Een verslag uit Syrië, zonder poco bril

Goede Vrienden,

Het Westen is het Noorden kwijt! De westerse beschaving heeft in belangrijke mate haar eigen wortels verloochend, waardoor de verschillende niveaus van de samenleving ontwricht worden. Het geestelijk onbehagen onder de mensen blijkt al jaren alleen maar toe te nemen, wat in verschillende vormen tot uiting komt: verwarring, angst, depressie, gemis aan levenszin, ziekteverzuim, burn-out, wanhoop, zelfdoding. Sinds vorig jaar is dit psychisch lijden nog spectaculair gestegen. Terwijl het de taak van de staat is te zorgen dat de burgers voldoende vrijheid en privacy hebben om hun leven in een redelijke zelfbeschikking en welvaart uit te bouwen, worden van regeringszijde de sociale banden nog doorgesneden. Het is de staat die zijn volk terroriseert zodat de samenleving steeds meer verwordt tot een monster dat zijn eigen kinderen opeet. Voorlopig dieptepunt: iedereen moet gevaccineerd worden. En wat blijkt? De landen die massale vaccinatie het eerst of het best hebben doorgevoerd, Israël en Engeland,  zijn de landen te zijn die nu onder de strengste dwangmaatregelen moeten leven.

Een beschaving is altijd gebouwd op religieuze wortels, voor de westerse beschaving is dit het joods-christelijk geloof, dat vorm gaf aan alle aspecten: de wetenschap, de economie, de liefdadigheid, de kunst en de cultuur, het recht, de vooruitgang. Op 10 november 1793 werd in de kathedraal van de Notre Dame te Parijs de troonsbestijging gevierd van de “godin van de rede”, die de terreur van de Franse Revolutie inluidde. De eerbied voor God en zijn schepping, voor de mens en zijn waardigheid als beeld van God werden vervangen door de aanbidding van de rede en de positivistische wetenschap. Inmiddels is de mens slachtoffer geworden van zijn eigen technische manipulatie. De mysteries van geboorte en dood zijn niet meer de twee oevers van de vruchtbare  stroom van het menselijk leven, maar objecten van onbeperkte technische manipulatie, die onherroepelijk leiden tot steeds meer degeneratie. Waar geen eerbied is voor God en zijn schepping is er ook geen eerbied voor de waardigheid van de mens. Waar het Licht van Jezus Christus, in Wie alles bestaat,  niet mag schijnen, heerst de duisternis van de duivel. Er is een radicale ommekeer  nodig, een terugkeer naar authentiek geloof én naar authentieke wetenschap: Go Back Better!

Ziehier een uitzonderlijke gids, om de goede weg te gaan in de huidige morele ontwrichting: de “vader van de moderne genetica”, professor genetica te Parijs, Jérôme Lejeune (1926, gestorven op paasmorgen 1994).  Het Romeinse decreet van 21 januari 2021 verleent hem de titel “eerbiedwaardig”, wat de eerste stap is op weg naar de heiligverklaring. Na het onderzoek door de plaatselijke bisschop in 2007-2012 en het onderzoek van kardinalen in Rome, wordt nu officieel erkend dat hij de deugden op heldhaftige wijze heeft beleefd. Ik vind het leven van professor Jérôme Lejeune, waarmee ik een dag heb mogen doorbrengen, zo inspirerend dat ik er twee bijdragen aan wil wijden onder de titel: Een stem voor de stemlozen”. Als geneesheer bleef hij trouw aan zijn eed van Hippocrates en als katholiek aan zijn doopsel. Hij heeft de onschendbaarheid van het menselijk leven vanaf de conceptie luid en wereldwijde verdedigd en tevens de gruwelijke ontsporingen vanwege het ontkennen hiervan voorspeld. Daarom werd hij politiek en wetenschappelijk genadeloos vervolgd totdat hem alle middelen werden afgenomen. Ook de Nobelprijs voor geneeskunde, die hij reeds lang verdiend had, werd hem niet gegund. Hij is een bijzonder voorbeeld voor onze tijd, zowel van een katholiek die geen compromissen sluit met de gangbare opvattingen als van een topwetenschapper die niet de heersende ideologieën naloopt maar als vrij man de waarheid blijft dienen.

*******

In de gemeenschap hebben we vooral gebeden voor de “Eenheid van de christenen”. We belichten enkele hoogtepunten  uit het boeiende leven van professor Jérôme Lejeune: “Een stem voor de stemlozen”. Verder  vervolgen we de “Wijsheid uit de woestijn” (3) over de zo herkenbare menselijke zwakheden en het belang van het geestelijk vader/moederschap. In de uitgebreide “En dit nog” vind je overvloedige info over het machtsmisbruik onder voorwendsel van corona en andere onderwerpen van geopolitiek belang.

P. Daniel

Eenheid van de christenen

Samen met de Latijnse Kerk hebben ook wij van 18 tot 25 januari gebeden voor de eenheid van de christelijke kerken. 25 januari wordt in het westen de bekering gevierd van de grote heilige Paulus en in het oosten wordt de briljante theoloog Gregorius van Nazianze (+ 390) herdacht.  Met de eenheid van de Kerk bedoelen we vooreerst de eenheid in verscheidenheid van de kerk in het Antiochië van het midden van de 1e eeuw: de kerk van de joden en van de volken, verschillend en toch één in geloof in Jezus. Onze gemeenschap de “Eenheid van Antiochië” is hieraan bijzonder toegewijd. Enkele eeuwen later zal de kerk van de joden totaal verdwijnen. Sinds Vaticanum II kan ze weer stilaan terugkomen met de zogenaamde “messiaanse joden” (vele miljoenen over de hele wereld). Vervolgens gaat ons gebed nu ook vooral uit naar de grote verwarring in alle christelijke kerken.  Het geloof in Jezus, zijn Evangelie en zijn Kerk worden nu heftig aangevallen, niet alleen van buiten af maar ook van binnenuit en zelfs vanuit het hoogste kerkelijke leergezag. Sommigen schijnen van de Kerk een soort multinationale, filantropische broederschap te willen maken, aangepast aan de heersende ideologieën van onze tijd, waaruit Jezus’ Kruisdood voor de vergeving van zonden alsook onaantastbare  morele waarden werden geschrapt. Deze aantasting brengt meer schade toe dan de uitdrukkelijke kerkvervolging die in nagenoeg heel de wereld toeneemt.

Een stem voor de stemlozen (I)

In de eerste periode van het leven van Jérôme Lejeune laat niets vermoeden dat hij een zeer hoge vlucht in de wetenschap zal nemen. Bij de aanvang van zijn universitaire studies ondervindt hij meer dan gewone  moeilijkheden, waarmee hij later zijn eigen studenten zal bemoedigen. Hij wordt ook al vlug smoorverliefd op een Deense studente in Parijs, Birthe Bringstead, waaraan hij heel zijn leven wil geven.  Ze genoot niet meteen de voorkeur van zijn vader omdat ze Lutheraanse was.  Jérôme hechte een zeer groot belang aan het oordeel van zijn vader. Birthe zal zich echter uit volle overtuiging aanpassen aan haar geliefde en katholkiek worden. Het gezin met vijf kinderen wordt de vreugde en de trots van hun grootouders. Op zijn vele reizen over heel de wereld zal Jérôme geen avond overslaan zonder dat hij aan zijn vrouw een verslag van de dag geschreven heeft. En voor zijn kinderen, die vragen stelden, kon hij in de grootste drukte van zijn werk,  het nodige geduld en respect opbrengen. En vonden katholieke collega’s, die in het buitenland waren, op zondag nooit een kerk, Jérôme wist altijd ergens een zondagseucharistie mee te vieren.

Het vuur van het authentieke geloof én de ware wetenschap zal voor goed in hem oplaaien wanneer hij op 22 mei 1958 de oorzaak van het zogenaamde ”mogolisme” ontdekte, het syndroom van Down, trisomie 21. Ondanks deze afwijking van de natuur zal hij de grootheid en waardigheid van de mens blijven zien alsook de uitdaging van echte wetenschap. Hij bleef  de ene ontdekking na de andere publiceren. De genetica geraakte plots op een hoger niveau en ontdekte de oorsprong van verschillende ziektes, verbonden met een chromosomale afwijking.

Hij werd als de grootste specialist erkend. Hij was echter niet geïnteresseerd in roem of rijkdom. Er werden voorstellen gedaan om de door hem ontdekte ziekten zijn naam te geven. Hij wilde dit niet. Hij zag hierin geen enkel nut voor de patiënten zelf en vond dat men beter een bepaalde eigenschap van de ziekte kan benoemen. Zo ontstond de naam van de ziekte van “le cri du chat”. Over heel de wereld kreeg hij uitnodigingen als spreker op wetenschappelijke congressen en zijn toespraak was altijd kort, krachtig en helder. Alle mogelijke wetenschappelijke organisaties wilden hem eren of een ereplaats geven in hun vereniging.

Hij werd uitgenodigd door de VN en door het Vaticaan. Hij was de eerste  die als Vaticaanse gezant naar de  Sovjet-Unie reisde en L. Breznev bezocht om hem te waarschuwen voor de gevolgen van een atoomoorlog. Hij ontving de President Kennedy prijs en kreeg het schitterend tenue van academicus met zwaard van de “Académie des Sciences morales et politiques”. Hij werd eredoctor van de universiteiten van Düsseldorf (D), Navarra (Sp), Buenos Aires (Sp) en de Pauselijke Katholieke Universiteit van Chili. Hij werd de grote vriend van Johannes Paulus II en de eerste voorzitter van de Pauselijke Academie voor het leven, wat hem bijzonder ter harte ging.  Wanneer hij vernam dat er een aanslag gepleegd werd op de paus en in een eerste bericht verkeerdelijk werd meegedeeld dat Johannes-Paulus II dood was, kreeg Jérôme een zodanige schok dat hij naar het ziekenhuis moet gevoerd worden voor een dringende operatie.

Inmiddels beseft hij zeer goed dat er in de wereld van de  wetenschap een morele verschuiving aan de  gang is, die abortus, experimenten op embryo’s, euthanasie goed gezind is. In 1969 reist hij naar Californië om er de hoogste onderscheiding ter wereld voor genetica te ontvangen, de William Allan Award van de American Society of Human Genetics.  De organisatoren, die weten dat hij een overtuigd katholiek is, vragen hem in zijn rede geen melding te maken van zijn katholiek geloof. Jérôme antwoordt dat hij zal zeggen wat hij denkt te moeten zeggen.

Ziehier een greep uit de inhoud van zijn toespraak. Hij pleit voor het samengaan van moraal met wetenschap. Wetenschap kan niet zonder moraal. Hij verzet zich tegen abortus en zegt dat het doden niet de taak is van de geneeskunde. Een land dat zijn kinderen doodt, doodt zijn eigen ziel. De kwaliteit van een beschaving hangt af van de  wijze waarop ze zorg draagt voor haar meest kwetsbare leden. En vanaf het ogenblik dat 23 chromosomen van de vader zich verenigen met de 23 chromosomen van de moeder, begint de unieke geschiedenis van een nieuwe mens. Alles is vanaf de conceptie gegeven. Hij onderlijnt dat dit niets anders is dan een wetenschappelijke vaststelling. Op zijn heldere toespraak volgde een ijzige stilte. Geen applaus, geen felicitatie, geen handdruk. Het is het begin van een internationale wetenschappelijke boycot tegen hem.  Herhaaldelijk werd hij voorgesteld als kandidaat voor de Nobelprijs geneeskunde, die hij al lang ruimschoots verdiend had, maar die eer wordt hem niet meer gegund. Die avond schrijft hij aan zijn vrouw: “Vandaag heb ik de Nobelprijs verspeeld”.

Hij had vele moeilijkheden kunnen vermijden door te zwijgen en in stilte verder te werken. Hij wilde echter geen compromis sluiten en bleef onverminderd de verdediger van het leven en de stem van de stemlozen. Wetenschappelijke congressen die hem als spreker uitnodigden, kregen voortaan geen subsidies meer, zodat hij ook steeds minder in wetenschappelijke kringen werd uitgenodigd. Hij stond op de wetenschappelijke index. Des te meer uitnodigingen kreeg hij van andere verenigingen die in een tijd van morele verwarring een woord van een wijze wilden horen.

Op 18 maart 1973 werd Jérôme uitgenodigd op een colloquium over abortus in de oude abdij van Royaumont (Fr).  Hij wil kardinaal Renard van Lyon niet alleen laten. Helaas, deze laatste kon om gezondheidsredenen niet aanwezig zijn. Jérôme was dan op dit colloquium de enige die het leven verdedigde te midden van feministen en journalisten die abortus toejuichen. Plots stond een vrouw van de eerste rij op en verklaarde: “Wij willen de joods-christelijke beschaving vernietigen. Daarom moeten we eerst het gezin vernietigen. Daarvoor moeten we het aanvallen op zijn meest zwakke punt, nl. het ongeboren leven. Dus, wij zijn voor abortus”. De media gaven een uitvoerig verslag van deze dag, maar merkwaardig genoeg werd naar deze verklaring niet verwezen. En van de tussenkomst van Jérôme werd vermeld dat deze later zou gegeven worden. Dit “later” is nooit gekomen. Tijdens een voordracht voor het Institut Catholique de Paris op 5 maart 1972, werd zoveel protest en lawaai gemaakt dat het onmogelijk was verder te spreken. Jérôme had een geniale ingeving en vroeg dat allen, die het met hem eens waren de zaal zouden verlaten. De zaal liep leeg en er bleven slechts enkele herrieschoppers over, die daarna zelf afdropen. Op 10 oktober 1982 sprak hij in de Notre Dame van Parijs. Brutale actievoerders speelden het klaar de geluidsinstallatie zo te ontregelen dat reparatie niet direct mogelijk was. Jérôme sprak verder zonder micro. In 1983 werd hij uit zijn eigen onderzoekscentrum gezet door een wet die zo gemaakt was dat hij enkel op hem betrekking had. In 1984 werden hem ook alle subsidies voor onderzoek afgenomen.

Toch begon hij opnieuw. Hij kon in Amerika een eigen leerstoel en een eigen laboratorium krijgen en bovendien veel geld verdienen. Hij wilde echter in Frankrijk en bij zijn 4000 patiënten blijven. Terwijl de deuren door de  wetenschappelijke wereld  en door de staat werden gesloten, gingen andere deuren van vrienden en private instellingen open. Universiteiten, middelbare scholen, gerechtshoven, parlementen, bisschoppensynodes… nodigden hem uit, niet zozeer als uitzonderlijke deskundige op gebied van genetica, maar als wijze, als man met een visie, een wetenschapper met een geweten, een overtuigde katholiek met een hoopvolle boodschap voor de mensen.

Jérôme Lejeune hield veel van het kerstverhaal over de drie magiërs die de ster hadden ontdekt en gevolgd totdat zij konden knielen voor het Kind in de kribbe. Zij begrepen dat Herodes het Kind Jezus wilde vermoorden en keerden langs “een andere weg” terug. Onze tijd wil, mede dank zij de ontdekking van het mongolisme, onnoemelijk vele kinderen in de  moederschoot vermoorden. Jérôme koos een andere weg volgens het woord van Jezus: “Wie mijn volgeling wil zijn moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen” (Marcus 8, 34).


*******

Wijsheid uit de woestijn (3)

Ook deze week duiken we verder in het leven van de woestijnvader Dorotheus van Gaza (6e eeuw):

De heilige Siridus had de deugd en bijzondere kwaliteiten herkend van de heilige Dorotheus zowel van wetenschap als van vroomheid, wat hem onderscheidde van de rest van zijn broeders. Hij wilde hem gebruiken voor het welzijn van zijn klooster en voor het nut van zijn gemeenschap; hij gaf hem dus allereerst de zorg voor de ziekenboeg.

Hij werd toevertrouwd aan Abba Johannes als zijn geestelijke vader en leidsman, aan wie hij buitengewone eerbied en respect betoonde, terwijl Abba Johannes hem op een andere manier troostte door zijn instructies en door woorden van geestelijke opbouw. Dorotheus bekleedde dit ambt van ziekenbroeder negen jaar lang.

Daarnaast gaf de heilige Siridus hem de zorg om naar zijn broeders te luisteren in hun innerlijke smarten. Hier deelt Dorotheus een betreurenswaardige bekentenis van één van zijn broeders om aan te tonen hoe moeilijk het is om van onze slechte gewoontes af te geraken als men ze niet meedegenloos uitrukt.

Zo zegt hij dat een van de broeders op zekere dag bij hem kwam en hem in tranen smeekte voor hem te bidden, omdat hij elke dag iets stal en het dan in het geheim opat, want zijn dagelijkse portie was voor hem niet genoeg.  Hierdoor kreeg de keukenverantwoordeljke de opdracht van de abba deze monnik niets te weigeren van wat hij hem vroeg. Maar enkele dagen later kwam deze broeder hem opnieuw zeggen dat hij zijn slechte gewoonte niet kon afleren en nog steeds voedsel stal, en dat hij zich  schaamde om de keukenverantwoordelijke te vragen wat hij nodig had.

Dorotheus zei hem dan dat hij voortaan naar hem moest komen, en dat hij hem zou geven wat hij maar wilde. Dat deed hij gedurende een tijd, maar toen zijn slechte gewoonte opnieuw de overhand nam, begon hij weer te stelen. Hij bekende uiteindelijk dat het niet werkelijk uit behoefte was maar uit de macht van de gewoonte en dat hij dikwijls niet wist wat hij moest doen met hetgeen hij gestolen had en het dan maar aan de dieren gaf.

Onze heilige deelt nog een getuigenis om aan te tonen hoe groot de ellende en zwakheid van het menselijk hart is1: vaak in plaats van onzelf vrede te schenken door onzelf te beschuldigen, maken we onszelf nodeloos onrustig door onszelf te rechtvaardigen en anderen te beschuldigen. Dorotheus illustreert dit met de volgende getuigenis: twee broeders die ruzie hadden kwamen naar hem toe. De oudste klaagde over de jongste en zei dat hij in hem niets dan tegenstand en weerstand vond. De jongste zei integendeel, dat hij zich niet overgaf aan de wil de oudere, omdat deze hem altijd aansprak in een geest van overheersing. De heilige betreurde de dwaasheid van deze twee, die, in plaats van zichzelf te beschuldigen om zichzelf vrede te schenken, en zichzelf te zien als de werkelijke oorzaak van de onenigheid, zich elk van hun kant verontschuldigden, omdat zij onschuldig wilden lijken en in zichzelf geen schuld konden vinden2.

We lezen dus dat de heilige Dorotheus was aangesteld als spirituele vader om te luisteren naar de zorgen, gedachten en smarten van zijn medebroeders. Het spirituele vader- of moederschap is een eeuwenoude praktijk en gaat in Bijbelse termen tenminste terug tot de heilige Elias en zijn discipel de heilige Eliseus. De Engelse orhodoxe bisschop Mgr. Kallistos Ware legt uit:

Iemand die voor de eerste keer een berg beklimt, moet een bekende route volgen; en hij moet iemand bij zich hebben, als metgezel en gids, die al eerder naar boven is geweest en die de weg kent. Dienen als zo’n metgezel en gids is precies de rol van de “Abba” of geestelijke vader. Het belang van gehoorzaamheid aan een Abba wordt onderstreept vanaf het eerste ontstaan van het monnikendom in het christelijke Oosten. St. Antonius van Egypte zei: “Ik weet van monniken die na veel zwoegen ten val kwamen en in waanzin vervielen, omdat zij vertrouwden op hun eigen werk.

Deze gids is gewijd, niet door de hand van een mens, maar door de hand van God. Hij is een uitdrukking van de Kerk als “gebeurtenis” of “gebeuren”, eerder dan van de Kerk als instituut. Hoewel het sacrament van de biecht zeker een geschikte gelegenheid is voor geestelijke leiding, is het ambt van de Abba niet identiek aan dat van een biechtvader. De Abba (starets in Rusland / Geron in Griekenland) geeft raad, niet alleen bij de biecht, maar ook bij vele andere gelegenheden; terwijl de biechtvader altijd een priester moet zijn, kan de starets een eenvoudige monnik zijn, een religieuze, een leek of een lekenvrouw. Het ambt van de starets is dieper.   Slechts zeer weinig biechtvaders zullen spreken met het inzicht en het gezag van de eerstgenoemde”3.

Het spirituele vader-of moederschap lijkt verloren te gaan in het westen. Het Oosterse monastieke leven en de oosterse Kerk in het algemeen hameren op het feit dat elke gelovige (monnik of leek) een spirituele gids nodig heeft. Het is het kenmerk van de nederige dat hij zich niet op zijn eigen ervaringen baseert in het spirituele leven maar raad en leiding vraagt aan een bekwaam persoon.

Sint Paulus volgde precies dezelfde methode. Ook al had hij niet van mensen, maar van God het Evangelie ontvangen, dat hij al vele jaren verkondigde, toch had hij rust noch zekerheid, totdat hij het met Petrus en de andere apostelen had overlegd, opdat, zo zei hij, mijn vroegere loop en die van de toekomst niet tevergeefs zou zijn (cf. Ga 2, 2).

Volgende week meer.

Fr. Jean

*******

1 “Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja, dodelijk is het, wie zal het kennen? (Jr 17, 9) 2 Sr. Pascale-Dominique NAU, OP. Les instructions de Dorothée de Gaza (Rome 2014).3 Mgr. Kallistos Ware, The spiritual father in orthodox Christianity. http://orthodoxinfo.com/praxis/spiritualfather.aspx, 27 januari 2021,

En dit nog:

*