Windturbines: dierenmoordenaars zowel op het land als op zee

De impact van windturbines op vogels, vleermuizen en insecten

wind zon biodiversiteit natuur

Windmolens vormen bij grote aantallen een ernstige bedreiging voor vogels, vleermuizen en insecten. Uit recent onderzoek blijkt dat de gevolgen voor vogelpopulaties vooral op langere termijn nog veel groter zijn dan eerder gedacht. Voor vleermuizen zijn windturbines nu al de grootste doodsoorzaak. Windturbines blijken ook een grote bijdrage te leveren aan de teruggang van het aantal insecten.

Lees verder: https://www.klimaatfeiten.nl/maatregelen/milieu-aspecten/fauna

Robinson Crusoe leeft verder op de Seychellen

Voor 13.000 dollar (of £ 8.000) kocht de Engelsman Brendon Grimshaw een klein onbewoond eiland op de Seychellen, Moyenne, en verhuisde daarheen voor altijd. Toen hij bijna veertig werd zegde hij zijn baan als redacteur van een der grootste Afrikaanse kranten op om een nieuw leven te beginnen.

In die tijd was er al 50 jaar geen mens op het eiland geweest. Zoals een echte Robinson , vindt Brendon een metgezel onder de inboorlingen, René Lafortune, de zoon van een plaatselijke visser. Samen met René begint Brendon zijn nieuwe huis uit te rusten. Terwijl René slechts af en toe op het eiland kwam, woonde Brendon er tientallen jaren alleen, zonder het eiland te verlaten.

Gedurende 39 jaar hebben Grimshaw en Lafortune 16.000 bomen geplant met hun eigen handen en bijna 5 km voetpaden aangelegd. In 2007 overleed René Lafortune en Brendon bleef alleen achter op het eiland. Hij overleed in juli 2012 in Victoria, Mahé.

De inzet van hen heeft 2000 nieuwe vogelsoorten naar het eiland gelokt en meer dan honderd reuzenschildpadden geïntroduceerd die in de rest van de wereld (inclusief de Seychellen) al met uitsterven bedreigd waren. Dankzij de inspanningen van Grimshaw is op het ooit verlaten eiland nu twee derde van de fauna van de Seychellen thuis. Een verlaten terrein is veranderd in een waar paradijs.

Enkele jaren geleden bood de prins van Saoedi-Arabië Brendon Grimshaw 50 miljoen dollar voor het eiland, maar hij weigerde. “Ik wil niet dat het eiland een bevoorrechte plek wordt voor de rijken. Het is beter dat het een nationaal park is waar iedereen van kan genieten”.

En dat heeft hij gedaan. In 2008 werd het eiland inderdaad uitgeroepen tot nationaal park.* “

*natuurreservaat

https://www.msn.com/en-gb/travel/news/dewsbury-man-brendon-grimshaw-buys-tropical-island-for-8-000-and-lives-as-a-recluse/ar-AAW2lZo

Enkele dagen naar de Moezel

Tot en met vrijdag gaan we naar het prachtige Moezeldal. Ook al is de Rijn in talrijke liederen bezongen, in gedichten geprezen, voor ons is de Moezelstreek veel aantrekkelijker, lieflijker, authentieker. En dichtbij.

Een enthousiaste Marlene toont wat er zoal te bekijken en beleven valt rond Cochem:

Hoe beginnen we met een dassenfokkerij?

De zoektocht naar opvangplaatsen voor asielzoekers is voor staatssecretaris Van der Burg (Asiel) is al geen gemakkelijke opgave, maar nu heeft de VVD-bewindsman een nieuwe vijand: de das. De VVD-bewindsman somde tijdens het wekelijkse Vragenuur een reeks tegenslagen op en noemde daarbij ook het beschermde beest. ,,De huisvesting van drie dassen zorgt dat we daar geen achthonderd mensen kunnen huisvesten”, zei Van der Burg in de Tweede Kamer over de opvangplannen in Heumen.

Lees: Dassen dwarsbomen opvang 800 asielzoekers

Vanwege beschermde status mag das niet worden verjaagd

Eetbare vingers

Ietwat eigenaardig en luguber zijn de Dode Man-vingers. In het Latijn: Xylaria polymorpha, of in het Nederlands: Houtknotszwam, behorende tot het rijk der schimmels van de zakjeszwammenstam. We hebben het hier wel degelijk over een paddenstoelensoort…

Woke-actua: Gerechtigheid voor de dieren

Martha C. Nussbaum, Amerikaanse filosofe en Ernst Freund-professores van Recht en Ethiek aan de universiteit van Chicago, pleit ervoor dat de mensheid ervoor zou moeten zorgen dat wilde dieren eindelijk ermee stoppen andere dieren op te eten.

U vindt onderaan een citaat uit haar boek. Niet verplichte lectuur. We gaan er desondanks even op in.

Martha Nussbaum vindt dat natuur en wildernis ten prooi vallen (sic) aan een verkeerde benadering, nl. de foute, geweldgeoriënteerde mensheid tégen de kosmische moraal en het gebod van de gelijkheid. Om die reden moet men (… wij, met z’n allen) in het rijk der wilde dieren voor gerechtigheid zorgen… om het simpel uit te drukken met een voor de hand liggende vergelijking: de voortzetting van het feminisme als bescherming tegen mannen kan men ook toepassen bij de bescherming van een gazelle tegen leeuwen. En neen, dat betekent niet dat men mondiaal safaritochten moet organiseren om leeuwen neer te knallen zodat ze de arme gazellen niet meer kunnen verslinden. Het ligt nochtans – vanuit Nussbaums logica – voor de hand dat de natuur omgevormd moet worden en dat elke diersoort, zoals in een ouderwetse dierentuin, in een eigen reservaat moet gehouden worden, waar ze onder elkaar zijn, en die geen toegang biedt voor buitenreservaatse dieren.

Martha Nussbaum verwerpt het argument dat de natuur gewoon zó in elkaar steekt, omdat – zo vindt zij – dat de mens dominant is en om die reden ook verantwoordelijk is voor het welzijn van de dieren.

We hebben geen filosofie gestudeerd, evenmin hebben we de mogelijkheid studenten te hersenspoelen, we beschikken slechts over ons gezond verstand. Het stoort professores Nussbaum dat dieren andere dieren opeten. Het zou niet mogen gebeuren, vindt zij. Als mensen hebben wij, zo stelt Nussbaum, de verantwoordelijkheid voor alles wat er leeft, ook voor wilde dieren, die dringend een vredesakkoord moeten sluiten met hun menukaart.

U hoeft Nussbaums redenering over een utopische wereld niet te begrijpen. U hoeft zelfs niet proberen er begrip voor op te brengen. Niet iedereen heeft het geluk gehad zijn filosofische horizon aan de universiteit te kunnen verruimen. Zij verwijt de natuur dat deze zich niet voegt volgens haar filosofisch-dictatoriale wenswereld. Leeuwen die vegetariër zouden moeten worden… en dat ondanks de moedwillige uitroeiing van de boerenstiel… onder welk ministerie zou die bevoegdheid vallen?

Should we try to leave nondomesticated animals alone in “the wild,” imagined as their evolutionary habitat, but also known to be a place full of cruelty, scarcity, and casual death? Or do we have a responsibility to protect “wild” animals from scarcity and disease and to preserve their habitats? And what about predation of vulnerable animals by other animals? Could it possibly be our responsibility to limit that? Can we envisage such a thing as a multispecies society, where “wild” animals are concerned?

And what is “the wild”? Does it even exist? Whose interests does this concept serve?

My answers to these questions will be, in some cases, controversial. But my conclusions, albeit provocative, are also tentative, since we are searching for new ways to think and act in a world dominated everywhere by human power and activity.

The fascination of an idea of “wild” Nature lies deep in the thinking of the modern environmental movement. The idea is entrancing, but also, I believe, deeply confusing. Before we can make progress, we have to understand its cultural origins and the work it was meant to do for those who employed it.

Here, in a nutshell, is the Romantic idea of Nature: Human society is stale, predictable, effete. It lacks powerful sources of energy and renewal. People are alienated from one another and from themselves. The Industrial Revolution has made cities foul places where the human spirit is frequently crushed (as in Blake’s “dark Satanic Mills”). By contrast, out there somewhere—in the mountains, in the oceans, even in the wild West Wind—there beckons something truer, deeper, something uncorrupt and sublime, a type of vital energy that can restore us, because it is the analogue of our own deepest depths. Other animals are a large part of this “wild”: of Nature’s mysterious and vital energy (think of Blake’s “Tyger, tyger, burning bright”).

Uit: “A Peopled Wilderness”