De zwarte bladzijde van Zwartberg

Herdenking Zwartberg 1966 – 2016

31 januari 1966 is een datum die in Limburg en in heel Vlaanderen niet zo licht zal vergeten worden.

Op die dag immers, een zondag, werd in onze Limburgse mijnstreek met scherp geschoten. De balans was tragisch: ettelijke zwaargewonden en twee doden, Jan Latos en Valeer Sclep.

Hoe was het zo ver gekomen? Waarom moesten twee jonge mensen sterven eer de regering zich – veel te laat – zou gaan bezinnen over het lot van de Limburgse mijnwerkers?

In 1966 was Limburg nog steeds “de provincie van de toekomst”. De enorme hoeveelheid steenkolen on onze ondergrond zouden een grootse periode van welvaart inluiden. De Vlaamse Beweging, waarvan ten onrechte beweerd wordt dat zij slechts oog had voor taalproblemen, heeft praktisch onmiddellijk na de geslaagde boring van André Dumont te As op 1 augustus 1901 begrepen welk reusachtig belang de Limburgse kolenrijkdom voor gans Vlaanderen zou kunnen worden. Lodewijk de Raet voorspelde Limburg een schitterende toekomst en, maar vroeg zich toch reeds af of de Vlamingen wel in staat zouden zijn zelf hun erfgoed te beheren

Dat is duidelijk niet gebeurd. Nog in 1939 gaf priester dr. Karel Pinxten een brochure uit, getiteld: “Limburg, een kolonisatiegebied”. De mijn Zwartberg was destijds eigendom van het Waalse Cockerill-Ougrée. Steeds werden de winsten van Zwartberg gebruikt om de verliezen van de Cockerill-mijn van Seraing te compenseren. Na de tweede wereldoorlog werd deze compensatie officieel geregeld via het zogenaamde Solidariteitsfonds, dat toegepast werd op al onze Limburgse mijnen. Zodanig dat de Limburgse economist dr. Jozef Moons in 1957 ion ene studie van de Limburgse Economische Raad zou schrijven: ”Het grootste nadeel van de onderlinge compensatie ligt ongetwijfeld hierin dat het de winstgevende mijnen verhindert de nodige investeringen door te voeren, om hun productie en productiviteit op te voeren. De auto-financiering van de Kempische mijnen werd geruime tijd door de winstafnemingen getremd”.

En in 1964 kon men lezen in een studie van de Economische Raad voor Vlaanderen, voorgezeten door de West-Vlaamse gouverneur ridder van Outryve d’Ydewalle: “De achteruitgang van de steenkolennijverheid in Wallonië werd voorlopig tegengehouden door een nationaal beleid, dat hierdoor de normale expansie van het Kempens Bekken, vooral langs de oprichting van nevenbedrijven, in de weg zat”. Als gevolg hiervan werd nauwelijks 2 % van de Kempische steenkolen in Limburg zelf verwerkt.

In werkelijkheid was onze achteruitstelling nog veel erger en hatelijker. Ondanks de miljardensubsidies bleek het niet langer mogelijk de verlieslatende Waalse mijnen in bedrijf te houden. Mijnsluitingen werden er onvermijdelijk. Sindsdien werden door de opeenvolgende regeringen de Waalse reconversiegebieden op een ongelooflijke wijze bevoordeeld. En Limburg werd door deze politiek beroofd van heel wat industriële vestigingen.

Reeds in het Harmel-report van 1950 kon men lezen: “Wij willen nog een voorbeeld aanstippen van het negatief optreden van de financiële trusts en van de staatsoverheid: de cementfabrieken van het kinderrijke gewest Turnhout worden overgeheveld naar het demografisch verschrompeld gebied van Visé, waar men dan nota bene rekent op Limburgse arbeiders”.

Dat was nog maar een begin. Toen de overheid eens begonnen was de reconversie van de Waalse bekkens te bevorderen, werd de verhuis van Vlaamse bedrijven naar Wallonië bijna dagelijkse kost.

Lees verder

Zogezegd

MM900236531[1]Zogezegd

“Hij ligt er en hij ligt er goed.”

Theo Lefèvre na het dynamiteren van de IJzertoren

Het mysterie van Diksmuide
Woensdag is het 70 jaar geleden dat de IJzertoren opgeblazen werd. In de nieuwe toren buigen historici zich over deze aanslag. Wie zat er achter? Waarom werd de toren opgeblazen en wat waren de gevolgen? Moet het onderzoek opnieuw geopend worden?

In de nacht van 15 op 16 juni 1945 wordt om 2.20u een aanslag op de IJzertoren gepleegd. De ontploffing veroorzaakt een grote bres, de muren en de lift zijn zwaar beschadigd en de binnentrap is weggerukt, maar de toren blijft overeind staan. Het gerechtelijk onderzoekt levert niets op en wordt al op 22 juni afgesloten.
We zijn 9 maanden na de bevrijding van Diksmuide. De smet van de collaboratie drukt zwaar op de IJzertoren. Al voor het uitbreken van WO II, toen het comité in het vaarwater van het VNV terechtgekomen was, dreigden oudstrijders ermee om ‘la tour boche de Dixmude’ te dynamiteren. Na de oorlog gaan stemmen op om van de toren een Belgisch monument te maken. Anderen eisen dat ‘de leugentoren’ afgebroken wordt. De aanslag van 16 juni 1945 was eigenlijk min of meer verwacht.

Een maand later waarschuwt de provinciegouverneur de rijkswacht dat een geheime actie wordt voorbereid om de IJzertoren ‘bij middel van ontploffingsstoffen te vernielen’. De toren wordt extra bewaakt, maar wanneer er niets gebeurt, verandert de ‘bestendige bewaking’ in ‘losse bewaking bij het begin en het einde van de diensttijd’.
In de nacht van 15 op 16 maart 1946, rond 2.15u, spat de IJzertoren uiteen. De ontploffing is in heel Diksmuide en Kaaskerk te horen. De veldwachter verklaart: ‘Ik stond op en zag door het venster mijner slaapkamer dat de IJzertoren, die op ongeveer een 200-tal meter van mijn woning staat, omver lag. Ik ben dan terug in mijn bed gegaan. Ik heb niets verdachts opgemerkt, ook geen verdachte voertuigen. Daar ik kon zien dat de toren gans vernield was en er toch niets meer aan te doen was, heb ik geoordeeld niet vroeger dan om 7.45u de rijkswacht te moeten verwittigen.’ De veldwachter krijgt later de bijnaam ‘bedwachter’…

De toren is tot op de grond vernield. De meningen zijn verdeeld, ook politiek. Theo Lefèvre poneert: ‘Hij ligt er en hij ligt er goed’. Gaston Eyskens noemt de aanslag een schanddaad en vraagt het herstel van de toren in zijn oorspronkelijke vorm en volledig op staatskosten. Het gerechtelijk onderzoek levert niets op. Er worden enkele verdachten gearresteerd, maar die worden na verloop van tijd buiten vervolging gesteld. Midden 1954 wordt het onderzoek gesloten.

Het mysterie blijft bestaan, al worden namen van opdrachtgevers en uitvoerders openlijk genoemd. Feit is dat met het puin van de toren de PAX-poort gebouwd werd en dat een paar meter verder op de weide een nieuwe hogere toren verrees, betaald met giften van duizenden Vlamingen en toelagen van de Belgische overheid.

FVE

 

Waar is den tijd?

Tweedehands-mening.  Oubollig flamingantisme.  Voorbijgestreefde dromerij. Of ‘prikkelend betoog’? Gevonden bij Bol.com en Kapaza.

Vlaanderen, staat in Europa.

Auteurs: Jan Jambon en Peter Der Over

Recensie J. Van Bree:

“Vlaanderen moet, met Brussel als hoofdstad, een onafhankelijke staat worden. Dat stellen de voorzitter en de politiek secretaris van de Vlaamse Volksbeweging, een vereniging die ijvert voor een sterker Vlaams bewustzijn. Vlaanderen moet zelfstandig worden omdat België een (financieel-economisch) onrendabele eenheid is die, volgens de auteurs, alleen maar geld kost, terwijl Vlaanderen alleen beter af zou zijn – evenals Wallonië overigens. Ook zal de Vlaamse stem in Europa beter gehoord worden als Vlaanderen als aparte staat opereert. Na een reeks argumenten tegen de Vlaamse onafhankelijkheid te hebben ontkracht, gaan de auteurs na wie een Belgische scheiding tegenhouden, om vervolgens te bekijken hoe het doel vreedzaam en via democratische weg bereikt kan worden. De auteurs willen met dit boek het debat aanzwengelen over de Vlaamse zelfstandigheid en de publieke opinie mobiliseren. Slechts een reeks slordige zetfouten ontsiert dit prikkelende betoog.”

FVE

 

 

“Wij zijn de Vlaams-nationale waakhonden”

“Wij zijn de Vlaams-nationale waakhonden van de politiek”

Elk volk heeft een voorhoede nodig, een avant-gardebeweging die het volk en vooral de politici wakker schudt en bepaalde thema’s op de publieke agenda plaatst. Het is een taak die de nationalistische strijdorganisatie Voorpost al 40 jaar vol ijver volbrengt. Naar aanleiding van hun jubileum spraken met de vorige en de nieuwe actieleider: Luc Vermeulen en Nick Van Mieghem.        

In maart 1976 werd Voorpost opgericht, in volle Egmontperiode. Was dat ook de reden van jullie ontstaan?

Luc Vermeulen: Nee, de reden was een eigenlijk niet van ideologische aard. Er woedde een intern conflict bij de Vlaamsgezinde strijdorganisatie Were Di, waardoor men er niet meer in slaagde beslissingen te nemen. Na jaren getalm heb ik dan, samen met onder meer Roeland Raes, in maart 1976 het initiatief genomen om Voorpost op te richten. En tot mijn grote vreugde is zo’n 95 procent van Were Di ons toen gevolgd. Overigens: nadien zijn die plooien volledig gladgestreken.

Wij hadden het geluk dat nog geen twee maand na onze oprichting, in mei ’76, er net een bezoek was gepland van koning Boudewijn aan Antwerpen naar aanleiding van zijn 25-jarig ambtsjubileum. Wij zijn daar onmiddellijk opgesprongen en zetten een grote manifestatie op touw tegen de monarchie. Hoewel ik daar, buiten het verkondigen van mijn mening, niets verkeerd heb gedaan, werd ik voor drie weken opgesloten in de gevangenis in de welbekende Begijnenstraat. De haat en de nijd tegen elke vorm van Vlaams-nationalisme kent in Laken geen grenzen.

Nick van Mieghem: Het meest opmerkelijke aan die actie was dat er sindsdien nooit nog een volksbezoek van koning Boudewijn heeft plaatsgevonden aan een stad. Dat is een pluim die wij alvast op onze republikeinse hoed mogen steken.

Hier en aan de overkant, daar en hier is NederlandHoe moet ik Voorpost definiëren voor een buitenstaander?

Luc Vermeulen: Uniek aan Voorpost is de consequente strijd voor de hereniging der Nederlanden. Van meet af aan zijn wij naast Vlaanderen ook actief geweest bij onze noorderburen. Het is bovendien geen geheim dat wij politiek-ideologisch altijd zeer dicht gestaan hebben bij het programma van het Vlaams Blok en later het Vlaams Belang. Hun eis tot Vlaamse onafhankelijkheid is ook de onze. Met daaraan gekoppeld dat wij Heel-Nederlanders zijn.

U bent nog jong. Leeft de Heel-Nederlandse gedachte bij jongeren?

Nick van Mieghem: We moeten daar niet flauw over doen, het draagvlak is inderdaad groter bij de oudere generatie. Je mag ook niet vergeten dat buiten het VNJ er maar twee organisaties zijn die de Heel-Nederlandse gedachte nog actief uitdragen. En dat is jammer want een verregaande samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland is de logica zelve. Hoe men het nu draait of keert: wij zijn één volk verspreid over twee landen. Maar ook de economische schaalvoordelen van een hereniging zijn groot. Wij zouden bijvoorbeeld de twee wereldhavens – Antwerpen en Rotterdam – in handen hebben. Bovendien hebben wij gelijkaardige economieën waardoor het samenwerkingsvoordeel enorm is.          

Is een samengaan van Vlaanderen en Nederland niet achterhaald in een Europese context?

Nick van Mieghem: Binnen de EU heeft Vlaanderen niets in de pap te brokken. De EU beschikt, Vlaanderen schikt. Dat zou binnen een Heel-Nederlandse gedachte totaal anders zijn. Vlaanderen zou hierbij – in tegenstelling tot in de EU – substantiële beslissingsmacht hebben.

Hoe moet dat Heel-Nederland er dan concreet uitzien?

Luc Vermeulen: Dat uit zich in een verregaande samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland, liefst in één staatsverband natuurlijk. Maar een staat is slechts zo rijk als de mensen die er deel van uitmaken en de waarden die er gelden. Daarom kiezen wij daarbij ook resoluut voor een nationalistische, zeg maar rechtse inslag.

Rechts, maar niet liberaal, toch?

Luc Vermeulen: Dat klopt. Wij zijn naast een Vlaamse ook een erg sociale organisatie. Zo organiseren wij met de huizen van de Vlaamse solidariteit jaarlijks zelf-zelf-zelf-inzamelacties waarbij wij honderden Vlamingen, die de eindjes niet meer aan mekaar kunnen knopen, uit de nood proberen te helpen met feestelijke kerstpakketten. De appreciatie de je daarvoor in ruil krijgt, is onbetaalbaar. Maar ook tijdens het jaar zijn we permanent in de weer om Vlamingen die in ellende zitten, uit de nood te helpen. Dat gaat van het betalen van de huishuur en de stookolierekening tot dokterskosten. Maar we beperken ons niet tot financiële hulp. We helpen ook al eens bij een verhuis of wanneer een kelder ondergelopen is.

Dus iedereen kan bij jullie aankloppen?

Luc Vermeulen: Wat het betalen van rekeningen en dergelijke betreft beperken wij ons uiteraard alleen tot mensen die actief zijn of geweest zijn in de Vlaamse Beweging. Maar we vullen dat zeer ruim in hoor. Dat kan gaan van iemand van het Davidsfonds tot een militant van het Vlaams Belang. Wie zich ingezet heeft voor Vlaanderen mag bij ons aankloppen.

De Vlaamse Beweging vist vaak in dezelfde vijver, zeker wat actieve militanten betreft. Hoe is de verhouding tussen Voorpost en andere Vlaams-nationale (strijd)organisaties? Ik denk maar aan het Taal Aktie Komitee.

Nick van Mieghem: Wie strijdt voor Vlaanderen kan voor ons nooit een concurrent zijn. Maar er zijn natuurlijk wel belangrijke verschillen. Zo beperkt TAK zich enkel tot de taaltoestanden in de Rand en hier en daar wat anti-Belgische acties. Wij hebben een veel ruimere werking die actief is in heel Vlaanderen en zelfs Nederland. Maar ook inhoudelijk is onze boodschap ruimer.  

Hoe bedoelt u?

Nick van Mieghem: Ik geef geen kritiek op de TAK-militant, integendeel, het zijn kompanen. Maar ik betreur het soms dat zij – terecht – de verfransing in de Rand aanklagen, maar anderzijds de arabisering in onze volkswijken niet als een probleem ervaren. Dat doen wij wel. Dat probleem is op z’n zachtst gezegd even prangend. We zien gelijkaardige trends bij heel wat linkse nationalisten. Zo strijden de Baskische nationalisten voor onafhankelijkheid enerzijds, maar anderzijds ook voor een opendeurpolitiek. Maar wat ben je met onafhankelijkheid als je land niet meer het jouwe is en volledig is ingepalmd door immigranten? Op die manier wordt onafhankelijkheid een lege doos.  

Jullie worden in de pers wel eens gebrandmerkt als extreem-rechts. Aanvaardt u dat etiket?

Luc Vermeulen: Wanneer iemand mij extreem-rechts noemt, vraag ik hem steeds die term te definiëren en dan eindigt de discussie vaak al. Tegenwoordig ben je al extreem-rechts als je een Vlaamse Leeuw uithangt.  

Nick Van Mieghem: Extreem-rechts is vaak gewoon een synoniem voor racist. En dat zijn wij niet. Wij zijn realisten. Maar wanneer men de dingen niet meer mag benoemen zoals ze zijn, omwille van politiek-correcte redenen, dan gaat het licht uit.

Vlaanderen wordt momenteel overspoeld door asielzoekers. Hoe moet het asielvraagstuk worden opgelost?

Nick Van Mieghem: De grenzen moeten zo snel mogelijk dicht. Punt. Wij kunnen niet langer het OCMW van de wereld spelen, want binnenkort zal er geen OCMW meer zijn omdat het gewoon niet langer te financieren is.  

U werkt zelf aan het dok. Ik kan me voorstellen dat er vaak over de asielproblematiek wordt gepraat. Hoe staat de gemiddelde dokwerker tegenover de asielinvasie?

Nick Van Mieghem: Ik praat dagelijks met arbeiders. Het is mijn leefwereld. En de rode draad is dat zij zich grote zorgen maken. Zij verwerpen het onthaalbeleid dat vandaag wordt gevoerd. Je mag niet vergeten dat de eerste slachtoffers van deze asielinvasie de – vaak laaggeschoolde – arbeiders zijn. Dat is de grote paradox van de socialisten. Door een opengrenzenbeleid te propageren, steken zij de arbeiders een mes in de rug. Eigenlijk is dat een nieuwe vorm van sociale dumping.

Jullie stonden jarenlang in de voorhoede voor amnestie voor de repressieslachtoffer. Is dat anno 2016 nog een na te streven doel?

Luc Vermeulen: Voor de meeste slachtoffers is het natuurlijk te laat. Maar de herinnering aan deze periode mag nooit vergeten worden. Het tomeloze onrecht dat de Belgische staat brave mensen, omwille van hun Vlaamsgezindheid, toen heeft aangedaan, is zo gruwelijk dat het belangrijk is dat we het blijvend herinneren. Maar het is zeker zo dat de weinige overlevenden van die tijd niets meer vragen. Zij weten wat deze staat waard is, zij willen geen verontschuldigingen meer.

Nick Van Mieghem: België is trouwens het enige land dat nooit amnestie verleend heeft. 71 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog heeft dit land nog steeds geen amnestie verleend aan hen die uit overtuiging de strijd met het communisme aanbonden en ijverden voor een zelfstandig Vlaanderen. Daar merk je nogmaals hoe diep de haat zit van de Belgische staat.

Over naar de partijpolitiek. Hoe beoordeelt u de communautaire stilstand van de N-VA?

Luc Vermeulen: Dat is dodelijk voor de Vlaamse Beweging. Opnieuw vijf jaar dat het onafhankelijkheidsstreven stil wordt gelegd. Zij hebben het telkens over het creëren van draagvlak. Maar hoe kun je een draagvlak creëren als je erover zwijgt? Door te zwijgen vrees ik dat jarenlang moeilijk en hard werk wordt verspeeld in ruil voor Belgische machtsdeelname. Het is zelfs nog erger. Het lijkt erop dat zij er alles aan doen om te bewijzen dat België wel werkt. Hugo Schiltz werd voor minder uitgescholden.

Jullie zijn twee sleutelfiguren in de Vlaamse Beweging. Bart De Wever stelde een aantal jaar terug dat het beste wat de Vlaamse Beweging voor Vlaanderen kan doen is “ophouden te bestaan”. Wat vonden jullie van die uitspraak?

Luc Vermeulen: Op z’n zachtst uitgedrukt was ik verwonderd. Het klopt trouwens ook niet. Het Vlaamse autonomiestreven was net het meest succesvol wanneer de partijpolitiek en de beweging samen actie voerden. Denk maar aan Leuven Vlaams, dat naast de verwijdering van de Franstalige bourgeois uit Leuven ook een katalysator was voor het algemeen Vlaams autonomiestreven. De succesformule bestond er net in dat zowel de partijen als de beweging hand in hand aan één zeel trokken. De Vlaamse beweging opdoeken zou een strategische fout zijn die ons zou duur te staan komen.  

Nick Van Mieghem: Als actiegroep hebben wij ook een andere rol dan een partij. Wij zijn de waakhonden. Door acties te voeren kunnen wij bepaalde thema’s op de agenda zetten van de politieke partijen, waarna zij ze politiek vertalen in het parlement. Het is een complementair verhaal.

U maakte deel van de groep radicalisering IJzerbedevaart. Het was de voorbode van de splitsing in IJzerwake en de (intussen ter ziele gegane) IJzerbedevaart. Vindt u dat geen jammerlijke zaak?    

Luc Vermeulen: De vraag is niet of ik dat jammer vind, de vraag is: kon het anders? En daar is het antwoord resoluut neen. Wij hebben jarenlang geprobeerd om de linkse en zelfs multiculturele richting die het IJzerbedevaartcomité uitging, bij te sturen. Met duizenden hebben wij gemanifesteerd om het traditionele karakter en de ideologische inhoud van de bedevaart te behouden, maar het IJzerbedevaartcomité wou er niet van weten.

Acht u de kans groot dat bedevaart en wake terug samensmelten?

Luc Vermeulen: Zolang de samenstelling van het bestuur van het bedevaartcomité niet verandert, zie ik dat niet onmiddellijk gebeuren. Maar ik blijf er op hopen.

Heer, laat het prinsenvolk der oude Nederlanden niet ondergaan in broedertwist en schande.

Luc Vermeulen: Inderdaad. Het is mijn innige wens ooit terug samen op de IJzerweide te staan om onze Fronters te eren en de Vlaamse eisen kracht bij te zetten.  

Tot slot: waar mogen we ons aan verwachten naar aanleiding van jullie 40-jarig bestaan?

Luc Vermeulen: op 29 oktober organiseren we in het cultureel centrum van Broechem een grote jubileumviering met muzikale optredens, een tentoonstelling en uiteraard een aantal opmerkelijke sprekers. Ik roep iedereen van harte op om daar aanwezig te zijn.  

Opgetekend door Klaas Slootmans voor het VB magazine maart 2016

Meer info bij www.voorpost.org

Liever kwijt dan rijk

‘Brussel kan het niet als stadsstaat’

‘… U kent het boek van Remi Vermeiren, België, de onmogelijke opdracht? Ik lees even voor uit een passage over de transfers naar Brussel.

Brussel krijgt 46 miljoen euro voor zijn internationale rol, 55 miljoen euro voor de Europese toppen, 25 miljoen euro voor taalpremies. Taalpremies voor de Yvan Mayeurs en Françoise Schepmansen waarschijnlijk…

En ik ga voort: 108 miljoen euro voor de hoofdstedelijke functie, een functie die Brussel zelf niet wil, want dat staat de région à part entière in de weg.

We gaan verder: 105 miljoen euro voor mobiliteit, en 82 miljoen euro voor de dode hand. Tot zover het gewest. Daarbovenop krijgen de gemeenschapscommissies ook nog eens 67 miljoen euro, en daarbovenop krijgt Brussel nog 32 miljoen voor de pendelaars, opdat we zouden mogen komen werken! Internationale ambtenaren in de stad? Plus 117 miljoen!

Net dat is het grootste verschil tussen flamingantisme en belgicisme: flamingantisme vraagt niets. Vlamingen vragen eigenlijk weinig van Brussel, behalve dan de correcte behandeling van het geld dat we geven, en het respecteren van de grenzen. Vlaanderen is wel tegen de bestuurscultuur van een gewest dat niet eens kan uitmaken of deze of gene tunnel de bevoegdheid is van het gewest, dan wel van de stad. Het stadsstaatje kan het niet, en moet daarom zeker niet uitgebreid worden ten koste van ons…’

Lees het opiniestuk Rondas laat Brussel los’ in Doorbraak.

We willen bij deze graag nog eens herinneren aan de toespraak van de moedige Frans Crols tijdens de IJzerwake in Steenstrate (2009): Laat Brussel vallen. Leve de Verenigde Nederlanden.

PUB: Debatclub 03.02.2016: De staat van het land

20160203-Debatclub-flyerDe Debatclub nodigt u graag uit op woensdag 3 februari voor een spetterend debat over het thema ‘De staat van het land‘.

Peter De Roover (Volksvertegenwoordiger N-VA) gaat in debat met Barbara Pas (Volksvertegenwoordiger Vlaams Belang). Zij zullen door moderator Lawrence Urbain aan de tand gevoeld worden over dit thema.

U bent hartelijk welkom op woensdag 3 februari om 20u in Hotel De Basiliek (Trooststraat 22, Edegem). Inkom: 5 euro (studenten: 3 euro)

Voorafgaand aan het debat is er de mogelijkheid om vanaf 18 uur deel te nemen aan een receptie met etentje. Zo hebt u de kans om in een aangename omgeving de panelleden en de leden van de stuurgroep van De Debatclub beter te leren kennen. Vooraf inschrijven verplicht: info@debatclub.org – 0498/77 48 71 – 35 euro p.p. over te maken op rekening van de Debatclub: BE20 7350 4124 1556.

Meer duiding over Peter Der Over  Peter De Roover:

11 juli mag geen blank feest zijn

De offers van Peter

Peter Der Over