Voorwoord; België voor hoelang?

Op 3 oktober 1830 capituleerde de bevelvoerder van het fort van Bouillon, majoor N.A. de la Haye met zijn 300-koppig garnizoen in dienst van koning Willem I voor de Belgische opstandelingen. ’s Anderendaags, alsof men in Brussel gewacht had op de val van de meest zuidelijk gelegen vesting van het koninkrijk riep het Voorlopig Bewind eenzijdig de onafhankelijkheid van België uit. De teerling van de afscheiding was geworpen maar zoals zo velen in die dagen vroeg de la Haye zich af of het wel verstandig was er de doodstraf voor te riskeren. Zou de afscheiding wel slagen, “België, voor hoelang?”

Afscheidingsbewegingen zijn internationaal zelden populair. De Belgische secessie druiste trouwens pertinent in tegen de akkoorden die de Mogendheden op het Congres van Wenen hadden gesloten. Velen zouden twijfelen of de constructie ging houden, zowel Willem en Leopold zelf als de koning van Pruisen en Talleyrand.
België bleef een hachelijke onderneming.
Honderd jaar geleden titelde de New York Times al “Belgium may disappear” en een eeuw later stond in dezelfde krant een gelijkaardige titel. Om het België te redden werd vooral de voorbije halve eeuw duchtig aan de structuur van het land gesleuteld.
België heeft het nu meer dan 180 jaar kunnen uitzingen maar zijn voortbestaan staat vandaag meer dan ooit ter discussie. Na bijna zes staatshervormingen is het een ingewikkeld kluwen geworden, dat eerder lijkt op een confederatie dan op een federatie, eerder een statenbond dan een bondsstaat. Velen noemen het een “failed state” en er wordt nagedacht over scenario’s voor verdere scheiding, gaande van complete onafhankelijkheid van Vlaanderen en Wallonië tot aansluiting bij Nederland resp. Frankrijk met allerhande tussenoplossingen.

In de geesten is de scheiding al voltrokken. De “Belgitude” wordt krampachtig aangewakkerd en bij sportwedstrijden wordt heftig met de tricolore gezwaaid, althans zolang de overwinning lokt. Er steken echter steeds meer vlaggen uit met Vlaamse leeuwen en Gallische hanen, terwijl men de Europese vlag met 12 sterren dapper doet meewapperen, alsof men gelooft dat Europa het land zal redden.
Enkel “Belgicisten” lijken nog te geloven in een gemeenschappelijke toekomst, de meeste Belgen nog amper. Het andere landsdeel is evenzeer buitenland als de buurlanden en de taal van het andere volk even vreemd als andere Europese talen; men spreekt van twee democratieën.
En toch komen van heinde en verre grote golven migranten ingestroomd, “graag nieuwe Belgen” genoemd en het stadsbeeld toont aan dat hier een volksverhuizing aan de gang is.

Dat is de paradox van het land dat zich in 1830, aangepord door Frankrijk, na amper zeven weken opstand afscheurde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (VKN) dat vijftien jaar voordien in Wenen door de grote Mogendheden was gesticht.

Lees verder; http://www.guidonaets.be/publicaties.html

184 jaar later;

La Flandre grande perdante

http://www.mensenrecht.be/node/3393

De 6de staatshervorming,http://www.mensenrecht.be/node/2550 gemeenzaam bekend als het Vlinder-akkoord, is nefast voor Vlaanderen. Niks nieuws onder de zon.