Een opsteker voor het wolvenimago

In de verboden zone rond de reactor van Tsjernobyl is de afgelopen 38 jaar een biotoop ontstaan, die niet door de mens werd beïnvloed, maar wel door de radioactiviteit. Wat heeft zich in deze omgeving ontwikkeld? Op het eerste gezicht is er niets opvallends, maar een meer gedetailleerd onderzoek bracht aan het licht dat bepaalde genen bij dieren hen resistent maken tegen kanker. Er is zeker nog veel onderzoek nodig om de mens te helpen deze ziekte te bestrijden. En de oorlog in Oekraïne maakt de toegang tot het gebied moeilijk.

De brandstof voor kerncentrales is uranium, meestal 50 tot 100 ton per reactor. Dit is een ongevaarlijke stof. Men zou gemakkelijk naast een dergelijke hoeveelheid kunnen staan voordat deze in de reactor wordt gehesen. Echter niet na een jaar of twee inzet; men zou de radioactieve straling niet overleven. Immers de “as” die bij de “verbranding” ontstaat, verspreid een dodelijke “straling. Deze bestaat uit zeer snelle kleine deeltjes, zoals elektronen en “licht”. Maar dit licht heeft een miljoen keer meer energie dan onze zon: de gammastraling. Ze verbrandt de huid en dringt in ons lichaam om daar een vernietiging te veroorzaken. Mocht iemand zich in de buurt van een hoeveelheid opgebrand uranium begeven, dan zou dit gebeuren.

Dit was het geval in 1986 na de explosie van de reactor in Tsjernobyl, toen de splijtstof uit de cabine van de reactor brak en hulpdiensten werden blootgesteld aan zo’n hoge dosis straling dat ze binnen een maand stierven. Door hun leven te geven, hebben zij waarschijnlijk vele anderen van hetzelfde lot gered.

De hoeveelheid straling die een persoon in de buurt van een stralingsbron ontvangt, wordt de stralingsdosis genoemd. Deze wordt meestal uitgedrukt in millisieverts (mSv). Men schat dat b.g. bestralingsslachtoffers blootgesteld werden aan 6000 mSv. 1000 mSv leidt tot de “bestralingsziekte” met misselijkheid, braken en verlies van witte bloedcellen, maar is niet fataal. De dosis waaraan de plaatselijke bevolking werd blootgesteld voor hun evacuatie was minder dan 100 mSv.

Personen in wier beroep radioactieve straling onvermijdelijk is, kunnen gedurende meer dan 5 jaar maximaal 100 mSv accumuleren. En er is ook natuurlijke radioactiviteit die van de aarde komt en geografisch heel anders is verdeeld. We krijgen gemiddeld 2 tot 3 mSv per jaar, maar er zijn gebieden met 50-100 mSv per jaar, en er wonen mensen, bijvoorbeeld in Guarapari in Brazilië. Ondanks of liever gezegd vanwege deze hoge blootstelling aan straling, draagt de stad de bijnaam Cidade Sa’de, vertaald: City of Health. Het verblijf op radioactieve stranden zou een genezend effect hebben (Hormesis).

Niemand van ons zal ooit worden blootgesteld aan de bovengenoemde hoge stralingsdoses – dus waarom de wijdverspreide angst voor het atoom? Het is omdat radioactieve straling niet alleen weefsels van ons lichaam vernietigt, zoals de wonde van een messteek, maar omdat zelfs lage doses de genetische samenstelling kan doen veranderen zonder dat de cel zelf daardoor wordt vernietigd. Een dergelijke mutatie kan cellen doen ontstaan die kanker veroorzaken. De kans hierop is extreem laag, maar als er genoeg mutaties plaatsvinden, dan is er misschien eentje bij met dit fatale resultaat.

Geschat wordt dat bij een dosis van minder dan 100 mSv per jaar het risico op kanker niet significant wordt verhoogd ten opzichte van de natuurlijke waarschijnlijkheid. Maar wie zou worden blootgesteld aan een dosis van 100 mSv of meer?

Tijdens de explosie en de daaropvolgende gigantische brand van Tsjernobyl kwamen reactordelen, m. n. name brandstof en as, in de omgeving terecht, die ongelijkmatig verdeeld werden. In de loop der jaren en onder invloed van wind en weersomstandigheden erodeerden deze stoffen, losten zich op in water en zonken in de bodem. Rond de beschadigde reactor werd een 3000 km2 veiligheidszone opgericht om de mensen te beschermen tegen radioactiviteitscontact. Je kunt echter geen levende wezens met vleugels, vinnen en vier poten tegen houden. En zo heeft zich hier sinds 1986 een klein paradijs ontwikkeld – een radioactief paradijs. Hier zijn er reuzen zoals de bizon, er zijn bevers die hun dammen bouwen in de zijrivieren van de Pripyat en er is de wolf. Die heeft recent een voor hem ongebruikelijke populariteit gekregen, omdat hij naar verluidt het wondermiddel tegen kanker zou gevonden hebben. Hij personaliseert de “Survival of the Fittest”, de overleving van de sterkste.

Onderzoekers keken naar de top van de voedselpiramide: ze vingen wolven, verdoofden hen en namen genetische stalen. Hierin ontdekten ze genen die het dier resistenter maken tegen de effecten van kanker, ook al verhinderen ze de ontwikkeling van de ziekte zelf niet. Dit was natuurlijk een belangrijk voordeel bij de dagelijkse overlevingsstrijd en bij de voortplanting.

Wolven zijn op de leeftijd van 2-3 jaar volwassen. Sinds 1986 zijn er bijgevolg ca.15 wolvengeneraties gepasseerd, waarbij de b.g. positieve genetische erffactor waarschijnlijk doorgezet is. Natuurlijk zou men moeten weten welke wolven daar leefden ten tijde van de ramp en welke pas later erheen trokken. Het zou ook interessant zijn om te onderzoeken of bepaalde wolven “natuurlijk” (erfelijk) gezegend waren met dit gen, en dat deze pas na de bestraalde habitat van Tsjernobyl een existentiële betekenis kreeg.

De Tsjernobylwolven moeten nog vele geheimen prijs geven. Het onderzoek hiernaar moet niet alleen uit academische nieuwsgierigheid gebeuren, maar ook in het belang van de kankertherapie bij de mens. De toegang tot het gebied, zo’n 100 km van Kiev, is door het Oekraïneconflict niet gemakkelijker geworden. Men mag in geen geval op het idee komen dat een verblijf in de zone rond Tsjernobyl een bescherming zou bieden tegen kanker. De eventuele bescherming van de bevolking kan pas na verschillende generaties plaats vinden.

Afwachten is de boodschap. In eerste instantie tot de oorlog voorbij is.

Bron: Der gute Wolf vonTschernobyl, ingekort en vertaald door onze redactie.

K.I. is geen nieuwkomer

In een uitzending van “Umschau”, een DDR-wetenschappelijk programma van 1979 worden onderzoeken naar cybernetica en kunstmatige intelligentie aangekaart. Tijdens een bezoek aan het Instituut voor Cybernetica van de Oekraïense Academie in Kiev, destijds nog deel uitmakend van de Sovjetunie, wordt als een ongeëvenaarde sensatie van de technische vooruitgang een sprekende computer voorgesteld. Directeur Viktor Gluschkow (zie onderaan) verklaart tijdens een vraaggesprek waarom het begrip der intelligentie correct is en wat hij vindt van de onberekenbaarheid der robotten (huidige taal: computers).

“Alles hangt ervan af hoe men het begrip “intelligentie” definieert. Als men met dit begrip ook sociale factoren insluit, m.a.w. factoren die met de verhouding van mensen onder elkaar te maken hebben, dan moeten wij intelligentie als een specifiek menselijke eigenschap beschouwen. Als men echter probeert het begrip ‘intelligentie’ ietwat beperkter te definiëren en velen delen deze opvatting als het vermogen logisch te denken, de wereld om ons heen waar te nemen, deze correct te duiden, nieuwe informatie te verwerven, experimenten uit te voeren, wetenschappelijke theorieën te ontwikkelen en de wereld te verkennen, als men dus deze factoren in het begrip ‘intelligentie’ onderbrengt, dan is er niets wat ons zou kunnen beletten een dergelijke machine te bouwen en deze een intelligentie toe te kennen, zowel vanuit een filosofisch als een praktisch standpunt… Waarom ik hiervan overtuigd ben? De materialistische filosofie, de marxistische wereldvisie maakt duidelijk: er bestaat geen rem op inzichten. Alles is ten slotte mogelijk. Bijgevolg zijn ook de denkprocessen en de wetmatigheden, de wetmatigheden van het creatieve denken mogelijk…. en zijn ze denkbaar, dan zijn ze ook uitvoerbaar….”

Ondertiteling en vertaling via icoontjes onderaan

Victor Mikhailovich Glushkov (Виктор Миха́йлович Глушко́в24 augustus 1923 – 30 januari 1982) was een Sovjet-wiskundige, [1]de grondlegger van de informatietechnologie in de Sovjet-Unie en een van de grondleggers van de Sovjet-Unie.

Hij werd geboren in de Russische SFSR in Rostov aan de Don in de familie van een mijningenieur. Glushkov studeerde in 1948 af aan de Rostov State University en stelde in 1952 oplossingen voor het vijfde probleem van Hilbert en verdedigde hij zijn proefschrift aan de Staatsuniversiteit van Moskou.

In 1956 begon hij met computers en werkte hij in Kiev als directeur van het Computational Center van de Academie van Wetenschappen van Oekraïne. In 1958 werd hij lid van de Communistische Partij. In 1962 richtte Glushkov het beroemde Instituut voor Cybernetiek van de Nationale Academie van Wetenschappen van Oekraïne op en werd de eerste directeur.

Hij leverde een bijdrage aan de theorie van de automaten. Hij en zijn volgelingen (Kapitonova, Letichevskiy en anderen) hebben die theorie met succes toegepast om de bouw van computers te verbeteren. Zijn boek over dat onderwerp “Synthesis of Digital Automata” werd bekend. Daarvoor ontving hij in 1964 de Leninprijs en verkozen tot lid van de Academie van Wetenschappen van de Sovjet-Unie.

Meer: https://en.wikipedia.org/wiki/Victor_Glushkov

Afrochemie

We vernemen dat…

Er nu ook een universitaire studierichting “afrochemie” bestaat aan de Rice University in Houston, Texas.

DEI is coming for the hard sciences at Rice University, with a class called “Afrochemistry.” The class “will implement African American sensibilities to analyze chemistry… and inequities in chemistry and chemical education.” Of course, “there is no final exam.”

Met andere woorden de woke-rage met het mantra “diversity, equity, inclusion” zal een studierichting aanbieden waarin “Afrikaans-Amerikaanse gevoeligheden zullen verweven worden met scheikunde-analyse … en ongelijkheden in de scheikunde en het scheikundig onderwijs.” Zonder eindexamen. Iedereen geslaagd, kwestie van de scheikundige lat niet te hoog te leggen.

Het is wachten op een richting “genderchemistry”, die op zijn beurt kan ingedeeld worden volgens de pigmentering der geslachten.

https://www.dailymail.co.uk/news/article-12965067/rice-university-afrochemistry-course-african-american.html

Mannelijk of vrouwelijk…

Er bestaat niets tussenin.

Het mannelijke en vrouwelijke geslacht is oud. Het maakte meer dan een miljard jaar geleden zijn intrede in het evolutionaire landschap. Dit is veel ouder dan de mens, ouder dan de meeste planten- en dierensoorten, ouder dan het zeeleven en zelfs ouder dan de hersenen zelf.

Meer dan alleen een individu in leven te houden, hetgeen voedsel en water doen, houden de twee geslachten d.m.v. seksuele voortplanting hele soorten in leven door het produceren van genetisch-unieke individuen: zij mengen de genomen en laten geslachtscellen (gameten) vermengen. De evolutie van mannelijke en vrouwelijke geslachten is de hoofdreden voor de verscheidenheid van planten- en dierensoorten. Het is de reden van ons bestaan, van mensen. Daarom bestaan wij, u en ik.

Meer dan 99.9% van de diersoorten, die zich sinds de opkomst van mannelijke en vrouwelijke geslachten hebben ontwikkeld, planten zich seksueel voort. En 95% van die diersoorten – mensen inbegrepen – heeft een mannelijk en vrouwelijk geslacht in afzonderlijke individuen, waarbij organismen gedurende hun hele leven mannelijk of vrouwelijk zijn.

Bijhorende illustratie van kunstenaar Avard T. Fairbanks (1897-1987), die wij omwille van auteursrecht niet mogen overnemen, kan u bekijken bij: https://quillette.com/2023/09/25/male-female-end-of-list/

Een duidelijk getuigenis van verzet tegen de geslachtenwaanzin:

Ondertiteling en vertaling via icoontjes onderaan

Voortschrijdend inzicht

Een professor – en dan zelfs nog een psychologie-expert – die zijn licht laat schijnen op een toestand die “onze” generatie al jaren ziet aankomen en er zich voortdurend aan ergert: de toenemende domheid, luiheid, lusteloosheid, beperkte inzet … van de volgende, de huidige jonge, generatie. Als je weet dat dat begrijpend lezen moeite kost, dat univ. eerstejaarsstudenten niet meer foutloos Nederlands kunnen schrijven (… ook als het biologische stamboek-Vlamingen zijn), dat vakken als geschiedenis en aardrijkskunde stiefmoederlijk behandeld, dat hoofdrekenen vervangen werd door de rekenmodus op een gsm, dan is het geen wonder dat de huidige – jonge – generatie jaar na jaar dommer wordt. Dommer omdat hun hersencellen minder of zelfs niet geactiveerd worden.* De redenen en oorzaken kent u. Hoe lager we de lat leggen in het onderwijs (… iederéén moet immers mee kunnen..), hoe meer we beroep doen op elektronische middelen, hoe meer “beroepsidioten” gecreëerd worden, de Amerikaanse invloed ons leven, onze taal, onze gewoontes beïnvloedt, hoe meer we “gemondialiseerd” worden, des te minder inzet, eigenheid, cultuur, taalgevoel en -respect doordringt bij de volgende generatie die onze – en vooral hun – welvaart zal moeten verzekeren.

“De volgende generatie Vlamingen is de eerste die dommer zal zijn dan de vorige.” Dat heeft professor cognitieve psychologie Wouter Duyck (UGent) gezegd in een interview met ‘Het Nieuwsblad’. Daarin luidt hij de alarmbel over de staat van ons onderwijs.

*”Cognitieve psychologie is de studie van hoe onze hersenen werken in normale omstandigheden.”

Lees: https://www.hln.be/binnenland/psychologieprofessor-wouter-duyck-volgende-generatie-vlamingen-is-eerste-die-dommer-zal-zijn-dan-vorige~ab3d00c2/

Voortschrijdend inzicht…

Covidpatiënten die het antimalariamiddel hydroxychloroquine toegediend kregen in het begin van de pandemie, hadden een veel grotere kans om te genezen.

Tot de HCQ-therapie in juni 2020 verboden werd onder zware internationale druk. Dat kwam omdat uit enkele studies – waaronder een die later ernstige tekortkomingen bleek te hebben en werd teruggetrokken – plots bleek dat het gebruik van HCQ ernstige bijwerkingen veroorzaakte en ook niet hielp tegen covid. Sindsdien was het gebruik van HCQ taboe. Sterker nog: wie durfde opperen dat het misschien wel hielp, die reigde gecanceld te worden of als complotdenker weggezet.

Lees: Belgische studie: omstreden hydroxychloroquine mogelijk wél effectief tegen covid – Doorbraak.be

De pharma-industrie trok aan de politieke en financiële touwtjes opdat HCQ in het verdomhoekje verbannen werd. Hoewel er wel degelijk successen genoteerd werden:

Regenraketten i.p.v. regendans

De VSA hebben een regenaanmoedigende campagne van een maand gestart ten bate van de regenval in het land.

Het National Centre of Meteorology (NCM -meteo-instituut) werkt hiervoor samen met Spec Incorporated, een klimaatonderzoeksbedrijf in de VSA. Het zgn. Cloudix initiatief – met wolken-aerosol-elektrische stroom-interactie – een experiment, dat méér regen moet uitlokken. Het eigen NCM vliegtuig en dat van Spec’s Int’l zullen uitgerust worden met vooruitstrevende instrumenten en sensoren om de gegevens – al dan niet met elektrische impulsen – te verzamelen. De testvluchten zullen tot eind september duren.

De VAE trekken al tientallen jaren het voortouw om bijkomende regenval uit te lokken om de landbouw en de watervoorziening in het algemeen te ondersteunen.