De laatste swastika in Europa

Finland had het hakenkruis reeds vooraleer het in nazi-Duitsland zijn opgang maakte. Finland heeft het embleem grotendeels verwijderd, hoewel het niet door Duitsland uitgevonden werd. Bekijk de boeddhistische beelden en tempels. Het is een euraziatisch religieus symbool, zo’n 11.000 jaar oud. Het werd in de loop der jaren door talrijke naties en culturen geadopteerd meestal als een gelukssymbool.

Het oudste bekende voorbeeld was een kerving van zo’n 10.000 jaar geleden in een mammoetbeen, gevonden in Oekraïne.

Het woord “swastika”, afkomstig uit het Indische Sanskriet, was heel populair, vooral als logo. Een voorbeeld: het bier Carlsberg in Denemarken. Men ziet ook een gelijkenis met de Baskische cultuur in het begin van de 20ste eeuw. Het was ook het logo van een IJslandse rederij en van een Ierse wasserij. De Letten noemden de swastika het Vuur- of Donderkruis, tevens embleem van hun luchtmacht tot 1940. Polen adopteerde het als een regimentsbadge en Rusland als badges voor de formaties van het Rode Leger die niet actief waren. In G.B. werden spaarzegels met swastika’s uitgegeven tijden WO I en in de 1920- en 1930-er jaren een frequent decoratief element in en op gebouwen….enz… enz…

https://nl.wikipedia.org/wiki/Swastika_(symbool)

Geen ander land (+ vervolg)

“No Other Land” heeft op de Berlinale de prijs voor de beste documentaire gekregen. Niet iedereen was daar gelukkig mee. De makers waren een Israëli en een Palestijn. Applaudisseren mocht, maar enkel en alleen voor de Israëlische regisseur, Yuval Abraham. De Israëli en zijn familie kregen doodsbedreigingen van kolonisten en hij kon zelfs niet naar huis terugkeren. De Duitse media vertaalden hun erfzonde door Abraham van antisemitisme te beschuldigen..

https://weltwoche.ch/daily/berlinale-deutsche-medien-werfen-israeli-antisemitismus-vor-regisseur-yuval-abraham-kritisierte-netanyahus-siedlungspolitik/

https://www.berliner-zeitung.de/kultur-vergnuegen/debatte/berlinale-eklat-antisemitismus-israelischer-regisseur-empoert-ueber-deutsche-politiker-will-eure-schuld-nicht-li.2191773

Wanneer zal Duitsland eindelijk in het reine zijn met het verleden?

+ Hieronder vindt u de documentaire… niet meer. Een onzichtbare hand besliste de film te censureren. YT verklaarde doodleuk: “Deze pagina is niet beschikbaar. Onze excuses daarvoor. Probeer naar iets anders te zoeken.”

Wij kunnen u slechts de inleiding tonen.

K.I. is geen nieuwkomer

In een uitzending van “Umschau”, een DDR-wetenschappelijk programma van 1979 worden onderzoeken naar cybernetica en kunstmatige intelligentie aangekaart. Tijdens een bezoek aan het Instituut voor Cybernetica van de Oekraïense Academie in Kiev, destijds nog deel uitmakend van de Sovjetunie, wordt als een ongeëvenaarde sensatie van de technische vooruitgang een sprekende computer voorgesteld. Directeur Viktor Gluschkow (zie onderaan) verklaart tijdens een vraaggesprek waarom het begrip der intelligentie correct is en wat hij vindt van de onberekenbaarheid der robotten (huidige taal: computers).

“Alles hangt ervan af hoe men het begrip “intelligentie” definieert. Als men met dit begrip ook sociale factoren insluit, m.a.w. factoren die met de verhouding van mensen onder elkaar te maken hebben, dan moeten wij intelligentie als een specifiek menselijke eigenschap beschouwen. Als men echter probeert het begrip ‘intelligentie’ ietwat beperkter te definiëren en velen delen deze opvatting als het vermogen logisch te denken, de wereld om ons heen waar te nemen, deze correct te duiden, nieuwe informatie te verwerven, experimenten uit te voeren, wetenschappelijke theorieën te ontwikkelen en de wereld te verkennen, als men dus deze factoren in het begrip ‘intelligentie’ onderbrengt, dan is er niets wat ons zou kunnen beletten een dergelijke machine te bouwen en deze een intelligentie toe te kennen, zowel vanuit een filosofisch als een praktisch standpunt… Waarom ik hiervan overtuigd ben? De materialistische filosofie, de marxistische wereldvisie maakt duidelijk: er bestaat geen rem op inzichten. Alles is ten slotte mogelijk. Bijgevolg zijn ook de denkprocessen en de wetmatigheden, de wetmatigheden van het creatieve denken mogelijk…. en zijn ze denkbaar, dan zijn ze ook uitvoerbaar….”

Ondertiteling en vertaling via icoontjes onderaan

Victor Mikhailovich Glushkov (Виктор Миха́йлович Глушко́в24 augustus 1923 – 30 januari 1982) was een Sovjet-wiskundige, [1]de grondlegger van de informatietechnologie in de Sovjet-Unie en een van de grondleggers van de Sovjet-Unie.

Hij werd geboren in de Russische SFSR in Rostov aan de Don in de familie van een mijningenieur. Glushkov studeerde in 1948 af aan de Rostov State University en stelde in 1952 oplossingen voor het vijfde probleem van Hilbert en verdedigde hij zijn proefschrift aan de Staatsuniversiteit van Moskou.

In 1956 begon hij met computers en werkte hij in Kiev als directeur van het Computational Center van de Academie van Wetenschappen van Oekraïne. In 1958 werd hij lid van de Communistische Partij. In 1962 richtte Glushkov het beroemde Instituut voor Cybernetiek van de Nationale Academie van Wetenschappen van Oekraïne op en werd de eerste directeur.

Hij leverde een bijdrage aan de theorie van de automaten. Hij en zijn volgelingen (Kapitonova, Letichevskiy en anderen) hebben die theorie met succes toegepast om de bouw van computers te verbeteren. Zijn boek over dat onderwerp “Synthesis of Digital Automata” werd bekend. Daarvoor ontving hij in 1964 de Leninprijs en verkozen tot lid van de Academie van Wetenschappen van de Sovjet-Unie.

Meer: https://en.wikipedia.org/wiki/Victor_Glushkov

Zoekt U iets?

De Bredabaan (Merksem) heeft het niet meer!

Filip Dewinter bond de kat de bel aan. De Bredabaan verkommert in snel tempo, zoals talrijke winkelstraten waarin de Vlaming zich niet meer thuis voelt.

“Dit is een winkelstraat in verval”, zegt Filip Dewinter (https://www.gva.be/cnt/dmf20240301_95886939)

We herinneren ons de Bredabaan als dé winkelstraat met een uitgebreid winkelaanbod, café’s, eetgelegenheden en een populaire markt om de hoek. In onderstaande video kan u onze herinneringen vanaf 09′ delen.

“Het winkelcentrum Bredabaan (1 km) is het veelzijdigste van alle randgemeenten. Zoekt U iets? De Bredabaan heeft het.” – verneemt u in de film.

Het andere klokje: “Eén jaar Ruslandfobie”

Wie het interview van Tucker Carlson met de Russische president Poetin bekeken heeft, zal veel herkennen in de uiteenzetting van mevrouw Marie Thérèse ter Haar. Het is altijd nuttig eens te luisteren naar de tegenpartij.

In de nasleep van de ineenstorting van de USSR was samenwerking tussen Rusland en het Westen een streven. Echter, gedurende de afgelopen 20 jaar is de westerse politiek en berichtgeving over Rusland vrijwel altijd negatief geweest. Hoewel het terecht is om kritiek op een land te uiten, kan overmatige kritiek zich tegen ons keren. Deze video werpt licht op slechts één jaar van de Ruslandfobie.

Wie is Marie Thérèse ter Haar? Klik op: https://www.ruslandacademie.nl/marie-therese-ter-haar/

Mocht u het Tucker Carlson / Poetin interview – met een behoorlijke brok geschiedenis – (nog) eens willen bekijken:

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede Vrienden,

De zesde eigenschap van ons mens-zijn is de  gave van zichzelf. De mens vindt zijn hoogste ontplooiing in het geven van zichzelf, in vrijheid en liefde voor anderen. We leiden dit af van het feit dat we geschapen zijn naar Gods Beeld en Gelijkenis.  Jezus heeft ons een God geopenbaard die Drie in Eén is, een gemeenschap, een familie, een stroom van gevende en ontvangende liefde. De Vader geeft en deze gave is de Zoon. De Zoon “ver-geeft”, in de zin van bovenop geven, ook nog wanneer men gekwetst of afgewezen wordt. En  de wederzijdse stroom van liefdevolle gave van zichzelf tussen Vader en Zoon is de heilige Geest. Welnu, naar het beeld van deze God zijn wij geschapen.

De “inwoning” van deze God dragen wij allen en voor altijd in ons wezen mee. Zo is de gave van onszelf ook voor ons een wezenskenmerk. Al lijkt het tegenstrijdig, we worden onszelf door onszelf te overstijgen. We bereiken onze diepste ontplooiing door ons zelf te geven. Jezus zegt het zo: “Want wie zijn leven wil redden zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest omwille van Mij en het Evangelie, zal het redden” (Marcus 8, 35). Het Tweede Vaticaans Concilie spreekt over een gelijkenis tussen de goddelijke personen en ons. “Deze gelijkheid wijst er op, dat de mens, die op aarde het enige schepsel is dat om zichzelf door God is gewild, zichzelf alleen volledig kan vinden in de oprechte gave van zichzelf” (Gaudium et spes, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van deze tijd, nr. 24). Planten en dieren kunnen gebruikt worden voor een ander doel, nl. om de mens te dienen of te voeden. Een mens mag niet als middel gebruikt worden voor iets of iemand anders. Wordt een mens verzorgd, dan moet dit gebeuren voor hemzelf en niet om de wetenschap of een ander te dienen.  Je mag een nier afstaan om het leven van uw broer te redden, maar dan moet het wel uw eigen vrije keuze zijn. Zelf komt de mens pas tot algehele ontplooiing door zichzelf te geven.

In de huidige openbare opinie is er nagenoeg geen aandacht voor “het geven van zichzelf”. Onze tijd hecht veel waarde aan “assertiviteit”, het opkomen voor eigen rechten, de zelfbeschikking, de zelfontplooiing, eigen gevoelens koesteren, het onbeperkt nastreven van genot en plezier,  het doorbreken van taboes … Mogelijk bevatte deze stroming in oorsprong enige gerechtvaardigde reactie op een te grote miskenning van eigen gevoelens en eigen aard.  In zijn huidige trend is deze levensstijl van onbeperkte eigen zelfontplooiing evenwel in feite zelfvernietigend, vooral op moreel gebied. Enkele seksuologen en een “Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid” zijn hiervan een duidelijk voorbeeld. Alle schroom en gezonde schaamte willen ze afbreken. Zij ijveren zogenaamd voor preventie van seksuele overdraagbare ziektes maar in feite zijn ze gericht op het afbreken van zogenaamde taboes en zijn geobsedeerd door het vluchtig genot van “plezante seks”. Uiteindelijk is hun strijd gericht tegen de katholieke moraal. En die willen ze de kinderen op zo jong mogelijke leeftijd ontnemen om hen een seksuele opvoeding op te dringen waarvoor ze nog niet rijp zijn.  Met seksuele organen van man en vrouw in plastiek willen ze aanschouwelijk aantonen op welke wijze het meeste “plezier” te vergaren valt, waar de gevoelige plekken liggen… Op geen enkel ogenblik is er enige aandacht voor opvoeding tot het ware, diepere menselijke geluk en verantwoordelijkheid.  Het gaat enkel om de biologische, technische, vluchtige beleving van seksueel genot.

Een mens die even nuchter nadenkt begrijpt onmiddellijk dat men hiermee kinderen én volwassenen in een verslaving duwt die hen voor de rest van hun leven naar de  psychiatrie of de depressie kan leiden. Ouders die protesteren tegen dergelijke opgedrongen, vroegtijdige seksopvoeding aan hun kinderen, krijgen dan te horen dat het allemaal verantwoord is omdat het op zogenaamd deskundige wijze gebeurt onder leiding van het “Vlaamse expertisecentrum”! Wat een waanzin. Het is een soort zelfmoord met deskundige assistentie. Wie zal het gelukkigste zijn: een jongen die alleen maar geleerd heeft op veilige wijze vluchtig plezier te zoeken bij een meisje of een jongen die geleerd heeft zichzelf te beheersen en zich met al zijn gaven voor een ander belangeloos in te zetten? Welke vader zal het gelukkigste zijn: hij die alle trucjes kent van seksueel genot of hij die werkt en zich iedere dag inzet om een vrouw en kinderen te onderhouden die van hem houden en waarvan hij houdt?

Het diepe en blijvende menselijk geluk is veel meer dan vluchtig seksueel plezier. De muffe bekrompenheid van sommige “seksuologen” en van een “expertisecentrum voor seksuele gezondheid” is in feite een bewuste, criminele opvoeding tot zelfvernietiging. Ze is vernietigend voor het diepere, blijvende  menselijk geluk, omdat zij het “geven van zichzelf” als wezenskenmerk voor een gelukkig mens zijn totaal negeert. Ook in het huwelijk is de seksuele éénwording slechts een middel, het doel is de liefdevolle geestelijke éénwording door de wederzijdse gave van zichzelf. Wanneer het middel als doel wordt nagestreefd, ontstaat er diepe ontgoocheling en frustratie, bron van zoveel onderling geweld. Blijkbaar lijden velen hieronder en belemmeren hun algehele geestelijke gezondheid  zonder het zelf te beseffen. En zal een echtpaar dat meer liefdevol, geestelijk één is, ook niet gelukkiger zijn met hun lichamelijke éénwording?

De wijze waarop Jezus zijn leven gegeven heeft tot op het kruis blijft, hoe dan ook, voor ieder mens en voor iedere levensstaat het hoogste voorbeeld en de bron. De Poolse priester Maximilaan Kolbe (+ 1941) zag in het concentratiekamp hoe een vader van een groot gezin willekeurig  tot de hongerdood werd veroordeeld en bitter weende.  Hij bood zichzelf aan om in zijn plaats te sterven, wat aanvaard werd. De blik van deze martelaar was blijkbaar zo zuiver en sterk dat zijn beulen hem niet eens konden verdragen. De huisvader overleefde het concentratiekamp. De daad van “gave van zichzelf” was voor pater Kolbe de bekroning van een heel leven van zelf vergeten liefde, waardoor God  wonderen kon verrichten in zijn leven. Hij heeft o.a. de grootste Japanse uitgeverij geleid, zonder één cent te bezitten en zonder de taal te kennen, alleen om het Onbevlekt Hart van Maria te eren!

De diepste roeping van ieder mens, in welke levensstaat hij of zij ook leeft, ligt in deze gave van zichzelf. De mens is als zijn oog, aldus Viktor Frankl. Een oog dat zichzelf ziet is ziek. Ons oog dient om anderen te zien. Zo komt ook een mens maar tot zijn diepste zelfontplooing door zijn dienstbaarheid aan anderen.

P. Daniel, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 2.2.24

P.S. Het boek van prof Timothy Devos, dat we vorige week aanhaalden is vertaald: Euthanasie, een ander verhaal. Ervaringen en reflecties van zorg- verleners, Pelckmans.

Flitsen

In de oosterse liturgie is de voorbereiding  op de grote vasten al begonnen. Na de korte cyclus van de Menswording (rond de Geboorte van Christus) volgt de lange cyclus van de Verlossing (met Pasen). In de oude Latijnse liturgie was dit de zondag van “Septuagesima”, gevolgd door de zondag van Sexagesima en Quinquagesima, nl. de 70e, 60e en 50e dag  voor Pasen. Het zijn meer symbolische benamingen, verwijzend naar de 70 jaar slavernij van het joodse volk in Babylon (in feite de 63e, 56e en 49e dag  voor Pasen). In de oosterse liturgie werd deze zondag het Evangelie van de verloren zoon gelezen als oproep tot bekering, nadat de zondag daarvoor het Evangelie van de farizeeër en de tollenaar gelezen is als uitnodiging tot een houding van nederigheid.

We vieren op 2 februari de feestelijke byzantijnse liturgie van “O.L. Vrouw Lichtmis” of de “Opdracht van de Heer” in de tempel, dat de kerstkring definitief afsluit. Dit feest  is oorspronkelijk “de zuivering” van Maria, die haar Eerstgeborene ter wereld bracht (volgens Exodus 13, 2 en Leviticus 12, 6).

Hoewel noch Maria noch Jezus deze zuivering 40 dagen na de geboorte nodig hebben, willen zij onder de Wet staan om deze tot vervulling te brengen.  Dit feest wordt hier “hypapante” of “ontmoeting” genoemd. Het is de ontmoeting van de Heer Jezus met zijn volk, de ontmoeting van het N.T. met het O.T. of van het Evangelie met de Thora. Het is ook zijn manifestatie. Simeon wordt op oosterse iconen voorgesteld als profeet en priester. Hij zegent het gezin. Hij voorspelt Jezus als het licht voor de volkeren en de grote rol die Maria door haar lijden zal innemen in het verlossingswerk. Ook in het oosten is dit “feest van de Heer” een belangrijk “Mariafeest”. “Vandaag is de Heilige Maagd, hoger en heiliger dan het Heiligdom, de tempel binnen gegaan om aan de wereld Hem te tonen die de Wet heeft gegeven en voltooid” (Grote Vespers). Vanaf de 4e eeuw verspreidde dit feest zich al vanuit Jeruzalem over heel de Kerk. In de Latijnse kerk bleef de oude kaarsjesprocessie bewaard.

Lees verder

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Met onze verontschuldigingen voor de laattijdige publicatie te wijten aan een softwarefout in een pc-programma.

Goede Vrienden,

Lijden en sterven zijn de grootste en meest gevreesde gevaren in ons leven. Ze gaan tevens in tegen ons diepste verlangen naar volmaakt geluk en eeuwig leven in God. Ze zijn het gevolg van de  vrije keuze van het eerste mensenpaar dat de gemeenschap met God hoogmoedig heeft afgewezen. Allen hebben wij dit beperkte leven  geërfd. Jezus Christus heeft door zijn menswording, lijden, dood en verrijzen echter de zonde en de dood overwonnen. Aan deze overwinning kunnen wij deelnemen door uiteindelijk met Hem in liefde en vrijheid te lijden en te sterven, terwijl we ondertussen toch al het mogelijke doen om het lijden te verminderen en te verzachten. Zo nemen we deel aan het Pasen van Christus en de overgang van dit aardse leven naar het eeuwige leven in God. Dat is de vijfde wezenlijke eigenschap van ons mens zijn. Door ons lijden en sterven met Christus te beleven worden we omgevormd in de verrezen Heer, die de icoon van de Vader is. Zo kunnen we terug de “gelijkenis Gods” verkrijgen, waartoe we geschapen werden.  

De moderne geneeskunde  beschikt over alle mogelijkheden om stervenden daarbij op goede wijze te helpen. Uiteraard vraagt dit een andere mentaliteit dan onze huidige doodscultuur, zowel van de dokters en verplegers als van de familie van de stervende zelf. En er zijn er die zich daarvoor in deze geest met een aanstekelijke overtuiging inzetten zonder te vluchten in de huidige, dodende euthanasiepraktijk (1). Ziehier enkele van hun ervaringen.  Zij beseffen dat ieder mens uiteindelijk in het diepst van zijn wezen een religieuze  honger heeft: “Wat wij er ook van denken, we dragen allen een zaadje van de eeuwigheid in ons” (a.w. blz. 171-172). Ze willen eerst duidelijk afrekenen met de huidige euthanasiepraktijk en laten ons de  duistere keerzijde ervan zien door enkele voorbeelden te geven. “Wie lijdt wil begeleidt worden, zelfs al wil hij sterven” (a.w., blz. 81). Een dokteres maakte zich al vroeg vertrouwd met de euthanasiepraktijk maar telkens ze euthanasie pleegde was ze drie dagen ziek (a.w., blz. 21). Een dokter die euthanasie pleegt, bekent met tranen in de ogen dat hij ’s nachts soms met angstzweet wakker wordt en voor zich het gelaat ziet van hen die hij het fatale spuitje gaf (a.w. blz. 193). En hoe macaber kan de  sfeer zijn bij euthanasie. Er is inderdaad een  enorm verschil tussen  het doden van iemand en iemand zijn/haar “goede dood” gunnen. “Na euthanasie is er een ijzige stilte op de dienst” (a.w. blz. 184).

Deze gewetensvolle verzorgers bieden weerstand aan euthanasie en nemen hun volle verantwoordelijkheid door iets veel beters aan te bieden: palliatieve zorgen. Zij willen dat er geïnvesteerd wordt in kwaliteitszorg (a.w. blz. 105). Zij maken duidelijk dat ze de patiënt nabij zullen blijven tot het einde, dat zijn/haar leven waardevol blijft, dat zij daarbij veel lijden kunnen verzachten en alle onderliggende zorgen willen ter harte nemen (a.w. blz. 26 en vv). “Hoe natuurlijker het sterven, hoe natuurlijker ook het rouwproces zal zijn” (a.w. blz. 43).  De palliatieve zorgen zijn er geenszins  op gericht om het leven te  verkorten of te verlengen maar het is een manier om waardig en menselijk te leven tot het einde  toe. Zij zien het als hun taak, hoop te  geven en het leven te beschermen ook  van hen die euthanasie vragen. Het zijn vooral de resultaten van deze levenshouding die zo indrukwekkend zijn. Een patiënt vraagt euthanasie maar krijgt in de plaats daarvan uitgebreide palliatieve zorgen en leeft nog drie jaar. Hij zegt dat hij maar wat blij is dat ze destijds op zijn vraag naar euthanasie niet zijn ingegaan (a.w., blz. 29). Een dame van  50 jaar, die 32 medicamenten per dag neemt en 4 zelfmoordpogingen heeft ondernomen eist, gesteund door haar man, euthanasie. Ze krijgt daarentegen de nodige palliatieve zorgen. Na aanvankelijk heftig protest aanvaarden ze wat hen wordt aangeboden. Uiteindelijk sterft de vrouw vredevol in de armen van haar man. Een week later komt de man de dokter bedanken met een doos pralines en vraagt hem of, als zijn tijd gekomen is, hij ook op deze wijze mag begeleid worden. Deze derde weg van palliatieve zorgen omvat tevens palliatieve sedatie, die het bewustzijn vermindert en de pijn verlicht. Deze sedatie wordt telkens opnieuw op punt gesteld en is meestal van voorbijgaande aard. Zij is geenszins gericht op de verkorting van het leven. Zowel palliatieve zorgen als palliatieve sedatie zijn onverenigbaar met euthanasie.

De tijd zowel van de therapeutische hardnekkigheid als van de euthanasie is eigenlijk al voorbij. Beide zijn ongeschikte, verouderde en mensonwaardige oplossingen voor stervenden en ongeneeslijk zieken. Het aangehaalde boek toont met veel praktische voorbeelden een veel betere weg: palliatieve zorgen. Dokters uit vorige eeuwen hadden niet de middelen waarover de moderne geneeskunde beschikt, maar zij waren in staat om stervenden te begeleiden tot het einde toe. Met de enorme toename van medisch-technische mogelijkheden dreigt deze noodzakelijke begeleiding en dit attentvol nabij zijn  verloren te gaan. We mogen de wijsheid uit het verleden niet minachten maar combineren met de huidige goede mogelijkheden.

Ziehier een voorbeeld van  palliatieve zorg, ruimschoots voordat de uitdrukking werd uitgevonden. Tot enkele decennia geleden vond dit nog plaats in vele Vlaamse gezinnen. Vijf jaar voor haar sterven kreeg de moeder van een groot gezin een hersenbloeding en werd half verlamd. Aanvankelijk kwamen deskundige verplegers haar thuis verzorgen en oefeningen geven, maar zij was er niet gelukkig mee. Vader, die een stoere bouwvakker was, besloot resoluut zelf voor moeder te zorgen. Op de kortste tijd werd hij met de hulp  van de oudste dochter een attentvolle verpleger. Hij zorgde voor alles, voor het aan- en uitkleden, voor de hygiëne, het eten en reed haar rond in de rolstoel. En zij was er heel blij mee. Nochtans was het enige wat ze nog kon, haar negen kinderen, een kruisje geven op het voorhoofd en met haar hand even hun wang strelen. Ze is thuis gestorven omringd door vader en al haar kinderen. Onmiddellijk na haar sterven zette de oudste dochter het lied in dat moeder graag zong: “Als moeder zong was heel het huis in vreugde...”.

Al blijven lijden en sterven voor ons grote mysteries, ze kunnen wel degelijk een diepe betekenis hebben. Vanuit het christelijk geloof begrijpen we dat ze noodzakelijk zijn voor onze omvorming in de  verrezen Christus.       

P. Daniel, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 26.1.24

  • Timothy DEVOS e.a., Euthanasie, l’envers du décor. Réflexions et expériences de soignants, Préfaces de Jacques Ricot et de Herman De Dijn, Editions Mols, juni 2019).

Flitsen

De wekelijkse woestijndag wordt door iedereen erg gewaardeerd. Het is een a-liturgische dag en er zijn geen gezamenlijks samenkomsten. We begonnen hiermee op maandag. Vemits dit echter een gewone werkdag is, hebben we nu voor de vrijdag gekozen omdat er dan geen arbeiders zijn.

Lees verder

Poolse kwakkelvriendschap: Volyn is nog lang niet vergeten

Hoewel Polen steeds weer bevestigt dat het de “Oekraïense vrienden” op elke denkbare wijze wil ondersteunen, ziet de waarheid er toch ietwat anders uit. Polen en de Oekraïense nationalisten haten zich als de pest. Tegen het einde van WOII hebben ze elkaar in grote getale vermoord. Oekraïne heeft zelfs tegen het einde van deze oorlog nog ca. 60.000 Polen gedood. Sommige bronnen spreken over 100.000…) En dat heeft men in Polen nog lang niet vergeten. In juli 2016 besliste het Poolse parlement de gebeurtenissen van 1943 in Volyn een genocide te noemen.

Voor Polen telt momenteel slechts dat de haat t.o.v. Rusland groter is dan deze t.o.v. Oekraïne. Sinds weken blokkeren Poolse vrachtwagens de grens met Oekraïne omdat de Poolse boeren zich door de massale importvrachten uit Oekraïne in hun bestaan bedreigd voelen. In Polen worden Oekraïners ook niet zoals hier in de watten gelegd. Maar het verblijf in Polen is voor Oekraïners gemakkelijker omwille van de nabijheid en de taal. Men kan elkaar ook zonder taalkennis begrijpen.

Nu Oekraïne stilaan kampt met een tekort aan soldaten, treedt het Oekaïense leger / politie in actie. In Polen circuleren er al beelden van Oekraïense militaire voertuigen die Oekraïners in Polen oppikken om hen naar het front te sturen. Polen laat betijen. En doet meer. Bij ons hoort men niet dat Polen geen Oekraïense mannen meer toelaat. Ze worden met hun auto”s aan de grens afgewezen. Hier en daar zal een uitzondering – voorzien van het nodige smeergeld – nog wel kunnen, maar in het algemeen is het voor Oekraïners moeilijk en quasi onmogelijk nog naar Polen te trekken.

Een geschiedkundige terugblik kan u hieronder bekijken. Op 5’10” van de tijdlijn komt WOII aan bod:

Er werd over de gebeurtenissen in Volyn een film gedraaid. Onderaan verschijnt een Engelse vertaling.