Terugblik: mei ’68

De operetterevolutie van mei 68

Zoals 1914 het einde inluidde van de militaire en politieke suprematie van het oude Europa, zo was mei 68 de doodsteek voor de oude waarden van Europa, voor een continuïteit die eeuwenlang had bestaan en sindsdien nooit meer hersteld kon worden. Het was een operetterevolutie waarbij slechts enkele doden vielen. Maar in de onzichtbare wereld van ideeën, cultuur, ideologie, waarden en normen was mei 68 misschien een even verwoestende catastrofe als de Eerste Wereldoorlog. Zelfs meer dan vier decennia later is het puin ervan nog altijd niet geruimd.

Mei 68 in Frankrijk was niet alleen een straatfeest van scholieren en studenten die barricaden bouwden en met de vlaggen van échte revoluties zwaaiden. Dat leidde alleen maar tot veel seks en oeverloze discussies. Het was ook een goed georganiseerde, massale stakingsbeweging waaraan miljoenen Franse arbeiders deelnamen. In een land met een machtige communistische partij – toen meer dan 22 procent van de stemmen! – en nog machtiger linkse vakbonden was dat een ernstiger bedreiging voor de democratie dan de zotternijen van de studenten.

Het was de grootste staking sinds die van het Volksfront in 1936. De economie was lamgelegd. Maar de bureaucratische, Moskougezinde communisten slaagden er niet in de anarchistische en warhoofdige studenten voor hun karretje te spannen. Die dweepten liever met Mao en Castro. Dat vonden ze betere tirannen. De stakers werden gepaaid met klassieke politieke toegevingen: de lonen stegen met 10 procent, het minimumloon zelfs met 35 procent en er kwam een extra week betaald verlof. De revolutie van de arbeiders had gezegevierd! President De Gaulle reisde naar Duitsland om zich ervan te verzekeren dat het leger hem zou steunen. Hij liet het parlement ontbinden en schreef nieuwe verkiezingen uit. De centrumrechtse gaullisten wonnen met vlag en wimpel. De gewone Fransen waren geschrokken van de anarchie en het straatgeweld. De barricaden werden neergehaald, de bezette gebouwen werden door de politie ontruimd en grondig ontsmet. Maar ondanks de schijn van het tegendeel hadden de achtenzestigers hun slag thuisgehaald, al zou dat pas later blijken.

Imitatie van Mao
Mei 68 was een stuntelige imitatie van Mao’s Culturele Revolutie, een ridicule light-versie. Het ideologische vergif was sterk verdund. Maar het was hetzelfde vergif, hetzelfde waanidee dat de jeugd tabula rasa kon maken met het verleden. Het waren dezelfde “vier ouden” die men probeerde te vernietigen: de oude tradities, de oude denkwijzen, de oude gewoonten en de oude cultuur. Er kwam alleen marxistische ideologie voor in de plaats. Anders dan in China werden er bijna geen mensen vermoord en bleef ook de materiële schade beperkt. Maar op een ander, immaterieel niveau werd er een verschrikkelijke ravage aangericht, die onze samenleving en onze cultuur blijvend heeft ontredderd.

Het ging niet om de noodzakelijke en eeuwigdurende strijd tegen machtsmisbruik, tegen onwettige vormen van gezagsuitoefening, of tegen bloeddorstige dictaturen. Zulke revoluties kunnen gerechtvaardigd zijn. Men probeerde niet een tiran te vervangen door een verkozen regering. Men keerde zich blindelings tegen álle vormen van gezag, redelijk of niet, wettig of niet, democratisch aangesteld of niet. Dit was ook geen revolutie van een onderdrukte, verpauperde of uitgehongerde bevolkingsgroep, die in haar wanhoop tot destructieve excessen kwam. Dit was een schijnrevolutie van de meest verwende, bevoorrechte en vertroetelde generatie jongeren die er in de geschiedenis van de mensheid ooit is geweest.

Als echte decadente nouveaux riches bouwden zij barricaden, speelden zij seksuele revolutietjes in hun communes en schreeuwden zij onverteerde en onbegrepen maoïstische slogans tegen de “kapitalisten” en de “bourgeois”. Maar na afloop gingen zij terug naar hun ouders uit de “kapitalistische bourgeoisieklasse” om hun vuile kleren te laten wassen en het geld voor hun studentenkamers, hun cursussen en hun drank op te halen.

Europa heeft vele echte, bloedige revoluties gekend, sommige wreed en tiranniek, sommige heroïsch en vrijheidslievend. Maar mei 68 was een dwaze parodie van een stel linkse bourgeois, die zich voordeden als heldhaftige maoïstische guerrillero’s, en die zichzelf nu “oudstrijders” noemen, alsof zij ontberingen en kanonvuur hebben moeten trotseren, terwijl zij niet meer geriskeerd hadden dan een geslachtsziekte of een vleugje traangas.

De mars door de instellingen
De kopstukken van de pseudorevolutie kregen allemaal knusse en vetbetaalde baantjes in het modieuze linkse establishment. Daniel Cohn-Bendit werd bijvoorbeeld achtereenvolgens lid van de Groenen, plaatsvervangend burgemeester in Frankfurt – belast met multiculturele aangelegenheden! – Europees parlementslid en ten slotte zelfs fractieleider van de Europese Federatie van Groene Partijen. Zijn pedofiele verleden was in die kringen geen probleem. Zijn carrière is kenmerkend voor de angstwekkende “mars door de instellingen” die de zeloten van mei 68 hebben gemaakt, en dat verklaart ook waarom zij zoveel schade konden aanrichten.

Buiten de socialistische en communistische partijen om, wisten zij met hun decadentie en hun destructieve marxistische en anarchistische waanideeën door te dringen in instellingen en sociale klassen die er tot dan toe tamelijk immuun tegen waren geweest. Vooral in de media en de culturele wereld kwam dat neer op een stille staatsgreep, waarvan de gevolgen nog steeds niet ongedaan zijn gemaakt. De infiltranten werden later nooit uitgerookt. Zelfs in conservatieve en rechtse kranten en tijdschriften werd het bon ton minstens één achtenzestiger aan te werven. Zelfs de kerken werden erdoor besmet.

Geen bevrijding
De Bengaalse dichter Tagore schreef ooit dat men een boom niet kan bevrijden door zijn wortels los te maken uit de grond. Dat is nochtans wat mei 68 voorspiegelde: niet een bevrijding van menselijke tirannie, maar een bevrijding uit de beperkingen en verantwoordelijkheden die eigen zijn aan het menselijke leven, eigen aan iedere beschaving. Als de westerse beschaving een oude boom is, dan hebben de achtenzestigers daarvan zoveel wortels doorgezaagd als zij maar konden. Hun sociologische en maoïstische waanideeën, hun verwerping van de verantwoordelijkheid voor een gezin, voor kinderen en ouderschap. Hun visie dat misdadigers slechts slachtoffers zijn van de “kapitalistische maatschappij”, hun verheerlijking van druggebruik, hun verwerping en uitholling van alle ethische normen en alle religieuze zingeving, hun seksuele anarchie, waarin promiscuïteit en zelfs pedofilie als bevrijdend aangeprezen werden… het heeft allemaal diepe wonden geslagen in het hart van onze beschaving.

Zou het echt toeval zijn dat van toen af het geboortecijfer begon in te storten tot ver onder het sterftecijfer, dat enkele jaren later de gastarbeid werd omgebogen tot blijvende immigratie en dat zovele jongeren met drugs begonnen te experimenteren omdat het verlies aan waarden en zingeving een ondraaglijke leegte had nagelaten?

Auteur: Marc Joris in VB Magazine 05.2013