Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede Vrienden,

“Heeft iemand dorst, laat hij naar Mij toekomen en laat drinken wie in Mij gelooft! Zoals de Schrift zegt: uit zijn binnenste zullen stromen levend water vloeien. Hiermee doelde Hij op de Geest die men zou ontvangen als men tot geloof in Hem kwam …”  (Johannes 7, 37-39)…In een korte video legt pater Emiliano Tardif uit (in ’t Frans) dat deze uitnodiging aan iedere gelovige gericht is. Ten volle christelijk leven is, zoals de apostelen, vervuld worden van de heilige Geest en leven vanuit de kracht van de heilige Geest.

Het veranderde hun leven totaal. Van angstige mannen, bekommerd om hun levensbehoud, worden ze onverschrokken verkondigers van Jezus’ dood en verrijzenis, die geen schrik meer hebben van niets of van niemand. Hiermee gaf Pater Tardif door wat hij zelf gekregen had.

De Canadese priester Emiliano Tardif (1928-1999), lid van de missionarissen van het Heilig Hart werd naar de Dominicaanse Republiek gestuurd en werd provinciaal. Toen de charismatische vernieuwing doorbrak in de jaren ’70 had hij daarvoor niet veel sympathie en verwachte van zijn confraters dat ze zich zouden inzetten voor de armen en zich niet bezighouden met bijzondere vormen van gebed zoals het tongengebed of de tongentaal.

Nvdr: aan de hand van onderstaande video kan u een traditioneel en een tongengebed vergelijken.

In 1973 werd bij hem een ernstige vorm van tuberculose vastgesteld. Het was een donderslag bij klaarlichte dag. Er werd besloten dat hij minstens voor een jaar zou terugkeren naar Canada voor een intense behandeling. In het ziekenhuis waar hij onderzocht werd, was echter een charismatische gebedsgroep actief. Mensen van deze gebedsgroep vroegen of ze voor hem mochten bidden. Hij was er niet erg mee opgezet maar als priester zeg je niet dat mensen niet mogen bidden. En ze begonnen te bidden. Als de groep met tongentaal begon had hij nog juist de tijd om te vragen de deur dicht te doen omdat hij zich toch wat gegeneerd voelde. Toen hij dit later vertelde voegde hij er op zijn humoristische manier aan toe: “maar  de Geest was al binnen”. Inderdaad, ijverige onderzoeken daarna gaven geen enkel teken meer van enige ziekte. Ook hij kon dit niet ontkennen. Vermits voor hem al een jaar oponthoud voorzien was, vroeg hij of hij nu dit jaar niet mocht gebruiken om de charismatische vernieuwing te bestuderen en te bidden. Daarna is hij een van de bekendste charismatische figuren geworden wereldwijd. Hij werd zowat overal uitgenodigd en voor hem liepen de grootste stadia vol, zelfs wanneer het staatshoofd van dat land dit niet eens klaar kon krijgen. Hij begreep dat het zijn roeping was te bidden om genezing. En dit is begonnen toen hij zijn  eigen genezing vertelde. Hij  merkte dat God daarbij ook andere mensen op gelijkaardige wijze aanraakte en genas. De informatie hiervan werd hem gewoon ingegeven, wat hij doorgaf als woorden van kennis.

Pater Tardif heb ik goed gekend. Hij was een eenvoudige, goede priester, geheel toegewijd aan de eer van Jezus en het Rijk Gods. Er was niets gemaakts of onechts in hem, was niet gehecht aan eigen eer en hij kon ook erg humoristisch reageren. Vrij regelmatig was ik toen in België en Nederland voorganger in de Eucharistie waarbij hij de prediking verzorgde en woorden van kennis gaf, deskundig vertaald door kanunnik W. Brieven. Hij was overtuigd dat God hem riep om getuige te zijn en ervoor te zorgen dat ook andere mensen genezen werden, door het geloof in Jezus Christus en zijn Evangelie. Daarvoor heeft hij zich helemaal ingezet. Uiteraard kon hij op groot enthousiasme rekenen. Het bracht telkens een opwekking mee van het geloof in de genezende kracht van Jezus, de gestorven en verrezen Heer. Toch had hij ook felle tegenstanders. Er waren kerkelijke leiders die niet wilden dat hij in hun bisdom genezingsdiensten organiseerde, wat hij ook niet deed. Sommige psychologen en wetenschappers hadden felle kritiek op de genezingen die tijdens zijn gebedsdiensten gebeurden. Ze wierpen op dat het allemaal manipulatie en psychologische trucs waren. Hierop antwoordde hij evenwel zeer gevat: als jullie zo goed weten hoe het allemaal werkt, waarom doen jullie het dan niet?!

Eenmaal waren we zo in de grote expohal in Gent met vele duizenden gelovigen. Hiervan is toen een video-opname gemaakt. Na de communie zie je hoe een man in de menigte een witte stok naar boven steekt. Daarop werd toen niet gelet, noch door mij noch door anderen.  Later vernamen we dat het Louis was, een eenvoudige boer uit de Vlaanders. Ik heb toen een groep priesters verzameld en gevraagd of Louis zijn verhaal voor ons wilde vertellen. Dat heeft hij gedaan. Voor zover ik me herinner, had hij vroeger al een oogletsel. De bekende oogspecialist (die ook iemand van de Nederlandse koninklijke familie verzorgde) had hem verteld dat hij later ooit helemaal blind kon worden. Zelf merkte hij hoe hij geleidelijk minder zag, totdat hij met volle geweld een zak aardappelen naast de kar neerplofte in plaats van er op. En zo was hij aanwezig in de Eucharistie te Gent. Toen hij pater Tardif de Evangelietekst hoorde voorlezen:… “blinden zullen zien”, kon hij weer zien. Hij riep het uit, en begon heftig met zijn stok te zwaaien maar de mensen zeiden dat hij zich stil moest houden. Daarna ging hij naar zijn oogspecialist. De verpleegster was erg onvriendelijk en zei dat hij niet genezen was. Hij protesteerde en wilde de kleine tekst van een krant lezen maar kreeg de kans niet. Hij wilde de dokter zelf spreken. Deze gaf hem de hand, duwde hem meteen buiten en sloot de deur. Louis vertelde dat hij dezelfde houding ook aantrof bij enkele van zijn vorige vrienden. Toen Louis wilde zeggen hoe prachtig het is de gewassen te zien groeien, draaiden ze om en vertrokken. Hieruit blijkt hoe onze maatschappij nog leeft vanuit een verouderd mechanistisch, positivistisch wereldbeeld, opgevat als een horloge. Het is het beeld van de 18e eeuw, dat door nagenoeg alle grote natuurkundigen al lang is opgegeven. De meeste geleerden geven aan  het mysterie in onze werkelijkheid een grote ruimte. Wanneer er echter iets gebeurt dat door positivistische uitleg niet kan verklaard  worden, verliezen velen de trappers en kunnen dit niet aanvaarden. Toch zijn de belangrijkste gebeurtenissen in ons leven, geestelijke ervaringen, die niet positivistisch meetbaar zijn en niet minder  werkelijk.

Jezus zelf zegt dat we “opnieuw” (Grieks: anothen = ook “van boven”) moeten geboren  worden, d.w.z. vanuit de hoge, vanuit de heilige Geest  (Johannes 3, 7). Dan wordt ons leven niet meer louter menselijk bepaald volgens de natuurlijke logica, maar krijgt het een goddelijke dynamiek. Wie werkelijk zijn  leven geeft aan de gestorven en verrezen Heer Jezus Christus, wie vraagt om met zijn Geest vervuld en door Hem geleid te worden, zal krijgen wat hij oprecht vraagt en van binnen uit geleid worden door Gods Geest.                                                                                              

P. Daniel, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 28.7.23

Nvdr: foto’s vindt u terug op Deir MarYakub El Mukata indien de techniek en IT-aansluiting het toelatenNvdr: foto’s vindt u terug op Deir MarYakub El Mukata indien de techniek en IT-aansluiting het toelaten.

Flitsen

  • Omdat het zo warm is wordt een zwembad geïnstalleerd, speciaal voor de vier kleinsten, die de opbouw heel enthousiast volgen en maar niet kunnen begrijpen waarom ze tot de volgende dag moeten wachten vooraleer er water in is.
  • Het citroenkruid wordt voor de eerste keer geknipt en gedroogd om als excellente thee te dienen.
  • De eerste lichting van de nieuwe viskweek wordt gevangen en gegeten.
  • Rond de nieuwe “médicinale” is er nog heel veel werk van bouwen en opruimen.
  • Een nieuw humanitair project. Hier wordt hard gewerkt aan een model van een soort sterke, verplaatsbare kiosk, waarin het brood wordt opgeslagen. Er zullen 50 van deze kleine verdeelcentra of  broodhuisjes gemaakt worden en over heel Syrië verspreid. Het is de bedoeling om  Syriërs, die steeds armer worden goedkoop aan brood te helpen.
  • Donderdagmorgen valt een TV-ploeg van Syrië en Iran binnen om een opname van het klooster te maken.

*

Over de Betrouwbaarheid van de Heilige Schrift (3)

Wie gaf de goddelijke autoriteit aan de bisschoppen om over de canon te beslissen?

Vorige week hebben we gezien dat de Heilige Kerk, geleid door de Geest van God die in alle waarheid leidt (cf. Johannes 16,13), de canon (lijst van boeken) van het oude Testament heeft vastgelegd. Dit gebeurde uiteindelijk in de tweede helft van de 4e eeuw na Christus. De verschillende bisschoppen van het hele Middellandse Zeegebied beslisten in unanieme overeenkomst welke boeken goddelijk geïnspireerd waren en welke niet. Maar vanwaar en van wie hebben zij die autoriteit gekregen? Op deze vraag willen we vandaag verder ingaan[1].

Hoewel het Nieuwe Testament geen lijst van canonieke boeken geeft, geeft het duidelijk aan dat Jezus de apostelen machtigde om gezaghebbende uitspraken te doen over de religieuze wet. Het meest treffende voorbeeld is te vinden in de uitspraak van Jezus aan Petrus in Caesarea Filippi:

 “Ik zeg u, u bent Petrus, en op deze rots zal ik mijn Kerk bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen. Ik zal je de sleutels van het koninkrijk der hemelen geven; wat je op aarde bindt, zal in de hemel gebonden zijn, en wat je op aarde ontbindt, zal in de hemel ontbonden zijn (Mt 16, 18-19).

De termen “binden” en ” ontbinden ” verwijzen naar autoritaire beslissingen met betrekking tot de religieuze wet. De religieuze wet werd (en wordt nog steeds) halakhah genoemd, van het werkwoord halakh, “wandelen”. Halakhah is dus de manier waarop we “wandelen”, d.w.z. de manier waarop we ons gedragen. “Binden” betekende gedrag verbieden; “ontbinden” betekende gedrag toestaan. In de praktijk bonden en ontboden de Farizeïsche schriftgeleerden religieuze wetten voor het volk Israël: Jezus verwijst naar hun uitoefening van religieus gezag (en keurt het zelfs gedeeltelijk goed!):

“De schriftgeleerden en Farizeeën zitten op de stoel van Mozes; breng in praktijk en neem in acht wat zij u zeggen, maar niet wat zij doen; want zij prediken, maar brengen het niet in praktijk. Zij binden lasten die zwaar en moeilijk te dragen zijn en leggen die op de schouders van de mensen, maar zelf willen ze die niet dragen” (Mt 23,2-3).

Het doel van Jezus’ verklaring in Caesarea Filippi is om Petrus – en later de apostelen met hem – de autoriteit te geven om “bindende” beslissingen te nemen over de religieuze wet voor Gods volk: “Ik zeg u de waarheid, wat gij op aarde bindt, zal in de hemel gebonden zijn, en wat gij op aarde ontbindt, zal in de hemel ontbonden zijn” (Mt 18,18). Eén van die kwesties van religieuze wetgeving was de juiste lijst van geïnspireerde boeken, d.w.z. de canon. Jezus leerde de apostelen, door woord en voorbeeld, welke boeken deel uitmaakten van de gezaghebbende Joodse Schriften, en zij gaven op hun beurt deze traditie, evenals de autoriteit om ‘te binden en ontbinden’, door aan hun opvolgers, de bisschoppen van de Kerk, die zich expliciet met de kwestie van de canon begonnen bezig te houden in de tweede helft van de vierde eeuw, toen de omstandigheden gunstig waren voor de verduidelijking van de kerkleer. Hun beslissingen over de canon hadden betrekking op de boeken die in de openbare eredienst gelezen mochten worden.

Als er nog enige twijfel zou bestaan over de belangrijke rol die de opvolger van Petrus in dit proces speelde, laten we dan het Concilie van Carthago in het jaar 419 als voorbeeld nemen. Na verklaard te hebben dat alleen de “canonieke Schriften”in de kerk” gelezen mochten worden onder de “naam van de goddelijke Schrift” en een gezaghebbende lijst te hebben gegeven, verklaarde het Concilie ook dat zijn canon van de Schrift voorgelegd moest worden aan de bisschop van Rome – Bonifatius I, de tweeënveertigste opvolger van Petrus – ter bevestiging van zijn beslissing:

“Laat dit naar onze broeder en confrater Bonifatius (Paus van Rome) en de andere bisschoppen van deze streken worden gestuurd, opdat zij deze canon bevestigen, want dit zijn de zaken die wij van onze vaderen hebben ontvangen om in de kerk te lezen”[2].

Uiteindelijk is het de Heilige Geest die de Kerk leidt naar de geloofszekerheid dat de drieënzeventig boeken van de canon van de Schrift (46 van het Oude Testament en 27 van het Nieuwe Testament) geïnspireerd zijn door God: “Wanneer de Geest der waarheid gekomen is, zal Hij u in alle waarheid leiden” (Joh 16,13).

Vanaf volgende week willen we een ander punt aansnijden betreffende de Heilige Schrift. We weten nu hoe de canon tot stand kwam en dat de Kerk haar grenzen heeft vastgelegd. Laten we ons dan buigen over dat eerste boek – Genesis – en uitpluizen wie dat werk geschreven heeft. De Traditie zegt ons dat het Mozes was, maar is dat werkelijk mogelijk, zijn daar ook wetenschappelijke bewijzen voor? Dat is stof voor de komende weken.

Maar vooraleer  daarmee  te beginnen, geven we volgende keer eerst de reactie van een van onze geïnteresseerde lezers, die graag de betrouwbaarheid van de Schrift op zijn wijze wil onderlijnen.

Varia


[1] Wat volgt is een samenvatting van het boek A Catholic introduction of the Old Testament geschreven door professors in Theologie Dr. Brand Pitre en Dr. John Bergsma.

[2] Council of Carthage, A.D. 419, canon 24, in NPNF2 14:454.