Verloren jeugd

Issa syria boy FSA

De titel van de documentaire luidt letterlijk vertaald “Waar kindheid stierf”. In talrijke gevallen… waar kinderen stierven. Het is het verhaal van Syrische kinderen die tijdens de bezetting van islamistische terreurgroepen verplicht ingelijfd werden als strijders én gedwongen werden toe te kijken (… of erger) bij barbaarse slachtpartijen.

Het Syrische leger heeft deze regio terug heroverd. De kinderen zullen echter nooit vergeten wat hen aangedaan werd, wat ze beleefd hebben, hoe ze ontvoerd en gehersenspoeld werden, hoe ze moesten werken, en hoe ze – om in leven te blijven – deel namen aan barbaarse praktijken. De onzichtbare littekens op hun ziel zijn dikker dan de littekens van fysische letsels.

Wij zijn hier bekommerd om de leerachterstand die scholieren oplopen door de sluiting der scholen. En dat moet ook zo zijn. Kinderen zijn onze toekomst. Als men echter bekijkt wat onder “rebellen”democratie een “normaal” leven voorstelt dan worden enkele maanden in te halen leerstof relatief onbelangrijk. Dat we er heelhuids uitkomen, gezond en wel, dàt is waar het om gaat. Ook in Syrië, waar de sancties ondanks de precaire toestand onverminderd zwaar wegen op de bevolking. Wie hulp stuurt is meteen het mikpunt van de VSA en de EU.

Keren we terug naar het “rebellen”-fata morgana (… wie een verschil ziet met het ISIS-Kalifaat mag het ons melden), waar er geen plaats was voor het kind-zijn. Kijk even mee naar bijgaande film, die achteraf, na het verdrijven van de terroristen, ze kregen in ruil voor wapenstilstand een vrijgeleide naar Idlib, gedraaid werd. Onder de leiding van dikwijls buitenlandse terroristen, moesten de kinderen vechten tegen hun eigen landgenoten, tegen hun eigen familieleden. Een 6-jarig meisje moest leren met wapens om te gaan. Een 11-jarig jongetje moest tunnels graven en vechten voor en bij Jaish Al Islam. Een tiener kreeg een scherpschuttersopleiding en ze gooiden hem vervolgens in de gevangenis, waar hij gefolterd werd. Of voetballen met hoofden van tegenstanders als pedagogische insteek. En als gevolg dikwijls het Stockholmsyndroom uit overlevingsdrang. Talrijke kinderen kunnen het niet meer navertellen, hebben geen psychische hulp meer nodig. De film neemt de kindterroristen mee naar de tunnels, naar een ondergrondse oorlogsarena, met kamers, vergaderzalen, medische voorzieningen, labo’s, parkeerplaatsen voor auto’s… Het ergste wat wij uit deze documentaire onthouden is één zin van een jongen: “We geraakten eraan gewoon.” Afgestompt.

Hun familie, een leraar en een kinderpsycholoog vertellen over de diepliggende, emotionele schade die aan de kinderen berokkend werd… en over hun pogingen deze te herstellen.

Arabisch gesproken, Engelse ondertiteling. Ook als u geen van beide talen machtig bent, dan nog zal u perfect begrijpen waar het om gaat. Misschien heeft u hem al ergens gezien. Noteer echter dat dezelfde terroristen, zgz. “gematigde rebellen”, van Jaish Al Islam zich nu in Idlib bevinden, waar ze kunnen rekenen op de bescherming van Erdogan. En die nu met de coronacrisis een toegevoegde engelbewaarder hebben in de vorm van de Guterres-oproep om de wapens neer te leggen. En wat met de sancties, mijnheer Guterres? (…)

De film is intussen meer dan een jaar oud. En toch blijvend actueel. Opdat iedereen zich herinnere, waartoe mensen in staat zijn. Waar geen plaats is voor het kind-zijn.

Onderstaande film geeft een uitgebreid beeld van het immense tunnelnetwerk in Douma, waar achteraf pas duidelijk werd hoe de terroristen noodhulp, voedsel en drank, medicijnen e.a. noodzakelijke producten in ondergrondse magazijnen opsloegen en tegen woekerprijzen verkochten aan de plaatselijke bevolking. “Prutsen aan de keukentafel”?

Na de bevrijding door het Syrische leger woede en vreugde om de vondst van noodhulp door Jaysh al Islam in beslag genomen. Hier ziet u beelden van de bevolking die voorraadplaats vindt en zichzelf bedient:

Douma herpakt zich… al is de nood nog enorm groot.

Afsluitend deze film van een sermoen gegeven door een Jaysh al Islam leider in het noorden van Syrië. Ze genieten daar de bescherming van de Verheven Leider, hebben de Koerden verdreven, en doen daar net hetzelfde als in Douma. De sermoen gaat over verboden en toegelaten zondes. Eigenlijk verbiedt de islam het roven van oorlogsbuit, maar speciaal voor hen heeft Mo speciale volmachten uitgereikt, want Allah zag dat het volk zwak en onkundig was. Vandaar dat het in deze omstandigheden wel degelijk màg en zelfs aanbevolen wordt. Ongelovigen zijn immers niet beter dan honden. Hij noemt het hulp aan de moslims.