Quo vadis, Syria?

Geir Pedersen, de speciale gezant der VN voor Syrië, bracht een grote week geleden een bezoek aan de Syrische regering in Damascus, het tweede bezoek in een periode van twee maanden,  om de onderhandelingen in Genève over een nieuwe grondwet terug in gang te trekken.    Hij toonde zich bezorgd over een nieuwe militaire escalatie: “Syrië is niet gebaat met meer oorlog, maar wel met vrede en een politiek overleg om dit te bereiken.”  Waarop de Syrische regering haar waardering uitte voor Pedersens inzet, maar eraan toevoegde dat deze pogingen tot het bereiken van een politiek akkoord, te niet gedaan werden door de inmenging der VSA & bondgenoten in Syrië. 

Dat Pedersen 100% gelijk heeft als hij stelt dat Syrië geen nood heeft aan nog meer oorlog, is meer dan duidelijk.  Hij is bezorgd over de confrontatie door Turkije met lucht- en artillerie-aanvallen in de noordelijke grensstreek, in de provincies Aleppo, Raqqa en Hassakah, tegen de Koerdische militia (SNF).

Opnieuw moesten mensen vluchten.  Een elektriciteitscentrale en verschillende bedrijven werden buiten werking gezet, de oliesector tekende grote beschadigingen op.  Volgens Badran Jiy Kurd, leider der buitenlandse relaties der zgn. Koerdische autonome regering, gaat het om de planmatige vernietiging van economische en sociale structuur.

In regeringsgebied heerst er tijdens deze winter een acuut tekort aan olieproducten.  De laatste Iraanse tanker werd op 2 december in de haven van Baniyas gelost en niemand weet wanneer de volgende zal komen. (Suspension of Iranian Oil Shipments to Syria Paralyses Several Sectors – Syria Report (syria-report.com))

Het tekort aan benzine en stookolie heeft de regering gedwongen om in december een derde vrije dag per week (op zondag) in te voeren om een deel van de nodige brandstof (woon-werkverkeer, productie) te besparen.  Vroeger had men in Syrië op vrijdag en zaterdag vrijaf.  Bakkerijen moeten sluiten. Ziekenwagens kunnen niet rijden omdat ze geen benzine hebben. In het zuiden, Suweida, kwam het volk op straat, kwam het tot rellen, men eiste meer brandstoffen.  Die zijn nu beperkt.  En da’s niet uit vrije keuze.

Het min. van olie en natuurlijke grondstoffen bepaalde dat iedereen zich diende te registreren voor een soort kredietkaart.  In 2021 had men nog 200 liter per gezin moeten kunnen krijgen; het werden slechts 50 liter.  Ook nu zouden 50 liter “als een voorlopige hoeveelheid” voorzien zijn, zonder dat het ministerie een totale min. hoeveelheid kon beloven.  Die 50 liter worden gesubsidieerd door de staat; op de zwarte markt kost de brandstof een veelvoud. De burgerbevolking ziet zich gedwongen alternatieve verwarmingsmogelijkheden te zoeken: zoals olijvenafval, hout, zelfs plastic (!); de 50 liter diesel zijn amper genoeg voor één maand. Hout is door de oorlog en de armoe sowieso beperkt voorradig.   De olieminister Bassam Tohme is evenzeer vertwijfeld: “Geven we alle Syrische gezinnen 50 liter of de helft van de gezinnen 100 liter?”

En dan hebben we het nog niet over de ingrijpende gevolgen bij de industrie, de tewerkstelling en het transport gehad. 

Keren we terug naar de steeds sluimerende heropflakkering van geweld: we verwijzen naar een vorige bijdrage van 24 november nadat Turkije de zgz. PKK-bomaanslag in Istanboel wou vergelden in Syrië en Irak. 

De Koerden ondernamen een eigen onderzoek naar de gebeurtenissen in Istanboel.  De SDF-commandant Mazlum Abdi verklaarde dat de aanslagpleegster lid is van IS en dat de aanslag door de door Turkije beschermde bewapende moslimextremisten, de zgn. “rebellen” gepland werd.  Een zgn. “false flag” operatie, een provocatie, een reden om over de grens te trekken en een nog groter gebied in Noord-Syrië te bezetten.  

Een maand na de bomaanslag in Istanboel kon de Turkse defensieminister Hulusi Akar het parlement triomfantelijk berichten dat er 364 “terroristen” in Syrië en Irak uitgeschakeld werden.  Maar daar houdt Erdogan het niet bij: hij wil dat alle gewapende Koerdische strijders hun biezen en wapens pakken en naar het zuiden – of elders – verhuizen. 

De laatste dagen duiken er geruchten op dat Turkije de stad Tell Rifaat in de zgn. Turkse veiligheidszone zou willen zien opgenomen worden.  Dit als tussenoplossing om af te zien van een grote bodemoperatie.  Kortom: nog een stuk van Syrië dat dan onder Turkse voogdij zou geplaatst worden.  Volgens de krant Al-Ahbar kwam dit ideetje van de VSA om te verhinderen dat de Koerden uiteindelijk hulp zouden zoeken bij – en een akkoord zouden tekenen met – de Syrische regering.   

De bezetting door het Turkse leger van de stad Tell Rifaat ligt zeer gevoelig bij de Syrische regering: de stad ligt immer bovenop heuvels, die heel de omgeving beheersen.  Het verlies van Tell Rifaat zou een bedreiging voor Aleppo, het hart van de Syrische economie, vormen.  De afstand tussen beide steden bedraagt slechts 25 km.  En wie zegt dat de Turkse bondgenoten, het terroristisch zootje ongeregeld – de zgn. “rebellen” – dan niet daarheen zullen trekken?  Waarmee Aleppo terug gekatapulteerd zou worden naar de pre-bevrijdingstijd…naar het ISIS-tijdperk.

Dat de Koerden hun hart vasthouden is een feit.  In Tell Rifaat en omgeving zouden zich volgens vroegere berichten Koerdische vluchtelingen, in 2018 door Turkse troepen verdreven uit  Afrin, gevestigd hebben. Moeten zij opnieuw vluchten? 

En Turkije heeft de akkoorden van 2017 over de zgz. “de-escalatiezone”, lees: Turks bezette zone, niet nagekomen.  De “rebellen” werden niet ontwapend: integendeel, ze kunnen ongehinderd onder de Turkse paraplu, de oorspronkelijke bevolking de pest aandoen en verdrijven.  Zolang ze maar de Turkse geopolitieke agenda dienen.

Op 24 november schreven we ook over de geruchten van een Syrisch-Turkse toenadering.

Uit verschillende bronnen vernamen we dat de Turkse dreigementen de Syrische Koerden en de regering wel dichter bij elkaar zouden kunnen brengen.  Russisch buitenminister Lavrov opperde tijdens de Primakov-lezingen dat Syrië en Turkije tot een bilaterale verstandhouding zouden moeten terugkeren om de veiligheid aan de gemeenschappelijke grens te verzekeren (zoals afgesproken in het Adana-verdrag van 1998). 

Erdogan wil liefst voor de presidentsverkiezingen van juni 2023 enkele goede punten scoren, zoals bv. de terugkeer van Syrische vluchtelingen naar hun thuisland.  Als hij dat kan bereiken door de Koerden als wisselgeld te gebruiken, zal hij het niet laten.  Hoe deze daarop zullen reageren?  Mochten de VSA er niet hun tenten opgeslagen hebben, zouden de Koerden de weg van het minste kwaad bewandelen.    B.g. Badran Jiyah Kurd stelt dat de Koerden graag een goed nabuurschap en samenwerking zouden zien.  “Maar tot op heden zien wij slechts de Turkse wens de door hun leger bezette gebieden blijvend te blijven bezetten, zich in de binnenlandse problemen van een andere natie te mengen, diens soevereiniteit met de voeten te treden en extremistische groeperingen te ondersteunen…”  Wat betreft de Syrische regering, wijkt hij uit: “Wij worden ervan beschuldigd de agenda van buitenlandse machten te volgen… De Koerden hebben olie, water en broodkorven, het eigendom van alle Syriërs dat aan iedereen zou moeten eerlijk verdeeld worden.  Tot zover zijn we akkoord… “ Wat hoopvol klinkt voor een vereniging.  Maar er zijn ook andere  die zichzelf “de trouwste vrienden der VSA” noemen en een dialoog met de Syrische regering in de weg staan.

Ali Awwada, volksvertegenwoordiger in het Syrische parlement, vindt dat er “geen andere oplossing is dan de terugkeer der noordoostelijke regio’s (ten oosten van de Eufraat) onder de controle van het regeringsleger.  Damascus zal een complete autonomie nooit erkennen (… evenmin de andere landen waar Koerden een minderheid uitmaken), maar wel de toepassing van artikel 107 van de grondwet over lokaal beheer van hun regio’s, een beperkte vorm van zelfbestuur dus.

Hij stelt heel cru dat de verloochening van het SDF en de afhankelijkheid van de VSA zullen leiden tot een volgende nederlaag en het verlies van nieuwe gebieden in de handen van Turkse huurlingen, zoals het ook gebeurde in 2018 met Afrin en in 2019 met Ras al-Ain en Tell Abyad.  Zijn oplossing ligt voor de hand: een hereniging met het Syrische grondgebied. 

De Koerden gaan ervan uit dat de Syrische regering het leger niet zal inzetten tegen de Koerdische bevolking om de olie- en gasbronnen terug te veroveren.  De energiekaart willen ze zeker inzetten bij politieke onderhandelingen met de Syrische regering.

Op 11 december berichtte de Koerdische TV-zender Rudaw TV (Erbil) dat de eerste tankwagen-konvoois vanuit de Rumelan-oliebronnen naar Syrisch regeringsgebied reden.  Een éénmalige geste van goede wil bij de acute brandstoffennood in Syrië?  “Het transport van olie uit het noordoosten naar de raffinaderijen in Homs en Baniyas werd hernomen, “ zo zou het Syrische ministerie voor binnenlandse handel bericht hebben.

Wat betreft de toenadering tussen Turkije en Syrië werd er de laatste dagen in verschillende media luidop geraden naar de toekomst.

  • Erdogan urges joint meeting with Assad, Putin against ‘terror’ threat in Syria’s north, meldde de Israëlische https://www.haaretz.com/breakingnews (Erdogan dringt aan op een gemeenschappelijke ontmoeting tussen Assad en Poetin, tegen de “terreurdreiging”* in Noord-Syrië (*uitgaande van de Koerden volgens Erdogan)
  • Een zelfde boodschap bij de Ghanese https://gna.org.gh/2022/12/erdogan-urges-joint-meeting-with-assad-putin-against-terror-threat/
  • En bij de Syrian Observer die verwijst naar Al Souria net (oppositie): ““Our intelligence organizations must meet first, then our defense ministers must meet, then our foreign ministers,” he said. refererend naar Erdogan: “Onze veiligheidsdiensten moeten eerst samen komen, vervolgens onze defensieministers en dan onze buitenlandministers.” Op de Amerikaanse afwijzing van een Turkse toenadering tot de Syrische regering en een ontmoeting met Assad, verklaarde Erdogan: “Ik bepaal wie, waar en hoe ik iemand wil ontmoeten.” Erdogan Offers Putin Mechanism on Talks with Bashar al-Assad – The Syrian Observer
  • https://english.aawsat.com/home/article/3977206/syrian-oil-time-new-approach meldt dat er vlot olieproducten gesmokkeld worden vanuit de olievelden onder Koerdisch/VSA toezicht naar de “rebellen” (het amalgaam moslimextremistische terroristen) in door Turkije bezet en/of gecontrolleerd gebied (Idlib) terwijl dat ze elkaar elke dag naar het leven staan.
  • Evenzeer wordt er (beperkt) ruwe olie naar de raffinaderijen in Syrisch regeringsgebied gestuurd. Leidende PKKers zouden hun SDF-broeders aangeraden hebben met Damascus samen te werken bij de verkoop van olie op de binnenlandse markt.  
  • En dan hebben we het nog niet gehad over de overgrote hoeveelheid olie die gewoon onder bescherming van de VSA-soldaten via een illegale grensoversteek naar Irak gebracht wordt. Wie daarvan beter wordt, weet u. “We’re keeping the oil!” triomfeerde Trump.
  • Feit is dat degenen die van de smokkel profiteren niet geneigd zullen zijn mee te werken aan een vredesakkoord.  

Voor de oorlog in Syrië waren de problemen aan de Syrisch-Turkse grens eerder minimaal; in het Adana-akkoord werd immers afgesproken dat Syrië de PKK uit het land zou gooien en dat Turkije – in geval van nood – tot 15 km over de grens kon en mocht optreden tegen Koerdische militia. Syrië kàn echter niet optreden tegen “Koerdische” militia vermits Turkije de grensstreek bezet heeft. Syrië kàn evenmin optreden tegen de Koerden ten oosten van de Eufraat omdat daar de VSA het gebied de facto bezet hebben.

Lavrovs wens kàn bijgevolg niet uitgevoerd worden tenzij de VSA zich terugtrekken – tenminste uit de grensstreek of liefst helemaal. Zij verblijven daar zonder enige legimitatie. Dàn pas is er ruimte voor onderhandelingen tussen de Syrische Koerden en de regering. Dàn pas is de uitvoering van het Adana-akkoord mogelijk. Dàn pas kan Syrië stilaan recht krabbelen.

Het is hemeltergend dat uitgerekend de VSA aanwezigheid in Syrië een veiligheidsrisico voor NAVO-bondgenoot Turkije vormt, die er voorheen – onder de Syrische regering – niet was. Erdogan speelt poker: met zijn aangekondigde invasie van Syrië verhoogt hij de druk, kan er beweging in de situatie komen. De vraag is wat er bij hem primeert: uitbreiding van het Turkse grondgebied door de inlijving van Noord-Syrië, met een niet denkbeeldige mogelijkheid dat Turkse soldaten in een lijkzak terug naar huis zullen gestuurd worden, of een rationele oplossing door het geschil met de Syrische regering ten minste te ontmijnen én duizenden Syrische vluchtelingen naar hun thuisland te doen terugkeren?

… al is het geen zwart-wit verhaal. Blijft het probleem met de moslimterroristen in Idlib… wat met hen? Is er één land dat moslimterroristen wil welkom heten?