Een verslag uit Syrië, zonder poco bril

Goede Vrienden,

Deze week, op  15 maart, was het precies 10 jaar geleden dat de oorlog tegen Syrië losbarstte.  Natuurlijk waren  samenleving en  regering toen niet volmaakt. Het volk leefde echter in een grote welvaart en rust. Het bracht 20 % meer voedsel voort dan het zelf nodig had, het maakte zijn eigen medicamenten, die het ook uitvoerde, het had vruchtbare  landbouwgronden, rijke olie- en gasbronnen, universiteiten en ziekenhuizen van de  staat waren gratis, tien (platte) broden kostten 0,10 €, 50 Syrische Pond was 1 dollar waard, stelen en baldadigheden waren nagenoeg onbekend, de deuren van de huizen hoefden niet op slot, de verschillende groepen van geloof en etnische afkomst leefden in een grote harmonie samen en de Syriërs beschouwden elkaar als broeders en zusters van eenzelfde familie. Je zag een flink gesluierde moslimvrouw vriendschappelijk naast een vrouw, in de nieuwste westerse mode. Syrië was een model van een lekenstaat.

Nvdr: getuigenis van een vrouw uit Aleppo:

getuigenis over het vroegere, simpele, onbekommerde leven én de huidige miserie omwille van de sancties

Inmiddels werden minstens 400.000 mensen gedood en wie telt de gehandicapten en de weeskinderen? Ongeveer 8 miljoen Syriërs zijn vluchteling in eigen land. ‘n 5 miljoen zochten onderkomen in naburige landen, ’n miljoen Syriërs trok naar Europa of elders. De meeste ziekenhuizen en scholen zijn door terroristen verwoest en zijn inmiddels grotendeels al heropend. In Syrië leeft meer dan de helft flink onder de armoedegrens.  In streken zoals hier in Qalamoun hebben velen nog een stuk landbouwgrond om wat voedsel te telen. In steden zoals Damascus kun je mensen zien onkruid verzamelen om te koken. En de inflatie is verschrikkelijk. Ruim een jaar geleden was 1 dollar 1000 SP waard. Nu moet je al 4700 SP neertellen voor 1 dollar! Omdat de lonen helemaal niet in verhouding gestegen zijn, is het voor gewone mensen nagenoeg onmogelijk het gewone levensnoodzakelijke te kopen. En het zal nog erger worden.

Barones Caroline Cox stuurde een brief, ondertekend door tachtig andere gezaghebbende personen, naar Brits premier Boris Johnson met het dringende verzoek de economische sancties op te heffen.

Het westen blijft zijn cynische houding opvoeren om een opstand tegen de regering en de president uit te lokken.  De Syriërs zelf weten echter maar al goed wie hen beschermt en wie hen vermoordt, waardoor president en leger steeds meer gewaardeerd worden. Het abnormaal hoge aantal gesneuvelde soldaten in deze oorlog wordt terecht als helden en martelaars geëerd. Onze politici en media blijven hun laffe of blinde haat (of beiden) uitspuwen tegen Syrië zoals blijkt uit het recente artikel van onze VRT website over ”10 jaar oorlog in Syrië”, waarin  je de oude monsterleugens nog eens terugvindt: een ongewapende volksopstand, bloedig onderdrukt door “het regime”, een president die zijn volk vermoordt met bomvaten en gifgas, het Vrije Syrische Leger dat vecht voor het volk…In werkelijkheid begon het met moordcommando’s door het westen georganiseerd, de slachtoffers waren ook allemaal soldaten en veiligheidsmensen, het zogenaamde vrije Syrisch leger was geen leger, noch Syrisch, noch vrij, maar een bende door het westen gevormde terroristen. Van de jongeren, die opgepakt en gemarteld werden, waarmee alles zogenaamd  begon, is nooit enig spoor gevonden. Het verhaal werd door Al Jazeera later uitgevonden en verspreid.

Ondertiteling, vertaling via icoontjes onderaan.

Er zijn waarheidsgetrouwe verslagen, maar niet in de gewone media, die de gruwel tegen Syrië blijven goedkeuren en de wapenindustrie steunen. De Vlaamse journalist Willy Van Damme blijft onvermoeibaar de leugens ontmaskeren: vrt-en-vranckx-propagandazender-voor-al-qaeda/; dr. Nabil Antaki doet met de ‘Maristes Bleus’ schitterend werk in Aleppo:   – Il y a 10 ans jour pour jour… ; de Canadese onafhankelijke journaliste en activiste geeft tot mijn blijde verrassing ook mijn getuigenis: It’s 10 years since the war in Syria began, and Western media & pundits are still eager to keep it going Bruno Guigue schreef dit schitterend artikel: Fichez la paix à la Syrie !

Kairos: A Proof for God

Al koken we van binnen omwille van zoveel westers onrecht, verpakt in de grootste huichelarij, we willen ons geestelijk evenwicht niet verliezen en leven in het kairos van God, “de gunstige gelegenheid” om Hem en de mensen lief te hebben. We bereiden ons voor op een algemene hongersnood. De hulpverlening over heel Syrië, gesteund door vele NGO’s en vrienden gaat onverminderd verder.

Zwaarst getroffen zijn de Libanese christenen. In de jaren 70 van vorige eeuw kwam Kissinger al vertellen dat de christenen moesten verhuizen of ze zouden uitgeroeid worden. Daarop werd het overwegend christelijke Libanon een overwegend soennitisch land, maar het hart bleef christelijk. Nu worden soennieten rijkelijk gesteund om zoveel mogelijk de huizen van de christenen op te kopen en de christenen te verdrijven.

We trachten er alles aan te doen opdat ze kunnen blijven met een grote school in Sarba, landbouwgrond, 2 medische centra (Son of Man – te volgen op facebook), 1 “hospitainer” (een volmaakt mobiel ziekenhuis), 2 ambulances met het nodige medisch personeel, alles gratis en deskundig gecoördineerd door moeder Agnes-Mariam. Dagelijks worden duizenden christenen van maaltijden en voedsel voorzien en 150 huizen zijn reeds gerestaureerd. (We gaven eerder al een rapport over onze werking in Libanon: XVI/4, vrijdag 22 januari 2021).

Nvdr: Stille getuigen van de eeuwenoude christelijke aanwezigheid in Libanon:

Aangespoord door de gulheid van mensen die onze rekening in België blijven steunen, wordt nu een nieuw initiatief genomen, te beginnen in Qâra zelf, op voorstel van de  verantwoordelijken voor de hulpverlening.   Gezinnen met jongens kunnen zich dikwijls nog uit de slag trekken omdat de jongens zich nog gemakkelijk ergens kunnen inzetten. Voor meisjes is dit veel moeilijker. Zij zouden graag een (gratis) vorming of opleiding in Damascus of Homs volgen maar hebben gewoon het geld niet voor het vervoer. Nu wordt aan deze gezinnen 10 €  gegeven voor het vervoer. Dat is voor hen een groot bedrag, waarmee die meisjes dolgelukkig een opleiding kunnen volgen in Damascus of Homs.

*******

Na enkele Flashes uit de gemeenschap, willen we antwoorden op de huidige commotie: De kloof tussen leer en leven in de Katholieke Kerk wordt steeds groter (dergelijk geluid wordt in onze media helaasnauwelijks geduld), waarna “Woestijn Wijsheid: over verdriet (9)”. In En dit nog krijg je een overvloed aan goede info over de laffe oorlog tegen het onschuldige Syrische volk, corona en de wereld.  

P. Daniel     

Flashes

De vierde zondag van de veertigdagentijd in de byzantijnse liturgie is gewijd aan de hl. Johannes Climacus, een geëerde asceet en abt van het klooster van de Sinaï, in de zesde eeuw. Naar aanleiding van de droom van Jakob in Betel met de ladder naar de hemel (Genesis 28, 10-22), schreef hij de “klimax” (Grieks voor ladder), de Scala Paradisi, de Paradijsladder, die heel populair werd. Hij schreef dit alles vanuit persoonlijke ervaring en gebed. Het is een volledige verhandeling over het geestelijke leven voor de monnik, vanaf de verzaking aan de wereld tot de volmaaktheid van de liefde. Het is een opgang naar God in 30 stappen, die in de kloosters tijdens de vasten gelezen werden. Het eerste deel handelt over de overgang van de breuk met de wereld naar het “kindschap” van God. Het tweede deel beschrijft de strijd tegen de hartstochten, die wel goed zijn in zich, maar moeten gezuiverd worden. Het derde deel beschrijft de volmaaktheid in geloof, hoop en liefde, die leidt tot de innerlijke rust en vrede van de ziel (de “hysechia”). Boven op de ladder staat God de monnik op te wachten. Enkele jaren voor zijn dood trok de hl. Johannes Climacus zich terug in een kluizenaarsleven. Heel zijn leven verliep tussen de Tabor en Sinaï. (Paus Benedictus XVI wijdde hieraan een boeiende catechese, 11 februari 2009). Nu de hele mensenfamilie in “quarantaine”  gedwongen wordt, is deze Paradijsladder een geschikte handleiding.

De Latijnse liturgie sluit hier goed bij aan. De boodschap van de lezingen van de Eucharistie van deze zondag is: uit de diepste ellende, waarin we ons zelf gestort hebben door ons af te keren van God, worden we gered door de Liefde van God en de Kruisdood van Jezus. De eerste lezing (2 Kronieken 36, 14…23) voert ons naar de trieste tijd van de ballingschap “in Babylon” (6e eeuw vóór Christus). De profeet Jeremia had het volk verwittigd dat hun ontrouw jegens God zware gevolgen zou hebben. Dat het volk God “vergeet” is geen kwestie van dementie zoals bij bejaarden. De man die de verjaardag van zijn vrouw en al wat haar dierbaar is “vergeet”, heeft haar al lang in zijn hart verworpen. Dit blijft niet ongestraft.  Nu gaan de voorspellingen van de profeet Jeremia in vervulling, met drie ballingschappen achter elkaar, 70 jaar lang. De tussenpsalm 137 gaat over de vloek van de ballingschap. Beter is het dat de rechterhand verlamt (waarmee men citer speelt om God te prijzen) en de tong verstomt (waarmee men God looft) dan God te “vergeten”! Israël moet het volk van de “herinnering” zijn. De ballingschap eindigt met de Perzische overheersing van koning Cyrus. Voor heel de mensheid  zal God zelf redding brengen en ons opnieuw de kans geven in gemeenschap met Hem gelukkig te zijn. Wie van harte gelooft in Jezus, die uit liefde voor ons stierf op het Kruis, wordt gered. Zo kunnen we leven in de waarheid en het licht.

Hoog bezoek

Zondagavond kwamen moeder Agnes-Mariam en zr Carmel toe uit Libanon en maandagmorgen arriveerden onze bisschop en 2 ridders van Malta uit Hongarije, die ons vijf jaar geleden al bezocht hebben. Zij zijn voor ons en Syrië trouwe partners in de hulpverlening. Daarvoor kregen ze ook van de bisschop de bijzondere onderscheiding van het Kruis van Jeruzalem. Met moeder Agnes-Mariam werden gans het terrein en alle gebouwen grondig geïnspecteerd, samen met de ingenieurs abou Georges en Ibrahim.

Vandaag vierden we feestelijk het hoogfeest van de heilige Jozef.

De kloof tussen leer en leven in de Katholieke Kerk wordt steeds groter.

Bepaalde gebeurtenissen en verklaringen vooral in verband met seksualiteit en huwelijk schijnen te wijzen op een sluimerend schisma in de Kerk.

Een origineel getuigenis en een hervorming

Paus Johannes-Paulus II heeft ons zijn  beroemde catecheses gegeven over de “Theologie van het Lichaam” (1979-1984). Hiermee handelde hij op originele wijze over de waardigheid van de menselijke persoon, het menselijk lichaam, het huwelijk, de seksualiteit én de maagdelijkheid. Hiermee wilde hij uitdrukkelijk de visie van Paulus VI in zijn encycliek Humanae vitae (1968) bevestigen. De Amerikaanse politiek-sociale activist Georges Wiegel ziet hierin “een keerpunt, niet alleen in de katholieke theologie maar in de geschiedenis van het moderne denken”. In 1981 werd hiervoor het Pauselijk Theologisch Instituut Johannes Paulus II voor  huwelijk en familiale wetenschappen opgericht (John Paul II Institute for Marriage and Family) onder de  bezielende leiding van kardinaal Carlo Caffarra (+ 2017). In verschillende landen werden later in dezelfde zin instituten opgericht.  Kardinaal Caffarra was een van de vier kardinalen die na de encycliek Amoris laetitia (Franciscus, 2016) enkele “bedenkingen” (dubia) over bepaalde uitspraken van Franciscus in deze encycliek met hem wilde bespreken, maar hij kreeg hiertoe niet de kans. Franciscus wil meer soepelheid jegens gehuwden in “onregelmatige situaties” met de nodige weerslag op de houding tegenover abortus en homohuwelijken. Hij wenste het instituut te “her stichten” en liet nieuwe statuten opstellen. In 2016 heeft hij kardinaal Caffarra ontslagen en vervangen door Mgr. Pierangelo Sequelli met de opdracht meer aan te sluiten bij de concrete werkelijkheid vanuit de sociologische wetenschappen. Vele studenten van het instituut vonden niet meer het enthousiasme voor de kerkelijke leer en verdwenen. In 2019 benoemde Franciscus  aartsbisschop Vincenzo Paglia als groot kanselier van het instituut en alle professoren werden ontslagen en vervangen. Mgr. Paglia is een bekende voorvechter van de rechten  van de homohuwelijken. In zijn voormalige kathedraal van Terni (Umbrië, Italië) heeft hij een grote muurschildering laten aanbrengen van een verrezen Christus die in twee netten half of helemaal naakte homoseksuelen, transseksuelen, prostitués mede ten hemel voert. Met de komst van Mgr. Paglia verloren vele cursussen 90 % van de studenten en sommige cursussen werden helemaal geschrapt bij gebrek aan belangstelling. En nu wordt Mgr. Philippe Bordeyne tot president van het instituut benoemd om opnieuw studenten aan te trekken. Deze was tot heden rector van het Institut catholique de Paris, vurige pleitbezorger van Amoris laetitia, tegenstander van Humanae vitae, als expert uitgenodigd op de synode van het gezin in 2015 en op de synode over de jongeren in 2018 alsook schrijver van “Divorcés remariés: ce qui change avec François” (Salvator, 2017). Hij pleit voor een re-integratie van  gescheiden hertrouwden in de Kerk met de mogelijkheid het sacrament van de boete te ontvangen en de heilige communie. Hij wil dat gehuwden behalve de natuurlijke methoden van voortplanting ook andere, niet abortieve, contraceptieve methoden mogen gebruiken. Het doel klinkt zeer aantrekkelijk: dat ieder een goede plaats vindt in de Kerk en vrede bij God in het verlengde van zijn doopsel. De leer van het Evangelie van Jezus Christus staat hierbij echter niet meer centraal.

Hoe ontstonden scheuringen in de Kerk?

Vanaf het begin heeft het christelijk geloof afwijkende  standpunten gekend, waarvan de verwoesting aanvankelijk niet zo duidelijk was. Ze begonnen met redelijke houdingen en aannemelijke overtuigingen. De Alexandrijnse priester Arius begon rond 315 een succesvolle prediking over Jezus, die volgens hem ondergeschikt en niet gelijk was aan de Vader. Het leek allemaal zo aannemelijk. Toch zal Arius veroordeeld worden op het eerste oecumenisch concilie in Nicea (325) dat plechtig de wezensgelijkheid van Vader en Zoon uitroept.

Zoals gewoonlijk: ondertiteling en vertaling via icoontjes onderaan

Hierdoor werd de juiste leer omtrent de goddelijke Drie-eenheid en omtrent de Menswording plechtig vastgelegd als een onwrikbaar anker voor alle nakomende eeuwen. Nestorius (+ rond 451) wilde Maria enkel “Moeder van Christus” noemen en niet “Moeder Gods”. Het is duidelijk dat de eeuwige God niet uit Maria, een schepsel,  voortgekomen kan zijn. Om de verering van zulk een heidense “moeder gods” te beletten heeft Paulus mogelijk haar nergens bij naam genoemd. Toch is uiteindelijk de plechtige verklaring van het derde oecumenisch concilie in Efese (431), die de leer van Nestorius verwerpt en Maria uitroept tot “Theotokos = Moeder Gods” de juiste leer. Maria is niet slechts de moeder van een lichaam, zij is de Moeder van de Persoon van Jezus Christus, die God is.

De erkenning van de “Moeder Gods” zal over de hele wereld een explosie van gezonde Mariaverering veroorzaken. De bouw van de Basiliek van Maria de Meerdere op de Esquilijnse heuvel in Rome vanaf 435 zal hiervan een van de meest schitterende uitdrukkingen zijn. (In deze Basiliek was ik als jonge priester een paar weken ‘onderpastoor’ in de tijd dat het bisdom Rome nauwelijks priesters had, wat spectaculair veranderde met de komst van Johannes Paulus II!).

De Augustijner monnik Maarten Luther (+1546) was behoorlijk geërgerd door het feit dat vele gelovigen leefden alsof ze met hun goede werken zelf de hemel konden verdienen. Hij wilde de duidelijke leer van Paulus in het volle licht stellen: door het geloof worden we gered (sola fide). Wanneer hij aangesproken werd over het belang van de goede werken, antwoordde hij dat hij niets anders wilde zeggen dan wat de Schrift zegt (sola Scriptura). En zo kwam hij tot de bevestiging dat het  uiteindelijk allemaal het werk is van Gods genade (sola gratia). Drie eeuwen voorheen had Franciscus van Assisi (+ 1226) nog scherpere kritiek geleverd op de Kerk en haar leiders maar hij deed het op een meer evangelische wijze en na enkele decennia ging er een grondige vernieuwingsbeweging door heel de Kerk. In principe had Luther gelijk, maar in zijn  fanatiek doorzetten werd deze leer ook steeds meer eenzijdig. Het geloof vraagt wel onze medewerking, de Schrift kan niet bestaan buiten de traditie van een levende geloofsgemeenschap en ook met de genade Gods dienen we  mee te werken. Bovendien was het resultaat van de verharding aan twee kanten dat Europa na enkele decennia voor een flink deel in puin lag wegens de haat van verschillende geloofsgroepen tegen elkaar.

Een duidelijke kerkelijke huwelijksleer

De duidelijke kerkelijke huwelijksleer, gefundeerd door het Evangelie, wordt al decennia lang in de Kerk zelf in twijfel getrokken onder invloed van de heersende  permissieve cultuur. Het huwelijk, zoals iedere andere menselijke en christelijke waarde, vindt zijn kracht in Jezus’ Kruisdood. Het huwelijksverbond is de totale wederzijdse gave van zichzelf aan de ander. Dat is zijn bron, zijn vreugde en zijn strijd. Jezus’ totale zelfgave blijft voor iedere christen het voorbeeld om na te volgen. Dat we aan  een dergelijke opdracht allen herhaaldelijk en op verschillende wijzen te kort komen, rechtvaardigt niet dat wie dan ook deze opdracht verandert.  Jezus heeft de lat zeer hoog gelegd en niemand, ook de Kerk niet, is gemachtigd om de lat lager te leggen zodat iedereen er gemakkelijk over kan huppelen. Het spectaculaire (commerciële!) succes van de kunstmatige contraceptie heeft al ’n halve eeuw de geesten verblind. Noch in de theologie, noch in de geneeskunde werd ernstig nagedacht over hetgeen contraceptie eigenlijk is, nl. een aanslag op het wezen van het huwelijksverbond als totale wederzijdse overgave (en overigens ook een ontwrichting van de  lichamelijke gezondheid).

Amazon.fr - Pierre Simon, médecin d'exception - Du combat pour les femmes  au droit de mourir dans la dignité - Pierrat, Emmanuel - Livres

De vrijmetselaars wisten het wel. Pierre Simon (+ 2008), tweemaal grootmeester van de Franse Loge, pionier van de “seksuele en reproductieve rechten” en van “de pil” had duidelijk ingezien dat de wettelijke erkenning van contraceptie  de “hefboom” was waarmee hij alle menselijke en christelijke waarden in het huwelijk kon “opheffen”. Triomfantelijk gebruikt hij dan ook een bekende uitdrukking, in omgekeerde zin, om het belang van de wettelijke erkenning van anticonceptie uit te drukken: “wij hadden de oorlog gewonnen, wij moesten alleen nog maar een veldslag leveren[1]. Helaas heeft de latere evolutie hem op overweldigende wijze gelijk gegeven. Hierna volgden immers als vanzelf en wel over de gehele wereld: abortus, euthanasie, experimenteren met embryo’s, homohuwelijken, transgender… Deze onwaarden worden nu door velen in de maatschappij als normaal en verantwoord aanvaard, helaas ook door menige christen. Ze staan echter haaks op de waardigheid van de menselijke persoon en zijn onverenigbaar met het christelijk geloof.


[1] Zie de uitvoerige beschrijving “Het leven als bouwstof: puur materialisme van de vrijmetselarij” in ons boek  Hoe een paus gelijk kreeg. Nieuwe perspectieven na een halve eeuw contraceptie, De Blauwe Tijger, 2017, blz. 107-116.

Een homoseksuele verbintenis kan kerkelijk niet ingezegend worden

Op 22 februari 2021 heeft de Congregatie voor de geloofsleer een duidelijk antwoord gegeven op de vraag omtrent de zegening van verbintenissen tussen mensen van hetzelfde geslacht: ze zijn ongeoorloofd. De vraag kwam vooral vanuit de Duitse kerk waar een synodaal proces bezig is dat verregaande voorstellen huldigt en niet bereid lijkt te zijn terug te keren naar de authentieke kerkelijke en Bijbelse leer. Er klinkt luid protest in de westerse kerke, ook van bisschoppen en priesters. Duitse bisschoppen en priesters hebben hun afkeer jegens deze uitspraak al duidelijk laten horen. De zegening van homoseksuele verbintenissen is hier en daar al een praktijk, door de bisschop erkend. Ook onze Antwerpse bisschop  en met hem blijkbaar het hele Belgische episcopaat, protesteert heftig. Hij zegt boos en beschaamd te zijn. Hij beroept zich op de laatste synode over het gezin (2015) waarin volgens hem meer nuance was, meer aandacht voor het positieve en voor de pastorale begeleiding. Uiteraard wordt deze bisschop geprezen door de media en de politici van allerlei strekkingen. Verschillende invloedrijke verenigingen zullen hem zeker graag met de regenboog tooien.   Toegegeven, het pleit voor hem dat hij mensen met  homoseksuele neigingen waardeert, positief benadert en erg nabij is. Toch heeft ook hij niet het recht noch de macht om homoseksuele verbintenissen te zegenen. Hij kan de personen zelf zegenen, met en voor hen bidden, maar niet hun verbintenis zegenen. Deze is tegen de natuur, tegen Gods wet en tegen de Schrift (Genesis 19, 1-29;  Romeinen 1, 24-27; Korintiërs 6, 10; 1 Timotheüs 1, 10). De vaste huwelijksverbintenis is de enige ruimte waarin de seksualiteit ten volle en in menselijke waardigheid beleefd kan worden, open voor de voortplanting. Een homoverbintenis is geen huwelijk, was nooit een huwelijk en zal het ook nooit zijn.  Jaren lang vraag ik al aan psychiaters die ik ontmoet of er een genetisch bewijs is dat homo’s als zodanig geboren worden. Nooit kreeg ik een duidelijk positief antwoord. Daarom spreken we  ook van homoseksuele neigingen, die wellicht zeer sterk kunnen zijn en mogelijk teruggaan tot in de kindertijd. Blijkbaar wordt niemand als homo geboren, laten we dan ook ophouden dit te verkondigen. En waarom plots zulk een heftig verlangen naar een kerkelijke of goddelijke zegening? Wie met een goed hart een kerk binnengaat, met wijwater eerbiedig een kruisteken maakt en even bidt, krijgt overvloedige zegen. Daar blijkt het niet om te gaan in dit geval. Men wil met geweld een openbare goedkeuring afdwingen van wat moreel ongeordend is. Iedereen heeft recht op barmhartigheid maar een intrinsiek ongeordende verhouding van mensen nog aanmoedigen is geen barmhartigheid en brengt evenmin bevrijding of verlossing. Bovendien wordt in de huidige commotie te gemakkelijk vergeten dat kinderen ook rechten hebben. Kinderen hebben het recht om in een  vaste relatie van vader en moeder te worden verwekt, gedragen, geboren en opgevoed.

Een waarschuwing uit het verleden

Ruim een halve eeuw geleden deed zich een gelijkaardige situatie voor. Het hele Belgische episcopaat (- 1!) gaf toen eensgezind een verklaring uit i.v.m. Humanae vitae, de encycliek van Paulus VI, die krachtig kunstmatige contraceptie verwierp als intrinsiek ongeordend en de natuurlijk vruchtbaarheidsmethoden aanprees. Met behulp van de meest gezaghebbende Leuvense theologen gingen hieraan vijf ontwerpteksten vooraf om uiteindelijk het pauselijk gezag recht te houden en zijn leer af te wijzen. Het was theologische acrobatie op olympisch niveau! En de hele intelligentsia van ons land deed mee met luidruchtige verklaringen in pamfletstijl. Het niet begrijpen van onze bisschoppen van de visie van Paulus VI heeft meegebracht dat een dynamische huwelijkspastoraal voor decennia (tot nu toe!) werd geblokkeerd. We kunnen ons alleen maar schamen om deze bisschoppelijke verklaring, die ze bijna twintig jaar later, in het geloofsboek van 1987 zwakjes hebben trachten  te verbeteren [1].

De tijd heeft voor velen raad en inzicht gebracht. Het eindverslag van de bisschoppensynode over het gezin (2015) is zowel in verband met de contraceptie als met de homoverbintenissen zeer duidelijk. De kerkelijke leer, uitgedrukt in Humanae vitae en Familiaris consortio (Johannes Paulus II, 1981) moet dringend herontdekt worden (eindverslag nr. 63,  237 voor, 21 tegen). Er is geen enkele gelijkstelling of analogie mogelijk tussen een  verbintenis van homoseksuelen en het huwelijk (eindverslag nr. 76, 221 voor, 37 tegen)! De feitelijke houding van de Belgische bisschoppen lijkt nu sterk  overeen te komen met die van hun Duitse collega’s.  Ruim een halve eeuw geleden was dit ook zo. Beide bisschoppenconferenties gaven in dezelfde geest en op dezelfde dag (30 augustus 1968) hun verklaring uit. Beiden hadden grote invloed op de westerse kerk. Kardinaal Suenens, voorzitter van de Belgische bisschoppenconferentie, als aanvankelijke, vurige pleitbezorger van kunstmatige contraceptie, heeft zich later daarover nooit meer uitgelaten. Kardinaal Döpfner (+ 1976) heeft op zijn sterfbed  aan de Eichstätter moralist prof. Fleischmann uitdrukkelijk verklaard: “Hoe meer ik er over nadenk, hoe meer ik overtuigd geraak dat de paus gelijk had!” [2]

Alles wijst er op dat de breuk tussen leer en leven nog een tijd alleen maar groter en dieper wordt, precies zoals dat met de encycliek Humanae vitae en de contraceptie gebeurde. In de hoogste Vaticaanse organisaties zetelen inmiddels al verschillende spilfiguren die een ontspoorde  praktijk genegen zijn en de authentieke kerkelijke leer en de leer van het Evangelie willen verwerpen. Wij pleiten er voor dat de duidelijke kerkelijke leer van voorheen niet zo vlug terzijde wordt geschoven onder  voorwendsel dat de tijden grondig veranderd zijn. Authentieke fundamenten moeten blijven, ook voor een vruchtbare pastoraal. Het is lofwaardig dat er meer en beter zorg gedragen wordt in de Kerk voor ‘marginalen’, zwangere vrouwen die hun kindje niet wensen, prostitués, homoseksuelen, transgenders en alle mogelijke nieuwkomers maar een pastoraal die daarvoor de waarheid verkracht en zich aanpast aan de heersende principes van deze wereld is die naam niet waard. Onze kracht ligt in het Evangelie van Jezus Christus en de juiste leer van de Kerk. Op gelijkaardige wijze moeten we meer  zorg dragen voor migranten maar daarbij vermijden dat we de oorzaak van deze ellende nog vergroten. Als je keuken onder water staat omdat je de kraan van de wasbak hebt laten open staan en de stop erin, moet je niet onnozel oproepen tot solidariteit en broederlijkheid. Doe de kraan dicht! Als vandaag de internationale gemeenschap de waarheid wil zien en de soevereiniteit van Syrië erkent, is morgen zijn zware  lijdensweg totaal voorbij en het probleem van de Syrische vluchtelingen opgelost.  Een goede zorg voor de problemen moet steunen op waarheid en de juiste normen. Dat was steeds de originaliteit van de Kerk en van de grote heiligen en authentieke hervormers. Dit kan nu ook zo zijn.


[1] Theologische acrobatie, in Hoe een paus gelijk kreeg…, blz. 211-217.

[2] Ibidem, blz. 268, voetnota 1

Woestijn Wijsheid: over verdriet (9)

De Heer is hen nabij, wier hart door smart verscheurd wordt, en Hij verlost hen, wier gemoed terneergeslagen is” (Ps. 34:19). Soms zijn we verloren, terneergeslagen, overweldigd door innerlijke pijn. Christus nodigt ons uit om ons op deze ogenblikken tot Hem te wenden: “Komt allen tot Mij,  die belast en beladen zijt, en Ik zal u rust en verlichting geven. Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen. Want mijn juk is zacht en mijn last is licht” (Mt 11, 28-30). Er is dus een juk te dragen. Iedereen heeft een kruis  in zijn leven. Alleen, kan men het niet dragen. Christus zegt: “Zonder Mij kunt gij niets doen” (Joh 15:5).  Daarom zegt Petrus: “Leg al uw zorgen in Christus’ handen, want Hij zorgt voor u” (vgl. 1 Petr. 5, 7). Wij zijn niet alleen in onze nood, Christus is er met ons, met Hem is het juk gemakkelijk, de last licht. Zo belooft de Bijbel: Geen verzoeking heeft u beproefd dan een menselijke verzoeking; en God is getrouw, die niet zal toelaten, dat gij boven uw krachten beproefd wordt, maar met de verzoeking zal Hij u er uit leiden, opdat gij ze moogt dragen (1 Kor. 10:13). Er is dus een universele wet die verordent dat wij niet boven onze krachten kunnen worden verleid.  De volgende aflevering presenteert ons Dorotheus van Gaza, vader van de woestijn (6e eeuw), die verstrikt was geraakt in een nood die onoverkomelijk leek, maar de Heer kwam hem te hulp. 

God, in wiens armen onze heilige Dorotheus met het volste vertrouwen rustte, liet niet na hem te doen gevoelen hoe trouw Hij is aan hen die zich zonder voorbehoud in Zijn handen overgeven. Want nadat Hij hem eens aan de duivel had uitgeleverd, zoals Hij eens met de gezegende Job had gedaan, door hem toe te staan hem op een gewelddadige en buitengewone wijze aan te vallen, trok Hij hem slechts uit de toestand waarin Hij hem had laten vallen, om door een treffend wonder bekend te maken welke zorg Hij draagt voor de heiliging van hen die Hem dienen. Dit is dus wat hij van zichzelf verklaart.

“Toen ik nog in het klooster was,” zegt hij, “werd ik gekweld en was in zo’n angst dat ik de dood nabij was. Deze kwelling was een bedrog van de duivel, en dit soort beproeving komt voort uit zijn jaloezie, het is verschrikkelijk, maar het duurt niet erg lang. Het is zwaar, donker, zonder troost of rust, met angst en verdrukking aan alle kanten. Maar de genade van God komt snel tot de ziel, anders zou niemand deze beproeving kunnen doorstaan. Op zekere dag, toen ik overmand was door deze angsten, bevond ik mij op de binnenplaats van het klooster, ontmoedigd, God smekend om mij te hulp te komen. Ik ging een kijkje nemen in de kerk en zag een man het heiligdom binnenkomen, hij had het uiterlijk van een bisschop en droeg een hermelijnen gewaad. Ik heb nooit een vreemde benaderd zonder noodzaak of bevel. Maar iets trok me aan en ik ging achter hem staan. Hij stond een hele tijd met zijn handen uitgestrekt naar de hemel. Ik stond achter hem en bad met grote angst omdat de aanblik van hem mij met ontzag vervulde. Toen hij klaar was met bidden, draaide hij zich om en kwam naar me toe. Toen hij dichterbij kwam, voelde ik mijn verdriet en angst verdwijnen.

Hij stond voor mij, strekte zijn hand uit totdat die mijn borst raakte en, terwijl hij er met zijn vingers op sloeg, zei hij tegen mij: “Ik heb gewacht, gewacht op de Heer: hij boog zich naar mij toe, hij hoorde mijn roep, hij trok mij uit de woeste afgrond, uit het slijk van de grote diepte. hij zette mij weer op mijn voeten, mijn voeten op de rots, hij versterkte mijn schreden. hij legde een nieuw lied in mijn mond, een lofzang op God, (psalm  40,2-4).

Hij herhaalde deze verzen drie keer, terwijl hij op mijn borst sloeg, en toen ging hij weg. Onmiddellijk werd mijn hart vervuld met licht, vreugde, troost en zoetheid: ik was niet meer dezelfde man. Ik rende naar buiten om hem te zoeken, maar ik kon hem niet vinden: hij was verdwenen. Sinds dat uur, door de genade van God, herinner ik mij niet meer gekweld te zijn door droefheid of angst. De Heer heeft me tot nu toe beschermd, dankzij de gebeden van de oude heiligen. 

Deze episode toont ons hoe deze heilige op God vertrouwde tijdens zijn benauwdheden. Voor mij, persoonlijk, kan ik zeggen dat ik altijd in verdriet en twijfel was. Ik wist niet waar ik heen moest en was wanhopig om aan mijn innerlijke pijn te ontsnappen. Pas toen ik Christus leerde kennen, leerde ik beetje bij beetje op Hem te vertrouwen. Ik ervaar nog steeds, zoals iedereen, momenten van verdriet, maar een innerlijke vrede draagt mij, die niets te maken heeft met de afgrond waarin ik leefde voordat ik mijn Heer kende.  

Fr. Jean

En dit nog