Dion het enige man/vrouw-stel van de avond.

Amper non-binair, geen baard à la Conchita Wurst (2014) op de wangen van Mia en geen transneigingen bij Dion als Dana International (1998). Geen lhbti+-boodschap ook, maar een ode aan de ouderwetse heteroseksualiteit. Die twee tortelduiven uit een vergaan verleden waren gender-kansloos en hun zingende romance hartstikke passé voor de Eurovisiefreaks. Zéro points! En nu, vind ik, moeten ze maar hun gifbeker tot de laatste druppel opslurpen met, aanstaande zaterdag, die afzichtelijke Finse hulk met groene zwembandjes als winnaar.

Nochtans namen er vroeger – toen de dieren spraken – nog normale zangers en zangeressen (m/v… en geen andere tussen- en intergeslachtelijke wezens) deel. Zoals deze Italiaanse bijdrage van 1964 met Gigliola Cinquetti, een lief-ogend zangeresje, gekleed in een eenvoudig zwart kleedje, geen stuiptrekkende achtergronddansers, geen lichtflitsen, geen geschreeuw, geen doofmakende decibels, gewoon een pakkend liedje:

Of deze Oostenrijkse inzending van 1966 met Udo Jürgens, gekleed in een smoking, die zichzelf begeleidt op de piano… Merci Udo!

Kan men ook zijn ras kiezen?

Uitgaande van de stelling dat men zijn geslacht kan kiezen (… het zit in het koppeke, niet in de lichaamsorganen…), kan men dan ook zijn ras kiezen? Waarom is trans-geslacht acceptabel en trans-ras niet?

Blijkbaar kan – of màg – dat niet. Negroïde mensen vinden het niet kunnen dat blanken zich als neger identificeren. Dàt is het zich toe-eigenen van een ander ras en bijgevolg bijzonder kwetsend voor het gecopieerde slachtoffer. M.a.w. ook al steekt men pauwenveren in een kieken zijn gat, het blijft een kieken.

Geen enkele van de personen in het filmpje konden een antwoord geven op de vraag waarom men zich niet zwart mag schminken maar wel opgedirkt als een nep-vrouw. De negers mogen zich terecht beledigd, gekwetst, voelen maar de vrouwen die moeten het allemaal maar aanvaarden.

De wereld wordt met de dag krankzinniger!

Bij de eerste getoonde afbeelding gaat het om Rachel Dolezal, een blanke vrouw uit Spokane, die zich jaren lang als negerin uitgaf: https://www.nytimes.com/2018/05/25/us/rachel-dolezal-welfare-fraud.html