Over het Vlaams erfgoed en het doorgeven van vuur.
.”.. Deze legislatuur kijken we waarschijnlijk aan tegen een 600 à 700-tal kerken die met de problematiek van herbestemming te maken krijgen. Er zijn 1.788 officiële cultusplekken, kerken dus, in Vlaanderen. Zonder de kapellen en de abdijen. Ik hoor nergens een visie. Bij de bisschoppen al helemaal niet. Het ene bisdom zegt iets anders dan het andere, om te beginnen. Ze willen enkel nog bezig zijn met het pastorale en de zorg voor het tijdelijke, daar houden ze zich niet mee bezig. Terwijl dat een foute keuze is.”
“Er is iets dat ik niet begrijp. Al die kerken zijn met een bepaald inzicht gebouwd. Waarom moet je ze onttrekken aan de eredienst, als je iets met die kerken voor de gemeenschap wil doen. Waarom?”
Tot 1956 was het in Frankrijk heel normaal dat kinderen in de school tijdens de middagpauze een glas wijn te drinken kregen. Wijn gold toen als vast bestanddeel van de dagelijkse voeding en het gebruik ervan gold ook bij kinderen als algemeen aanvaard. Kinderen mochten toen tot een halve liter wijn per dag drinken, dikwijls aangelengd met water.
Pas in 1956 voerde de Franse regering een strengere regel in om het alcoholgebruik in scholen te verbieden.
Uit Wido Bourels dagklapper, door onze redactie aangevuld met documentatie
Op 28 januari 814 overlijdt keizer Karel de Grote (°ca. 747) in Aken.
Hij was als oudste zoon van Pepijn de Korte koning der Franken geworden in 768. Maar moest toen nog de macht delen met zijn broer Carloman. Karel bezat de noordwestelijke gebieden van het Rijk en Carloman de zuidelijke en oostelijke gebieden.
Carloman overleed in december 771 en de macht ging toen over naar Karel als vorst ten koste van de zonen van Carloman. In 800 werd hij gekroond tot keizer van het Heilige Roomse Rijk.
Zijn enige overlevende zoon, Lodewijk de Vrome, zou na zijn overlijden keizer worden.
In september werd in Vlaamse steden en gemeenten de ‘bevrijding’ van 1945 herdacht. Zoals elke oorlog, zie Alexander De Grote, Caesar en Napoleon, was ook deze wreed en meedogenloos, het aantal slachtoffers was enorm en de gevolgen waren verstrekkend.
De financiële machten achter onze ‘bevrijders’ hadden zeker ook economische en strategisch-politieke motieven. Misschien zal ook hierover ooit eens informatie vrijgegeven worden.
Bij ons in Vlaanderen was de bevrijding ook het begin van een ongenadige massale repressie. Hierover wordt nu gezwegen; deze zwarte bladzijde uit onze geschiedenis wordt in de media uit het geheugen gewist: de damnatio memoriae. De eerste vijftig jaar na 1944 was de benadering anders en werd deze periode veel correcter benaderd. Nadien kwamen echter de linkse historici met hun politieke agenda!
In de jaren dertig was er in Vlaamse intellectuele kringen grote belangstelling voor wat gedurende het interbellum in Duitsland gebeurde qua wetenschappelijk onderzoek, muziek, economische heropstanding en werkgelegenheid. Er was begrip voor de Duitse weerstand tegen de door het verdrag van Versailles (vooral door Frankrijk) onbetaalbaar geëiste oorlogsbedragen. Er was toen in Vlaanderen grote commotie over het (geheim?) Frans-Belgisch militair akkoord van 1920 waardoor het Belgisch leger mede onder het commando van het imperialistische Frankrijk kwam; dit deed denken aan de opeising door Napoleon van Vlaamse jongens die met tienduizenden sneuvelden in zijn Rusland-oorlog.
Jonge Vlaamse intellectuelen wisten voor het eerst hoe België, met 2 x Franse legers van 60.000 soldaten, in 1830 tot stand kwam met de bedoeling, na de korte maar voor Vlaanderen vruchtbare hereniging met Nederland, om Vlaanderen als onderdeel van België terug bij Frankrijk in te lijven en te verfransen zoals Louis XIV en Napoleon dit eerder deden.
Een Nieuwe Orde sprak in de jaren dertig veel Vlamingen aan: tussen 1930 en 1940 waren er in België immers dertien (!) regeringen die een chaotisch beleid voerden; mijn vader noemde dat democratuur. De anti-Franse en anti-Belgische gevoelens in Vlaanderen werden nog versterkt toen Joris Van Severen (leider van het Verdinaso en gewezen volksvertegenwoordiger), die de Duitse invallers in mei 1940 ‘bandieten’ had genoemd, in Brugge werd opgepakt en met medeweten van de Belgische regering naar Frankrijk werd gedeporteerd. Ze waren met twee à drieduizend. Van Severen* en twintig anderen werden tien dagen later in Abbeville door panikerende Franse soldaten vermoord.
*Ter herinnering aan Joris Van Severen:
De vijand van mijn vijand kan mijn medestander zijn. Meerderen dachten in 1939 dat het toen zegezeker gewaande Duitsland een Flamenpolitik en geen België-Frankrijk politiek zou voeren (denk aan de vernederlandsing van de Gentse universiteit gedurende WO I).
De repressie was vooral het werk van Belgicisten, de klassieke straatschuimers en vooral de communisten, die tot 1941 wachtten op de bevelen van Moskou om in het verzet te gaan. Tot 1941 volgden zij het niet-aanvalspact ‘Von Ribbentrop-Molotov’ van 1939 tussen Duitsland en Rusland. Als voorbeeld van de communistische dominantie van het verzet: onmiddellijk na de bevrijding werd het Vlaams Huis in ‘mijn’ Aalst geplunderd. Daarna werd het pand opgeëist en ingenomen door de communistische partij.
Oorlogsburgemeesters, zoals mijn super pacifistische grootvader in Oosterzele, die zorgden voor een leefbare gemeenschap in barre oorlogstijd, voorzitters en medewerkers van Winterhulp, zoals mijn vader-arts, die zorgden voor de moeilijke bevoorrading, leden van het Davidsfonds en VNV werden vanaf september 1944 massaal aangehouden en meestal zonder proces opgesloten in de 120 hechteniskampen in Vlaanderen. In het hechteniskamp in Lokeren alleen zaten volgens Hekalo (Hechteniskamp Lokeren) gedurende meer dan vijf jaar duizenden gevangenen! De top van de faculteit geneeskunde van de Gentse universiteit zat er bijvoorbeeld ook zodat men dit kamp de ‘universiteit van Lokeren’ noemde.
De juridische grondslag voor epuratie en repressie was een besluitwet van 1945, die werd ingevoerd met terugwerkende kracht zonder enige inspraak van het parlement. Dit gaf aanleiding tot de beroemde latere uitspraak in het parlement: “Une justice de roi-nègre”.
Op woensdag 10 maart 1982 schreef Lode Claes: “De geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaar. Wanneer schuift men de concentratiekampen en andere wreedheden in de schoenen van de Vlaams nationalisten?”.
Deze ‘reductio ad Hitlerum’ is nu een constante bij politieke debatten.
Geert Goubert**
Bron: Knooppunt Delta, Nieuwsbrief 196, jan. ’25, Tekosecho III
Luister ook eens naar het andere klokje: “Hebben we dan niets geleerd uit het verleden?”
Inleiding: Een Verloren Vrede is de naam van het documentaire van Marie-Thérèse ter Haar, oprichter van de Rusland & Oost-Europa Academie. Haar hele leven al zet ze zich in betere verhoudingen tussen Rusland en het Westen. „Vrienden in Rusland hebben me jarenlang gewaarschuwd:provoceer een beer niet, want dan gaat hij bijten.” zei ze in de krant. En zo geschiedde. De rode lijn – geen NAVO lidmaatschap voor Oekraïne – werd overschreden en op 24 februari 2022 valt Rusland Oekraïne binnen. De wereld lijkt in shock, want wie had in deze eeuw nog een oorlog op ons Europese continent kunnen verwachten? Het werd aan Westerlingen gepresenteerd als een oorlog tussen Oekraïners en Russen. In werkelijkheid is het een oorlog tussen Rusland en de Verenigde Staten. De NAVO-uitbreidingen en de macht van de Amerikaanse neoconservatieven zijn de hoofdredenen dat het Westen frontaal in botsing zou komen met Rusland. Waarom wilde het Westen Oekraïne niet neutraal laten? Deze oorlog was vermijdbaar geweest. Alle nuances ontbraken in de Westerse media. Alle achtergrondinformatie werd genegeerd. Zoals de Duitser Klaus von Dohnani zei: “Dass Russland diesen Krieg begonnen hat, ist ein Verbrechen. Dass der Westen ihn nicht verhindert hat, eine Sünde”. (Ned.: “Dat Rusland de oorlog begonnen is, is een misdaad. Dat het Westen hem niet verhinderd heeft, is een zonde.”
“Een Verloren Vrede” is de naam van de documentaire van Marie-Thérèse ter Haar, oprichter van de Rusland & Oost-Europa Academie, die ze samen met haar broer Roy ter Haar maakte. Met dit werk doen ze een verwoede poging om een bijdrage kan leveren aan “Een Verloren Vrede”.
25 VSA-staten dragen de naam van de oorspronkelijke bewoners. We geven bij 15 een verwijzing naar de oorsprong en de betekenis.
Alabama: genoemd naar de Alabama- of Alibamu-stam, een Muskogee-sprekende stam. Bronnen zijn verdeeld over de betekenissen ‘opruimers van het struikgewas’ of ‘kruidenverzamelaars’.
Alaska: genoemd naar het Aleoeten-woord “alaxsxaq”, wat “het vasteland” betekent
Arizona: genoemd naar het O’odham-woord “alĭ ṣonak”, wat “kleine bron” betekent
Connecticut: genoemd naar het Mohikaanse woord “quonehtacut”, wat “plaats van lange getijdenrivier” betekent
Hawaï: in de oorspronkelijke Hawaïense taal betekent dit “thuisland” (vaderland)
Illinois: genoemd naar het Illinoiswoord “illiniwek”, wat “mannen” of “strijders” betekent
Iowa: genoemd naar de Ioway stam, wiens naam “grijze sneeuw” betekent
Kansas: genoemd naar de Kansa stam, die de betenis “het volk van de zuidelijke wind” betekent
Kentucky: oorsprong niet helemaal duidelijk; zou kunnen dat de staat genoemd werd naar het Irokese woord “Kentake”, wat iets zoals “op de weiden” betekent
Massachusetts: genoemd naar een Algonkin “Massadchu-es-et,” wat naar verluidt “grote heuvel, kleine plaats” zou betekenen
Michigan: genoemd naar het Chippewa-woord “Michigama”, wat “groot meer” betekent
Minnesota: genoemd naar het Dakota-woord “Minisota”, dat “het witte water” betekent
Mississippi: genoemd naar de rivier, die oorspronkelijk door de Choctaw zo genoemd werd; betekenis: “groot water” of “vader van de waters”
Missouri: genoemd naar de Missouri-stam, wiens naam betekent “degenen die holle-boom kano’s hebben”
Het “Dignity” standbeeld, een combinatie van kunst en geschiedenis, een zinnebeeld tussen twee culturen, werd door Dale Lamphere ontworpen om de cultuur van de Lakota en Dakota Indianen te eren. Het beeld, 15.24 meter, staat op een hoogte met uitzicht op de Missouri. Drie Indiaanse vrouwen stonden ervoor model.
Uit Wido Bourels dagklapper, aangevuld met beeldmateriaal door onze redactie
Jan van Riebeeck, de ontdekker van Kaap de Goede Hoop overleden. Via zijn echtenote, Maria, had hij een band met de zuidelijkste Nederlanden
Op 18 januari 1677 overleed op Batavia Jan Anthoniszoon van Riebeeck (°1619). Van Riebeeck had als eerste Europeaan de Kaap de Goede Hoop bij de Tafelbaai in Zuid-Afrika bereikt in 1652. Hij liet er Fort Duijnhoop* bouwen, de eerste Nederlandse nederzetting in Zuid-Afrika.
Jan van Riebeeck was scheepschirurgijn en koopman van beroep. Hij werkte in opdracht van de VOC, de Verenigde Oost-Indische Compagnie, voor wie hij reizen naar Batavia (Indonesië), en Japan ondernam. In 1645 was hij op post in de stad Tonquin (Koninkrijk Tonkin, vandaag in Vietnam).
Maria de la Queillerie
Zijn echtgenote Maria de la Queillerie vergezelde hem tijdens al zijn reizen. Maria was in 1629 geboren in Amsterdam uit een vooraanstaande calvinistische familie afkomstig uit het huidige Frans-Vlaamse Armentiers en het Land van het Vrijleen. Haar grootvader Chrétien (1543-ca 1632) was een van de sterkhouders van het protestantisme in de Zuidelijke Nederlanden. Hij maakte de Beeldenstorm in eigen streek actief mee, en werd predikant in Armentiers.
Jan van Riebeeck en Maria de la Queillerie woonden tien jaar lang in Kaapstad. Vijf van hun kinderen werden in Zuid-Afrika geboren. In 1662 kreeg Jan een nieuwe commandeursopdracht in Batavia en later in Malakka (Maleisië). Dat werd de eindbestemming voor Maria die in november 1664 in Malakka) aan een pokkenepidemie overleed.
WB
Over de echtgenote van Jan van Riebeeck, Maria de la Queillerie, en ook over tien andere vergeten Zuid-Nederlanders (uit het huidige Frans-Vlaanderen) in de geuzentijd schreef ik in 2016 het boek “Kinderen van de Beeldenstorm.” Enkele exemplaren zijn nog beschikbaar. Interesse? Kijk op mijn blog widopedia.eu in de rubriek boeken.
Uit Wido Bourels dagklapper, aangevuld met beeldmateriaal door onze redactie
Michel de Ghelderode ontslagen
Op 12 januari 1945 ontslaat de gemeenteraad van Schaarbeek de auteur Michel de Ghelderode. De reden? Tijdens de oorlog had hij een aantal lezingen op de Franstalige zender Radio Brussel onder de titel ‘Choses et gens de chez nous’. ‘Dingen en mensen van bij ons’ waren blijkbaar toen al gelijk aan staatsgevaarlijke dingen.
Met zijn echte naam Ademar Martens (1898-1962) koos deze Franstalige, maar door en door Vlaamse schrijver voor de auteursnaam Michel de Ghelderode.
Hij scheef een indrukwekkende oeuvre bijeen: meer dan zestig toneelstukken, honderd verhalen, sprookjes en artikels over traditie, folklore en kunst .Hij maakte ook stukken voor het Koninklijk Poppentoneel Toone. Zijn eerste werken werden in Nederlandse vertaling opgevoerd door het Vlaamse Volkstoneel. Tussen 1949 en 1954 kende de Ghelderode ook veel succes in Parijs.
Titels als ‘Masques Ostendais’, ‘Sire Halewyn’, ‘Pantagleize’ verraden dat de Ghelderode zijn inspiratie zocht in het mythisch Vlaanderen en in Brabant. Ik geef jullie nog mijn favoriete boek van van Ghelderode met een titel als een volle zin: ‘Voyage autour de ma Flandre, tel que le fit aux anciens jours Messer Kwiebe-Kwiebus, philosophe des dunes.’
Michel de Ghelderode stierf in de eenzaamheid in Schaarbeek. Niet meer wetende dat hij in dat jaar was voorgedragen voor de Nobelprijs voor Literatuur.
De Granatkapelle (Granaatkapel), ook bekend als de Capella Granata is een katholieke kapel gelegen aan de Penken. Het ligt ten noordoosten van een kunstmatig meer en maakt deel uit van de gemeente Finkenberg in het Zillertal (Tirol).
De kapel is gewijd aan Engelbert Kolland, een broeder van de Franciscaanse Orde (OFM), die op 10 oktober 1926 in het Paulusklooster te Damascus werd vermoord. Kolland werd geboren in Ramsau, een dorpje in het Zillerertal. Kolland werd door paus Franciscus op 20 oktober 2024, onder de 14 gezegenden, heilig verklaard.