Hier zou Jan van Nijlen niet kunnen mijmeren over oude graven, die geen bezoek meer ontvangen. De graven zullen er niet meer zijn. De overledenen uitgewist.
De beelden spreken voor zich. Een oude begraafplaats voor Palestijnen in Oost-Jeruzalem moet plaats maken voor een “Bijbels” park. Mogen we dit provocatie noemen zonder op zere tenen te trappen?
Deze overweging willen we wijden aan het kostbaarste “geheim” van het christelijk geloof, nl. de Eucharistie. Neen, het gaat niet over een vrome ritus voor enkele ‘pilarenbijters’. Dit “mysterie” was vanaf het begin van het christendom het hart van iedere gemeenschap van christenen. In de huidige samenleving blijkt ze nauwelijks nog enige betekenis te hebben voor het openbare leven. Zo was het aanvankelijk ook in het Romeinse Rijk. Christenen lieten zich echter door een heidense overheid niet voorschrijven of en hoe zij Eucharistie zouden vieren. Zij gingen ondergronds en organiseerden vieringen in de catacomben, in de grootste verborgenheid. Het Romeinse Imperium stortte in, terwijl Kruis en Eucharistie overeind bleven.
Doorheen de eeuwen werd Eucharistie op de meest verschillende wijzen genoemd én gevierd: Dankzegging, Laatste Avondmaal, Maaltijd des Heren, Breking van het Brood, Heilig Offer, Heilige en Goddelijke Liturgie, Mis…In de sobere en donkere Romeinse kerken was een viering indrukwekkend door zijn eenvoud. In de kathedralen en barokkerken werden de vieringen omgeven door de overvloedige luister van processies, wierook en gezangen met orgelspel, waarvan de klanken langs het plafond rolden. Meer dan een halve eeuw geleden genoot ik als priesterstudent van pauselijke vieringen op het St Pietersplein te Rome, speciaal op hoogfeesten. Het was telkens weer een ongelooflijke pracht aan polyfonische gezangen, schitterende gewaden, processies en wierook, met een benedictijnse waardigheid. Het Woord Gods werd gezongen met een heldere stem en een indrukwekkende melodie.
https://youtu.be/X4JPftadPj0
Meest ontroerend zijn wellicht nog de verslagen uit de concentratiekampen aan het einde van de oorlog, toen de nazi’s hun greep op de gevangenen moesten lossen. Had iemand een beetje brood en wijn kunnen bemachtigen, dan werd in een verdoken hoek Eucharistie gevierd. Een priester sprak enkele Schriftwoorden en de consecratiegebeden, waarna een vredewens en de heilige communie. Een goddelijke lichtstraal voor gevangenen in de barak van een hel.
Rond 155 geeft de heilige martelaar Justinus volgende eenvoudige beschrijving: “(Op de ‘dag van de zon’) komen alle bewoners samen… Er wordt gelezen uit de gedenkschriften van de apostelen of de geschriften van de profeten… (dan) spreekt hij die voorgaat een woord van vermaning en aansporing… Vervolgens staan wij allen gezamenlijk op en spreken onze gebeden uit… voor onszelf en voor allen die elders zijn. Wij bidden dat wij waardig bevonden zullen worden nu wij de waarheid hebben leren kennen… (dan) groeten wij elkaar met een kus. Dan wordt aan de celebrant brood en een beker water en wijn gebracht… hij brengt lof en eer aan de Vader van het al door de naam van de Zoon en de heilige Geest en hij spreekt een lange dankzeggen (Grieks: eucharistia) uit … (en) heel het aanwezige volk zegt: Amen… dan geven …diakens aan ieder die aanwezig is van het eucharistisch brood en de wijn en het water. Zij brengen het ook aan de afwezigen” (Justinus, Apologiae 1, 65).
Het Oude Verbond is vol met voorafbeeldingen van de Eucharistie. Melchisedech, een heiden, biedt Abraham brood en wijn aan (Genesis 14, 18-20). Hij is koning van Salem, een “vredevorst” met verwijzing naar Jeruzalem (psalm 76, 3). Hij zegent Abraham op mysterieuze wijze en Abraham geeft hem 1/10e deel van alles. “Hij (Melchisedech) lijkt op de Zoon van God. Hij blijft voor altijd priester” (Hebreeën 7,3). Een sterke verwijzing naar de Eucharistie is het offer van Abraham, die bereid is het dierbaarste, nl. zijn enige zoon Isaak te offeren (Genesis 22). Zijn geloofsgehoorzaamheid volstaat. Het echte offer zal Jezus zijn, de nieuwe Isaac, die op het laatste ogenblik niet gespaard zal worden. De voornaamste voorafbeelding van de Eucharistie in Het Oude Testament is de Uittocht van het joodse volk uit de slavernij in Egypte, met de doortocht door de Rode Zee, de tocht door de woestijn en de intocht in het Beloofde Land. Het volk laat zich herhaaldelijk verleiden om te morren bij moeilijkheden en daarbij zijn bevrijding en zijn beloften te vergeten. Dan wordt hun “brood uit de hemel” gegeven in de vorm van “een fijne korrelige laag” en misprijzend vragen ze “wat is dat?” (Exodus 16, 15; Hebreeuws: man hoe = wat dat?) Het werd “manna” genoemd. Jezus zal zich openbaren als het echte brood uit de hemel (Johannes 6, 31 vv) en velen zullen er zich eveneens aan ergeren. Uittocht uit Egypte, de woestijntocht en de intocht in het Beloofde Land zijn tevens het beeld van ieder volk en van het leven van ieder mens.
Ook het Nieuwe Testament is helemaal gericht op de eucharistie, het hoogtepunt van Jezus’ leven, dat beschreven wordt als een “opgaan naar Jeruzalem” om daar het doel van zijn komst, zijn levensoffer te volbrengen tot vergeving van de zonden. De vermeldingen over een “wonderbare spijziging” zijn een voorafbeelding. Mattheus, Marcus en Lucas vertellen de instelling van de Eucharistie en Johannes spreekt in hoofdstuk 6 uitvoerig over “het brood van het leven” en de noodzaak van het eten van Jezus’ Lichaam en het drinken van zijn Bloed. In de plaats van de instelling van de Eucharistie geeft Johannes de beschrijving van het Laatste Avondmaal met de voetwassing waarbij Jezus knielt tot op de grond. Tenslotte vermeldt ook Paulus uitdrukkelijk de instelling van de eucharistie (1 Korintiërs 11). Wanneer de paaslammeren op vrijdagnamiddag geslacht worden, sterft Jezus op het kruis als hét Paaslam voor altijd. Hiermee werd de Eucharistie een historische werkelijkheid, die alle voorafbeeldingen vervult.
In de tijd van de Kerk wordt dit offer voortdurend hernieuwd en sacramenteel gevierd onder de tekenen van brood en wijn. Offeraar en Offer – zij het onbloedig – zijn dezelfde en de priester handelt als “een andere Christus” en in naam van de Kerk. Dit zal blijvend gevierd worden tot aan het Bruiloftsmaal aan het einde der tijden en de vervulling van de verzuchting van het slot van de Openbaring: “Kom, Heer Jezus”.
Doorheen de eeuwen is de fundamentele structuur van de Eucharistie met enkele gebaren en woorden onveranderd gebleven: een dienst van het woord met de lezingen, homilie en voorbeden en een dienst van de eucharistie met brood en wijn, consecratie en communie. In de Latijnse kerk waren de vieringen eerder rationeel en sober. In de oosterse kerk meer mystiek en uitgebreid met vele litanieën, processies, wierook en iconen. Zij beschouwen deze vieringen als een aansluiten bij een hemelse liturgie die al lang begonnen is en daarna ook verder gaat. Het is evenwel hetzelfde levensoffer van Jezus Christus tot verzoening van alle zonden. Deze totale gave van zichzelf is tevens de kern van ieder mensenleven.
Eucharistie is in feite alles en alles is eucharistie. Eucharistie vormt het hart van de Kerk en van de mensheid, van de geschiedenis en van het universum. Heel de geschiedenis, vanaf de schepping tot aan de Wederkomst des Heren is hierop gericht.
P. Daniel
Een groot Syrisch feest
Wanneer ’s morgens op weekdagen kinderen in de gemeenschap rondlopen, weet je dat ze van een of ander moslimfeest genieten dat hen een paar schoolvrije dagen geeft. Zo was het vorige week: het feest van de geboorte van Mohammed. Blijkbaar wordt dit ook regionaal georganiseerd en vorige vrijdag werd dit feest groots gevierd in Qâra. Vooraf kregen we bezoek van een imam met een delegatie die ons plechtig een officiële uitnodiging op naam overhandigde en er mochten 5 personen mee komen. Ze drongen er echt op aan om hieraan deel te nemen. Vrijdagavond was ik erg grieperig en had liever het bed gekozen. Dat dan niemand zou aanwezig zijn vonden we ook niet aanvaardbaar. En zo reed Ibrahim met ons, de fraters, naar de grote moskee. Het feest was niet in de centrale moskee, die erg klein is. Deze was aanvankelijk een heidense tempel maar werd door de heilige Helena, die het Kruis van Jezus in Jeruzalem gevonden had, omgevormd tot de St. Nikolaas kerk. En je ziet het heel duidelijk dat het een kerk was.
Tante Cato is katholiek, ze is een lieve oude dame, twee- of drieëntachtig jaar. Tante Cato is katholiek, of liever Rooms; ze heeft iets ouderwetsig vrooms. En dat moderne gedoe is niks voor haar, zelfs over Gijsen en Lefebre is ze matig enthousiast want haar geloof staat bij haar boven op de kast.
Tante Cato is katholiek, maar in de kerk van haar parochie vindt ze niet zoveel terug van haar vooroorlogse mystiek. De pastor leert. De kerk is nu geengageerd. Mijn tante zucht dan: het gaat allemaal zo vlug. Je hoort geen woord over de hemel, zei ze laatst nog tegen mij. Dus ze haalt haar eigen hemel dichterbij.
Tante Cato, u bent beroofd. U bent beroofd van alle dingen die u vroeger hebt geleerd, en waarin u hebt geloofd. En dat werd tijd de kerk moest al die ballast kwijt. Maar ik begrijp dat u het moeilijk accepteert. Daarom: ik hoop, als het uw tijd is, met een jaar of wat misschien, dat u ze dan daarboven allemaal zult zien.
Vooraleer de Abraham Akkoorden getekend werden tussen Israël, de VAE en Bahrein, woonden er slechts een paar duizend joden in de regio. Een jaar na het historische verdrag neemt hun aantal toe en de plaatselijke rabbi stelt dat zijn organisatie zich bezig houdt met het invullen van hun noden. Zondag lanceerde de “Association of Gulf Jewish Communities” (AGJC) – een verband van joodse samenlevingen in de Perz. Golf, een netwerk verbonden aan het Gulf Cooperation Council (Golf Samenwerkingsraad), een eerste kennismakingswebstek die lokale joodse alleenstaanden (JSG = Jewish Singles in the Gulf) aan een lief, resp. vrijer, resp. partner… wil helpen. Wie geïnteresseerd is, moet een vragenlijst invullen, vervolgens zal een groep koppelaars hun aanbevelingen kenbaar maken.
Dr. Elie Abadie, verhuisde slechts enkele weken na de akkoorden van Manhattan, N.Y. , naar Dubai. Hij vervult er de rol van rabbi, speelde een belangrijke rol bij het creëren van de joodse koppelarijwebstek*, stelt dat deze gebruiksvriendelijk is en dat de informatie strikt vertrouwelijk behandeld wordt. Exacte cijfers over het aantal joden residerend in de Perz. Golf zijn niet beschikbaar; er zouden een aantal omwille van zakelijke belangen verblijven in Saoedi Arabië en in Qatar. In de VAE woonden er – vóór het tekenen van b.g. akkoorden met Israël, ca. 150 gezinnen, goed voor ca. 2000 à 3000 personen. In Bahrein zouden er ca. 50 joden woonachtig zijn.
Maar nu, de akkoorden ondertekend en de visa beslommeringen vergemakkelijkt, wordt algemeen verwacht dat de Perz. Golf meer joden zal aantrekken voor handel, studies en/of vakantie. En daar komt rabbi Abadie op de proppen, als redder in nood voor eenzame zielen die een geloofsgenoot/genote zoeken. We citeren rabbi Abadie:
“Vele joden verhuizen hierheen en zoeken nieuwe horizonten. Velen van hen kennen niemand in dit gedeelte van de wereld en wij willen hen helpen. Maar we willen bovendien gezinnen samenstellen hier en de joodse aanwezigheid in de Perz. Golf doen toenemen.”
B.g. bemiddelingswebstek is slechts één van de initiatieven van de AGJC, die zich als doel stelt alle facetten van het joodse leven in de regio te doen floreren. Sinds de oprichting in de Perz. Golf organiseerde de vereniging wekelijks shabbat etentjes en speelde een doorslaggevende rol bij de oprichting van een koshere voedingorganisatie die tegemoet wil komen aan joodse tradities en eetgewoontes. Maar daar stopt het niet.
“We overwegen joodse scholen op te richten en informeel onderwijs te voorzien. We zijn ook bereid sociale diensten aan te bieden, nieuwkomers te helpen bij hun zoektocht naar werk en de ouderen bij te staan die hier van hun pensioen willen genieten en zorgen dat zij alles krijgen wat zij nodig hebben.”
Voorlopig hanteert rabbi Abadie het spreekwoord “langzaam aan, dan breekt het lijntje” en houdt zich vooral bezig met de koppelarijwebstek. Hij is er gerust in dat dit een absoluut succes wordt.
Naar aanleiding van het bovenstaande gingen wij op zoek naar meer info over de joodse aanwezigheid in de Perz. Golf. Blijkt dat de VAE hun nationaliteit aanbieden aan een uitgelezen klasse buitenlanders, nl. aan investeerders en ondernemers, zonder dat ze hun eigen, oorspronkelijke nationaliteit moeten opgeven.
In enkele maanden tijd gingen reeds 5000 Israëli’s hierop in.
Niet iedereen is er gelukkig mee. Een voormalig adviseur van de kroonprins van Abu Dhabi waarschuwde voor de mogelijke demografische gevolgen en stelt vraagtekens bij de loyaliteit van de buitenlanders met een dubbele VAE-nationaliteit: “zij spreken geen Arabisch, hun kinderen doen niet de moeite het te leren, ze hebben niets te maken met de islam, ze kennen onze gebruiken, tradities en waarden niet. Ze konden hier even goed verblijven met hun eerste, oorspronkelijke nationaliteit en we weten niet hoever hun loyaliteit t.o.v. onze staat reikt.”
Abdulla, een prof. “politiek”, voegde eraan toe dat het demografische landschap van de VAE in de eerstkomende 50 jaar “dysfunctioneel” en “vreemd” zal worden.
Luister, smid van de hemel, naar wat de dichter vraagt. Dat uw genade stilletjes tot mij mag komen. Dus doe ik een beroep op U, want Gij hebt mij gemaakt. Ik ben Uw dienaar. U bent mijn Heer…
Hear, smith of the heavens, what the poet asks. May softly come unto me thy mercy. So I call on thee, for thou hast created me. I am thy slave, thou art my Lord.
God, I call on thee to heal me. Remember me, mild one,[3] Most we need thee. Drive out, O king of suns, generous and great, human every sorrow from the fortress of the heart.
Watch over me, mild one, Most we need thee, truly every moment in the world of men. send us, son of the virgin, good causes, all aid is from thee, in my heart.
Ieder mens draagt bewust of onbewust een onstuitbare honger naar het volmaakte geluk en dus naar God in zich, wat we eerder (XVI.30; 23 juli 2021) treffend konden illustreren met de bekering van de heilige Augustinus. Hij begint zijn “Belijdenissen” ook met de vermaarde woorden “Irrequietum est cor nostrum donec requiescat in Te – Onrustig is ons hart totdat het rust in U”. Het eerste deel van zijn leven is een hartstochtelijke zoektocht naar het ware, het schone, het goede, het volmaakte geluk. Pas vanaf zijn bekering beseft hij dat heel zijn wezen eigenlijk hunkert naar God, de enige die dit alles geven kan. Ik wil nu zijn levensverhaal vervolledigen en het verdere verloop voorstellen omdat het eveneens zo inspirerend is.
Na zijn bekering en zijn doopsel door de heilige Ambrosius in Milaan in 387, wil Augustinus terug naar N-Afrika, naar het ouderlijk huis in Thagaste. Ver van alle drukte en samen met vrienden wil hij daar een contemplatief leven leiden zoals hij eerder beleefde op het landgoed van zijn vriend in Cassiciacum (NW van Milaan). Voor hun vertrek, in Ostia, sterft zijn moeder Monica, in grote dankbaarheid om wat ze mocht beleven: de bekering van haar man en nu van haar zoon. De kinderen willen haar naar Afrika overbrengen maar zij hecht er geen enkel belang aan en vraagt enkel dat ze voor haar zouden bidden bij het altaar van de Heer.
Drie jaar (388-391) leeft Augustinus een gelukkig religieus gemeenschapsleven als monnik, asceet, theoloog en bekend schrijver, samen met een kleine groep. In de lente van 391 gaat hij een vriend, die zich bij hen wil voegen opzoeken in Hippo, na Carthago, de grootste en belangrijkste stad van Numidië. Hij weet echter niet dat de oude bisschop Valerius, een Griek, dringend op zoek is naar iemand die in het Latijn kan prediken. De volksmenigte herkent Augustinus en begint te roepen “Augustinus priester”! Hij zelf protesteert, smeekt en weent … tevergeefs. Uiteindelijk vraagt hij enkele maanden om zich voor te bereiden. Hij aanvaardt dit offer als uitboeting voor zijn zonden. Hippo biedt voor hem geen enkele vreugde. Hij wordt priester gewijd en vijf jaar later hulpbisschop van Valerius, die hij ook zal opvolgen. In Hippo was er een verschrikkelijke kloof tussen rijken en armen: de armen leefden in krotten aan de haven, de rijken in villa’s in de stad. Bovendien waren er meer donatisten dan katholieken. De donatisten vormden een sterk georganiseerde en fanatieke sekte, genoemd naar de schismatieke bisschop Donatus van Carthago. Vanaf 312 leerde hij dat alleen heiligen de ware Kerk vormen en dat de geldigheid van de sacramenten afhangt van de heiligheid van de bedienaar. Het donatisme verscheurde de Kerk en de samenleving. Augustinus zal verschillende werken schrijven tegen de donatisten en stellen dat de zonde wel de Kerk besmeurt maar ons niet uitsluit van de Kerk. Hij heeft veel geleden onder hun aanvallen.
Ondertiteling, vertaling en geschreven tekst via icoontjes onderaan
Augustinus laat een klooster bouwen en wil rond zich de clerus verzamelen in een soort monastiek gemeenschapsleven. Porphirius, zijn biograaf, schrijft dat Augustinus “een onvermoeibare bisschop en herder was, die de weg effende voor het monastieke leven in Afrika”. Drie jaar voor zijn dood dicteert hij zijn “Retractationes” of herzieningen. Hierin geeft hij vooral veel zelfkritiek en zelden een zelfverdediging. Hij is onder meer veel kritischer tegenover de mythologie en de heidense cultuur. Wat wij in de huidige “mémoires” van vele groten overvloedig aantreffen, is bij hem totaal afwezig: de zorg voor eigen postume glorie. Hij blijft gefascineerd zoeken naar de waarheid omtrent God en de Kerk, precies zoals hij in zijn “Belijdenissen” schreef: “Laat heb ik U liefgekregen, o schoonheid, zo oud en zo nieuw… Ik werd ver van U gehouden door dingen, die niet bestaan zouden hebben, als ze niet in U bestaan hadden…Wanneer ik U eenmaal aan zal hangen uit heel mijn wezen, zal er voor mij nergens meer leed zijn… Gestreden wordt er tussen mijn boze droefheden en mijn vrome vreugde… Ik, arme, Heer heb erbarmen met mij… Geef wat Gij beveelt en beveel wat Gij wilt… Wie immers naast U iets liefheeft dat hij niet om Uwentwil liefheeft, heeft U te weinig lief. O liefde, die altijd brandt en nimmer dooft, o liefde, mijn God, steek mij in brand! Geef mij onthouding!…” (X, XXVII, 38; XXVII, 39, XXIX, 40).
Hij die aanvankelijk niet kon begrijpen hoe een man kan leven zonder passionele liefde voor een vrouw en hij die onder druk van zijn moeder afscheid nam van zijn eerste vriendin en ondertussen toch een tweede vriendin nam, ontdekte de liefde van God als een veel groter geluk. Van dan af kon hij niet leven zonder vrienden om hem heen. Als bisschop verzamelde hij zijn clerus en leefde met hen als in een monastieke gemeenschap, waar het werk grotendeels vervangen werd door de pastorale zorg. Het doel dat hij nastreefde was: één hart en één geest vormen in God. In 430, in zijn 76e levensjaar en het 35e van zijn bisschopsambt komen de vandalen aan in Hippo. Op zijn ouderdom behield hij een volkomen helderheid van geest. Hij heeft geen testament gemaakt maar vroeg om goed zorg te dragen voor de bibliotheek van de kerk. Tien dagen voor zijn dood vroeg hij hem niet meer te komen bezoeken. Hij voelde zich zondaar, wilde wenen en bidden om zich voor te bereiden op de definitieve ontmoeting met God. Wanneer hij op 28 augustus 430 de keizerlijke uitnodiging ontvangt voor deelname aan het derde oecumenisch concilie in Efeze (431), sterft hij.
Augustinus is eerder een voorloper van de Middeleeuwen dan een uitloper van de Oudheid. Hij heeft de grootste invloed uitgeoefend op de westerse beschaving. Hij is theoloog, filosoof, bijbelgeleerde, polemist, redenaar, schrijver, opvoeder en vooral herder. Hij schreef 113 boeken, 226 brieven en liet meer dan duizend preken na. Meest bekend zijn de “Belijdenissen”*(397-401) en vervolgens zijn “Stad Gods” (413-426)*. De verwoesting van Rome in 410 door de Visigotische koning Alaric is het begin van de val van het Romeinse Rijk. Sinds ’n eeuw is het Romeinse Rijk christelijk geworden en vele heidenen zien hierin de oorzaak van de ondergang van Rome. Hiertegen gaat Augustinus frontaal in de aanval: Rome is het slachtoffer geworden van zijn eigen wreedheid en morele verwording. Geen rijk kan blijven bestaan op overheersing, uitmoorden en plunderen van andere volken. Augustinus schrijft een theologie van de geschiedenis en van de tijd. Hij onderscheidt twee principe: de aardse vergankelijke rijken en het blijvende, geestelijke Rijk Gods. Dit werk heeft een enorme invloed gehad en is meer dan 500 maal met de hand gekopieerd en bewaard in verschillende bibliotheken. Zijn meest dogmatisch diepzinnige beschouwing handelt “Over de Drie-eenheid”, waaraan hij meer dan 15 jaar heeft gewerkt (tussen 399-419). In zijn preken over de psalmen treffen we naast een diepe geestelijke inhoud tevens sprankelende woordspelingen aan.
Augustinus (354-430), een man van vlees en bloed, heeft langs de ervaring van menselijke liefde en vriendschap de weg naar de ware Bron gevonden: Gods immense Liefde.
*volg bruggetjes voor inzage
P. Daniël
Nvdr: Wilt u meer weten over Augustinus? Neem een kijkje bij: Augustijns Instituut, Utrecht en / of bekijk onderstaande 4 video’s: Het leven van Augustinus in beeld gebracht, begeleid door prachtige muziek op de achtergrond:
Deze week hebben we een bedoeïenengezin in onze “boerderij” opgenomen: vader, moeder en vier kleine kinderen. Zij hadden letterlijk niets anders dan de klederen die ze droegen. We hebben al het nodige aangebracht: matrassen, lakens, dekens, eetgerief en eten. De vader zorgt voor onze schapen in de bergen.
Voor wie het nog niet wist, Esther en Abi Ofarim, hebben een zoon, Gil, die in de voetstappen van zijn ouders, vooral van zijn moeder, wil stappen. Wat heeft een beginnend zanger, die een internationale carrière op het oog heeft, nodig om door te breken? Een goede stem, een pakkend lied… én media-aandacht!
En wat kan daarbij een ietsiepietsie helpen? De slachtofferrol. Niet zomaar een slachtofferrol, maar wel deze, die in Duitsland nog steeds het meeste kans op succes heeft: u weet wel: antisemitisme.
Gil werd volgens eigen zeggen tot in het diepste van zijn ziel gekwetst toen hij aan de receptie van een hotel niet op zijn beurt bediend en bovendien gesommeerd werd zijn ketting met davidsterhangertje niet ostentatief ten toon te spreiden. Pas dan zou hij kunnen inchecken.
Hij legde klacht neer. Kreeg vervolgens een glansrol in talrijke poco kranten. Let wel: onze redactie is meer dan een doorsnee burger vertrouwd met de taal van Göthe en wij kunnen alleen maar bevestigen dat Gil zijn Duitskennis niet in Israël op de schoolbanken verworven heeft. Hij moet sinds jaar en dag in een Duitstalig land wonen. Trouwens, zijn moeder, Esther Ofarim was er – damals – zeer populair. Hij zal zijn kansen op succes op voorhand hoog ingeschat hebben.
Versie van het hotel: Ofarim werd zeer onaangenaam, voelde zich benadeeld (?), hij werd luid… vervolgens werd hij verzocht het hotel te verlaten. Punt.
Ofarim begint prompt op zijn slimme telefoon te tokkelen, waarschijnlijk om zijn verhaal aan de pers te verkopen… en hij heeft ermee succes: antisemitisme! Tot Bild erachter aangaat en blijkt dat de waarheid héél ernstig geweld aan gedaan werd!
Zijn deze gebeurtenissen nu wereldschokkend? Niet echt, maar ze tonen wel aan hoe snel racisme, antisemitisme, discriminatie en andere beschuldigingen geuit én geloofd worden. In dit geval steunde het hotel de receptie-medewerker, maar het had heel anders kunnen uitdraaien: ontslag, broodroof, proces en andere financiële gevolgen!
Indien u ergens zou vernemen (… niet in de kwaliteitsmedia!) dat Amerikaanse joden – met een dubbele Israëlische nationaliteit – asiel aanvragen in Iran… zou u dit dan geloven? In Iran dan nog wel, waar de ayatollahs toch een decennia-durende vendetta met de bewindvoerders van het Beloofde Land in hun grondwet geschreven hebben…
Lev Tahor (Ned.: “zuiver hart”) is de naam van de zgn. “extreem-orthodoxe sekte” die vindt dat hun “religieuze vrijheid” beperkt wordt door de VSA (en Canadese) justitie. Als we de berichten uit de kwaliteitsmedia mogen geloven, gaat het om een kleine minderheid die quasi op zichzelf leeft, kinderen uitbuit, verplichte huwelijken arrangeert, vrouwenrechten niet in hun woordenboek hebben staan. Klinkt bekend, dachten we… We plaatsen onderaan een video met het verhaal van hun exodus en enkele bruggetjes opdat u ook, zoals wij, uw horizon kan verbreden.
Enfin, Lev Tahor-leden hebben een ultieme oproep, een smeekbede, aan de opperste, bovenste-beste, topleider van Iran, ayatollah Al-Khamenei, bezorgd om hen asiel te verlenen in het verdraagzame Iran.
Naar verluidt – we kunnen het niet verifiëren – is men in Israël niet bepaald gelukkig met deze toestand. Men vreest dat de joodse asielzoekers wel eens door de boze Iraniërs als pasmunt zouden kunnen gebruikt worden. De rest van het verhaal, de vermoedens, verwachtingen en vrees kunt u in onderstaande video vernemen.
Ondertiteling, vertaling en geschreven tekst via icoontjes onderaan
Nvdr: Met enkele dagen vertraging door onze verplichte rustperiode:
Goede vrienden,
De voorbije drie maanden hebben we wekelijks de eigenschappen belicht van ons mens zijn volgens de joods-christelijk visie, nl. de 7 wortels. Ons “onverzadigbaar verlangen” illustreerden we met de bekering van de heilige Augustinus en de “onrust van ons hart” waarmee hij zijn “Belijdenissen” begint. Verder wezen we op bepaalde psychologische en psychiatrische bewegingen, gesteund op S. Freud, die volkomen voorbijgaan aan het diepste streven van de mens. We wezen tevens op de ontoereikendheid van een “humanistische psychologie”, waardoor de dynamiek van de christelijke visie op lijden en dood nog duidelijker wordt. Met de “theologie van het lichaam” wilden we de “gave van zichzelf” als kostbare en onvervangbare eigenschap van ons mens zijn toelichten. Ziehier nog een samenvatting en overzicht.
1. De enige en algehele waardigheid van onze menselijke persoon danken we uitsluitend aan het feit dat God ons geschapen heeft naar zijn Beeld. Daarom zijn alle mensen hierin volkomen gelijk en hebben we allen dezelfde menselijke waardigheid. Bovendien kan niemand daar iets van afnemen of bijvoegen. Het is mogelijk dat wij zelf niet beantwoorden aan deze waardigheid, of dat anderen onze waardigheid niet respecteren. Toch kunnen noch onze fysische ziekte, psychische aftakeling, ons meest immoreel gedrag, onze grootste armoede of vernedering deze waardigheid wegnemen. Doorheen heel de geschiedenis van de Kerk was dit de verantwoording van zoveel heldhaftige inzet voor armen, zieken, gehandicapten en verworpenen. Dit betekent ook dat een multimiljardair, een fenomenaal genie of een super sport held geen greintje meer menselijke waardigheid bezit dan jij en ik. We danken God voor deze onverwoestbare schat die Hij ieder van ons gegeven heeft. Gelukkig degene die zich hiervan bewust is en zich niet laat misleiden door voorbijgaande, uiterlijke roem.
2. Ons aardse leven is als een onophoudelijke stroom van onvervulbare verlangens. Zalig hij/zij die beseft dat al deze behoeften, strevingen en verlangens slechts beperkte uitdrukkingen zijn van een onstilbare honger naar God. Wij hunkeren naar een volmaakt, blijvend geluk, dat we slechts kunnen bereiken na dit aardse leven in en met God. Een geschrift uit het midden van de 2e eeuw beschrijft christenen als vreemdelingen hier op aarde: “Elk vreemd land is voor hen een vaderland en elk vaderland blijft een vreemd land” (Brief aan Diognetus). Dit bewustzijn kan ons bevrijden van alle aardse illusies. En elk goed hier op aarde, ook het meest verhevene word een illusie wanneer we er ons aan hechten als aan een hoogste goed. Sommigen leren dat wij onbewust in ons handelen een drang naar seksualiteit of naar macht vertonen. Het is best mogelijk. Toch zal voor vele mensen de honger naar God hun diepste “onbewuste” blijven.
3. Een derde bewustwording is het besef dat er naast het goede ook een zekere ontwrichting in ons leven is omwille van de oerzonde van het eerste mensenpaar. Er is goed en kwaad in ons en aan het kwade werken we soms met eigen verantwoordelijkheid ook mee. Een opvoeding die meent dat het kwade alleen komt van slechte organisaties of structuren en niet van persoonlijke verantwoordelijkheid, begaat een fatale vergissing. Daarom hebben we leiding nodig en oefening in de deugden, waardoor we onze instincten, impulsen en slechte neigingen leren beheersen. Gelukkig de ouders en opvoeders die kinderen op tijd “neen” leren zeggen en hen doen groeien in onthechting en zelfbeheersing.