Duitse Grünen maken van hun toekomstplannen geen geheim

Ze willen met een geliefd traditioneel volkslied (1840) – video hierboven – voorzien van een politiek-Grün-getinte nieuwe tekst met de nodige vermaningen en terechtwijzingen, nog meer kiezers naar hun toekomstige groene dictatuur lokken. Veel kritiek in Duitsland, bij vriend en vijand, die vinden dat ze hiermee in eigen voet schieten. Niemand ontsnapt aan hun perfide plannen. De keuze voor dit oude volkslied is een slag in het gezicht; het zijn net de Grünen (… U herinnert zich “Deutschland verrecke!”?) die heel Duitsland naar hun eigen dictatuurhand willen zetten… schaamteloos!

https://www.welt.de/politik/deutschland/article233328835/Wahlwerbespot-Gruene-dichten-romantisches-Volkslied-von-1840-um.html

Engelenklanken word je nooit moe

Felix Mendelssohn schreef deze mooie muzikale vertolking van psalm 91: “Denn er hat seinen Engeln befohlen”

“Denn er hat seinen Engeln befohlen über dir, dass sie dich behüten auf allen deinen Wegen, dass sie dich auf den Händen tragen und du deinen Fuß nicht an einem Stein stoßest.”

“Want Hij heeft zijn engelen opgedragen je te behoeden overal waar je gaat, je op handen te dragen opdat je je voet niet stoot aan een steen.”

Terugblik: Max Wildiers

Op 17 augustus 1996 overleed in Ekeren op de gezegende leeftijd van 92 jaar, pater, theoloog, bioloog en hoogleraar Max Wildiers die één van de grootste Vlaamse cultuurfilosofen van de afgelopen eeuw is geweest.

Ik heb het voorrecht gehad Wildiers een paar maal te mogen ontmoeten en ik moet toegeven dat deze bescheiden, innemende, eloquente en vooral bijzonder erudiete man behoorlijk wat indruk maakte op de jonge snaak die ik toen nog was…

Max Wildiers had een rusteloze, immer zoekende geest. ‘Spiritus quiescit numquam’ – ‘De Geest Rust Nooit’ was niet geheel toevallig zijn levenscredo. De waarheid was in zijn ogen nooit een verworvenheid maar steeds een – bijna onbereikbaar – streefdoel. Zijn scherpe en kritische geest was wars van ieder dogmatisme en van slaafse kerkelijke gehoorzaamheid.

Dit resulteerde onder meer in het redigeren van het volledige werk van de Jezuïet en paleontoloog Teilhard de Chardin, die een groot deel van zijn leven aan het verzoenen van de evolutieleer met het katholicisme had gewijd of in het zich verdiepen in de biologie waaruit hij afleidde dat naast de biologie ook cultuur aan evolutie onderhevig was.

Net als Teilhard de Chardin beschouwde hij het als zijn opdracht de moderne natuurwetenschappen en geloofswaarden te verenigen.

Wildiers was van veel markten thuis: radicale Vlaamsgezinde, vernieuwende theoloog, kritische cultuurfilosoof, creatieve journalist, dienstvaardige én sterk sociaalvoelende mens. Zijn wetenschappelijk hoog geschatte werk leidde vanaf de jaren zestig tot verscheidene lesopdrachten aan Amerikaanse universiteiten. Ook aan de Leuvense universiteit kreeg Wildiers vanaf 1969 een docentschap.

Het Vlaamse beleid inzake onderwijs, wetenschap, onderzoek en kunst en cultuur volgde hij kritisch, hierbij waarschuwend voor zelfingenomenheid of een al te grote dominantie van technisch-industriële en economische overwegingen.

Hij ontving een aantal belangrijke prijzen voor zijn academische werk. Zo won hij in 1976 de driejaarlijkse Staatsprijs voor het Essay voor zijn studie ‘Wereldbeeld en theologie van de middeleeuwen tot vandaag’. Een cultuurhistorische studie over de invloed van de veranderde kosmologie op het religieuze denken.

Persoonlijk vind ik zijn magnus opus ‘Kosmologie in de Westerse Cultuur’ zijn belangrijkste essay. In 1985 werd hij doctor honoris causa aan de Universiteit Antwerpen en in 1992 aan zijn Leuvense Alma Mater.

En o ja, als cultuurredacteur van “De Standaard” was hij de geestelijke vader van “De Standaard der Letteren” waarvoor hij zelf onder het pseudoniem ‘Scurator’ honderden boekbesprekingen en artikels schreef.

Precies een kwarteeuw geleden ontviel ons deze, in meerdere opzichten merkwaardige en fascinerende man… Benieuwd wie vandaag nog aandacht aan hem zal schenken…

Jan Huijbrechts

Nvdr: Wie geïnteresseerd is, kan hier het gesprek van Joos Florquin met Max Wildiers in het programma “Ten huize van” (1971) lezen.

Een citaat:

U stond ook aktief in de studentenbeweging?   In Antwerpen al. Ik was erbij toen Herman van den Reeck werd neergeschoten in de optocht van elf juli: ik stond er op drie stappen van. In de beweging stonden toen heel wat jongens die later naam hebben gemaakt: Maurice Schuermans, die later waarnemend generaal van de jezuïeten is geworden en in die tijd altijd maar gedichten deklameerde! Verder nog Stan Leurs, d’Haeseleer en anderen. Toen ik in de derde zat ben ik ook beginnen te schrijven, gedichten en artikeltjes. Die verschenen in het blad Storm, dat twee jaar heeft bestaan, en in De student, het blad van dr. Laporta.
[p. 328]

https://nevb.be/wiki/Wildiers,Max(eigenlijk_Norbert_M.)

En nog een citaat:

Als docent in de theologie, eerst aan het seminarium van zijn orde in Izegem (bij Kortrijk), later in Leuven, heeft Wildiers zijn achtergrond niet verloochend. Hij bleef zich inzetten voor de politieke, maatschappelijke en culturele ontvoogding van Vlaanderen en zijn sociale bewogenheid en rechtvaardigheidszin noopten hem er meer dan eens toe zijn stem te verheffen, ook als dat de kerkleiding minder goed uitkwam. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog heeft hij zich met name ingezet voor mensen die hij beschouwde als slachtoffers van de Belgische repressie of zuivering (zijn eigen broer Frans, tijdens de oorlog gouverneur van Antwerpen, zat van 1949 tot 1951 gevangen). In 1950, officieel het Heilige Jaar van de Verzoening, vroeg Wildiers om verzoening ook jegens deze landgenoten en ondanks het feit dat hem van hogerhand (door kardinaal Van Roey) werd toegevoegd ‘Ce n’est pas encore le moment’, bleef hij voor amnestie pleiten. Het werd hem niet in dank afgenomen en eind 1950 werd hij om ‘gezondheidsredenen’ overgeplaatst naar Sint-Job-in-‘t-Goor (bij Antwerpen), waar hij als aalmoezenier aan een klooster verbonden werd. Maar als de kerk had gedacht zo van een lastpost af te zijn, zou nog blijken dat zij zich vergist had.

Uit: https://www.dbnl.org/tekst/_ons003199801_01/_ons003199801_01_0109.php

Een verslag uit Syrië, zonder poco bril

Goede vrienden,

De derde eigenschap van onze menselijke natuur is deze: we zijn gewond door de zonde. We zijn geneigd om dit aspect liever niet onder ogen te zien.

In het midden van vorige eeuw beleefden we een erg invloedrijke beweging die in haar visie op de mens kwaad en zonde had geschrapt: “de humanistische psychologie”. Het ontdekken en leven vanuit eigen gevoelens, zonder rekening te houden met morele waarden, totaal “klantgericht”,  stond hierbij centraal.

De gekende hogepriesters van  deze beweging waren: de Amerikaanse psychotherapeut Carl Rogers ( +1987) de psycholoog van de “niet-directieve” methode, Abraham Maslow (+ 1970) en de profeet van de zelfontplooiing, de marxist Erich Fromm (+ 1980). Het ontdekken van de persoonlijke gevoelens, was voor hen de hoogste norm.

https://youtu.be/lpsgBfoZq2g

En of deze joods-zionistische-vrijmetselaars lobby succes had! Hierbij kwam nog de beroemde kinderarts Benjamin Spock (+ 1998).  Hij leerde moeders hoe ze hun kleine kinderen moesten vrij laten, want “er zit niets kwaads in” en ‘ze zullen het zelf wel leren’. Kruipt uw kind van de stoel op tafel en zet het zijn voet in de pot soep en jij hebt het daar moeilijk mee, dan is dat uw probleem, niet het zijne. Het leek erg aantrekkelijk. Zijn psychologische blunder vloog de volgende jaren de wereld rond met niet minder dan tien miljoen exemplaren! Op het einde van zijn leven moest dr. Spock toegeven dat hij enkele generaties terroristen gekweekt had.(Nvdr: lees in dit verband: How Dr Spock is destroying America (familyministries.com))

En de beweging van de “humanistische psychologie” was zo populair dat predikanten van retraites, bezinningsdagen en kapittels vervangen werden door deskundige psychologen voor “counseling”: zoeken naar eigen gevoelens. Het resultaat was dat sinds de jaren ’70 van vorige eeuw, op een paar decennia tijd de seminaries, de kloosters en de kerken voor ruim de helft leeg liepen.

Ietwat meer aandacht voor het gevoelen was toen misschien wel goed. We hebben een degelijke, verstandelijke  verantwoording nodig van ons  geloof, zoals we vinden in de schitterende “Catechismus van de Katholieke Kerk”. Nochtans hebben we er ook nood aan om een kaarsje aan te steken bij een O.L. Vrouwbeeld, even in stilte te knielen in een kathedraal en ontroerd te worden door orgelspel waarvan de klanken langs het gewelf rollen en heel de gewijde ruimte doen zingen. De humanistische psychologie echter, met haar persoonlijk gevoelsleven zonder God, kwaad of zonde te erkennen, heeft uiteindelijk desastreuze gevolgen voortgebracht. Sommige propagandisten van dit winstgevend bedrijf hebben later toegegeven dat ze eigenlijk zelf wel wisten dat ze met een duivels project bezig waren (1).

De dagelijkse ervaring dwingt ons te erkennen dat er een ontwrichting is in de samenleving, in de wereld en ook in onszelf. Er is na-ijver en geweld, leugen en bedrog, haat en moord. Met ons menselijk verstand begrijpen we dat dit echt kwaad is. Toch kunnen we  pas door de Openbaring begrijpen wat het “mysterie van het kwaad” eigenlijk inhoudt en dat het veel meer is dan sociaal nadelig. De joods-christelijke openbaring  leert ons dat de oorzaak hiervan de zonde is. Het eerste Bijbelboek Genesis maakt ons in hoofdstuk 3 duidelijk dat God voor de mens een heerlijk leven voorzien heeft als een paradijselijk bestaan in gemeenschap met Hem. De mens mag in overvloed eten van alle vruchtbomen, maar moet erkennen dat God zijn Schepper is, die uiteindelijk bepaalt wat goed en kwaad is. De mens is door God geschapen met verstand en vrije wil en wordt nu uitgenodigd eeuwig  leven,  liefde en geluk van Hem dankbaar te ontvangen. De mens laat zich echter verleiden door de sluwe slang, de satan, de duivel, een gevallen engel, die het heilsplan van God met de mens wil vernietigen.  Hij houdt de vrouw leugens en illusies voor en maakt haar wijs dat, wanneer ze in opstand durft te komen tegen God, ze helemaal niet zal sterven maar gelijk worden aan God. De vrouw wordt bekoord van buitenaf en van binnenuit. Ze is niet meer tevreden met het geschapen zijn  naar Gods Beeld en Gelijkenis, ze neemt het verlangen van de duivel over om god zelf te willen zijn. Hierna wordt de man verleidt door de vrouw en ook hij neemt haar verlangen over. In plaats van in overvloed te genieten van de vruchtbomen en blij en nederig in de liefde van God te leven, eet ook hij van de verboden vrucht en grijpt hoogmoedig naar de boom van de kennis van goed en kwaad. Het is zoals ouders die voor hun kinderen een heerlijke speeltuin maken en zeggen dat ze het poortje niet mogen openen om niet op de gevaarlijke verkeersweg te komen terwijl de kinderen wantrouwen voeden en denken dat hun ouders hun eigenlijk het plezier van het leven willen onthouden.

Lees verder

Andreas Scholl zingt “Ombra mai fu”…

… zoals Händel het zich voorgesteld heeft

Georg Friedrich Händel schreef deze openingsaria van de opera Serse (1738) voor de hoofdfiguur Xerses. Het is ook bekend onder de naam “Largo from Xerses”. Het moest gezongen worden door een castraat, niet ongewoon in die tijd.

Ombra mai fu (vert. Nooit was een schaduw) is één der beroemdste melodieën van Händel. Ze wordt frequent in concerten of bij beschouwende momenten bij diverse gelegenheden uitgevoerd. De tekst van de aria beschrijft hoe een plataan plaatsvervangend dienst doet als ontvanger van een liefdesverklaring.

In de periode van de barokmuziek werd castraatzang hogelijk gewaardeerd, onder meer in kerkkoren en opera’s. Maar reeds veel vroeger werden castraten in Europa gesignaleerd. Reeds voor 1600 werkte Orlandus Lassus in München met castraten. De traditie is vooral bekend als Zuid-Europees en meer in het bijzonder Italiaans. Vermoedelijk is ze echter afkomstig uit het Nabije Oosten en kwam ze Europa binnen via Spanje. Ze waren nodig omdat vrouwen niet in het openbaar mochten optreden. Hun rol werd dan ingenomen door castraten. In het protestantse Noord-Europa was castratie van jongens verboden en in de protestantse kerkmuziek speelden castraten geen rol. De praktijk van prepuberale castratie kende een hoogtepunt in de jaren 1720-1740, toen naar schatting ieder jaar ca. 4000 jongens werden gecastreerd. In de late 18e eeuw namen de aantallen sterk af. In Italië werd castratie verboden na de eenwording van het land in 1870. Het Vaticaan maakte nog tot in 1903 gebruik van castraatzangers in kerkkoren. Paus Pius X verbood deze praktijk en verordonneerde dat de hoge stemmen voortaan door jongenssopranen dienden te worden gezongen.(…)

Andreas Scholl is een bekende contratenor. Hij is gespecialiseerd in barokmuziek. Zijn repertoire is te vergelijken met dat van Senesino, een alto-castraat uit de 18e eeuw, die vooral in opera’s van Händel zong. In 2005 was Scholl de eerste contratenor (en de enige Duitser) die werd uitgenodigd om solo te zingen tijdens The Last Night of the Proms in Londen. Lees verder..

https://andreasscholl.org/

George Friedrich Händel valt misschien nog wel het best te typeren als een kosmopoliet. Geboren in Duitsland, leerde hij muziek componeren in Italië, terwijl hij het grootste deel van zijn leven in Engeland woonde. Hij geldt naast Bach, Mozart, Ludwig van Beethoven en Vivaldi als een van de grootte muziekmakers aller tijden. Lees verder…