Een verslag uit Syrië, zonder poco bril

Nogmaals onze verontschuldigingen aan pater Daniël en aan onze lezers voor de vertraging.  Deze nieuwsbrief dateert van 7.1.21.  

Flitsen

Na de  vespers van oudjaarsavond hebben we de tijd genomen om God te danken voor al het goede dat we dit jaar mochten ontvangen, alsook om elkaar om vergeving te vragen en elkaar vergeving te schenken. Om half elf vierden we de Eucharistie (Latijnse ritus) die tegen middernacht eindigde. Als overgang naar het nieuwe jaar zongen we het Te Deum. In de refter aten we een kleine versnapering. Er waren kaarten voorbereid met daarop de namen van alle leden van de  gemeenschap en een heilige. Wie een kaart trekt neemt die bepaalde heilige als gids voor het hele jaar en bidt voor de medebroeder of zuster die vermeld  staat. Tenslotte werd voor ieder nog een Bijbeltekst  gekozen en gelezen.

Een christelijk gezin met 2 jongetjes (3 j en 7 j) verblijft deze dagen bij ons om wat vertrouwd te raken met de gemeenschap. Zij zullen het conciërgegezin worden aan de grote poort. Voorheen was er een moslimgezin, waarvan de vader, een zeer zware hartpatiënt, inmiddels overleden is en de vrouw wilde met haar drie kinderen bij haar broer en zus in Qâra gaan wonen. Ze blijft wel bij ons werken. Dit gezin is christelijk en regelmatig samen met ons aanwezig in de liturgische diensten terwijl de kinderen inmiddels vriend zijn van iedereen.

Voor de Syrische moslims heet 1 januari als begin van een nieuw jaar “na Jezus Christus” niet dezelfde betekenis als voor christenen. Een 15 tal arbeiders was bezig met het beton storten op het dak van het fabriekje in aanbouw. Ibrahim, onze verantwoordelijke voor het terrein, had graag dat ik die werkzaamheden op dit cruciaal moment zou zegenen. Zo trok ik ’s middags, op Nieuwjaarsdag met stola, het boek van de zegeningen en wijwater naar de werkzaamheden. Sommige arbeiders die aan de theepauze bezig waren boden me achteraf gastvrij thee aan  (in een glaasje dat al door anderen was gebruikt en dat ook na mij gul aan anderen zal worden aangeboden. Leve de pré-corona mentaliteit.

Op zondag 2 januari celebreerde ik de byzantijnse liturgie (het voor-feest van de Epifanie of Openbaring), wat voor mij niet mogelijk is zonder de uitdrukkelijke bijstand van fr Jean als diaken, die zich hierin goed heeft bekwaamd. Het aankleden, wassen van de handen en snijden van het brood is een ritus die bijna zo uitgebreid is als een hele Latijnse Eucharistie. Het middelste gedeelte van het brood met de stempel IC XC NI CA (Jezus Christus Nicanor – Overwinnaar), vertegenwoordigt het Lam Gods. Daarna snijdt de priester een driehoekje voor Maria, vervolgens kleine stukjes voor de engelen en heiligen, waarna voor de intenties van levenden en overledenen en tenslotte voor hen die communiceren. Dit alles wordt  vergezeld van gebeden en bewieroking.

Toen we woensdag de gebeden van de “koninklijke uren” beëindigd hadden, kwam de gemeenschap van het Syrisch-katholiek klooster van Mar Moussa op bezoek. Deze bijzondere ontmoeting  brengen we in een afzonderlijk verslag. Het was een gezamenlijk voorstel van moeder Agnes-Mariam én van de prior van Mar Moussa abouna Jihad. Na dit erg hartelijk treffen, zijn we nog een lange tijd blijven napraten.

We vernamen meer details over de wijze waarop moeder Agnes-Mariam, moeder Marie-Claire en zr Carmel die eerste harde periode van de heropbouw hebben beleefd en welke plaatsen ze hebben bezocht in N. Syrië, Turkije en Irak om het monastieke patrimonium van Antiochië te leren kennen. Om half tien ’s avonds begonnen we de plechtige “paramonie” (vigilie) van Epifanie, die we halverwege onderbraken. Op donderdag zelf vierden we het overige met de Byzantijnse Eucharistie en de uitgebreide wijding van het doopwater, wat samen nog een viertal uur in beslag nam. ’s Middags gebruikten we het middagmaal als ’n picknick in de laatste zonnestralen op het voorplein.

De Openbaring van de diepste Eénheid

Het klooster van Mar Moussa,  hoog in het gebergte, op 17 km van het centrum van Nebek, werd gesticht door de heilige Mozes (vandaar Mar Moussa), de Ethiopiër, een  koningszoon, die monnik was in Mar Yakub en rond 628 de marteldood stierf. Deze Mozes zou vertrokken zijn omdat hij een grotere eenzaamheid wilde opzoeken. De energieke Italiaanse jezuïet, Pater Paolo dal’Oglio heeft zich sinds 1984 ingezet voor de heropleving van dit klooster en heeft het ook internationaal bekend gemaakt. Door de oorlog is van hem helaas niets meer bekend en algemeen wordt aanvaard dat hij door terroristen werd gekidnapt en gedood. Inmiddels is er een andere verantwoordelijke priester, de Syrische-katholieke abouna Jihad. Hij verlangt een nauwe samenwerking met het Grieks-Melchitisch katholieke klooster van Mar Yakub. Tussen beide katholieke kerken zijn er historisch bepaalde verschillen ontstaan. Abouna Jihad was aanwezig bij de recente diakenwijding van fr. Jean en van onze kant zijn wij regelmatig blijven opklimmen langs de ongeveer 500 treden naar Mar Moussa. Een samenwerking kan voor beide gemeenschappen een grote genade zijn, wat uiteraard ook geldt voor alle 5 religieuze gemeenschappen in Qalamoun (2 in Saydnaya, een in Ma’aloula, Mar Moussa in Nebek en Mar Yakub in Qâra).

https://english.alarabiya.net/features/2020/06/14/Mass-grave-in-Syria-may-explain-disappearance-of-famous-Italian-Catholic-priest

Op woensdag hebben we na de “koninklijke uren” de gemeenschap van Mar Moussa in de kerk ontvangen.  Samen hebben we onder hun leiding de Eucharistie gevierd in de Syrisch katholieke ritus.  De groep telde zes broeders, waarvan drie priesters (2 Syrische, één Poolse) en drie zusters (één Syrische, een Italiaanse en een Vlaams meisje uit de Kempen). Een van de broeders is Italiaan.  Pater Jihad ging voor.  Pater Jacques gaf vooraf een inleiding over de oude Syrisch katholieke liturgie, afkomstig uit Jeruzalem. Wat een prachtige gewaden,  wat een sobere maar indrukwekkende gezangen, wat een diepe eerbied voor dit heilig mysterie! Uiteraard zijn er vele gelijkenissen met de byzantijnse Eucharistie volgens de Grieks-Melchitische ritus maar toch ook vele eigenheden. Er wordt ruim tijd besteed aan de vrije “voorbeden”.  De priester breekt voor de communie het heilig Brood en doopt ieder deeltje in het heilig Bloed vooraleer het uit te reiken op de tong. Epifanie is oorspronkelijk het feest van de verschillende “openbaringen” van God maar werd uiteindelijk met bepaalde gebeurtenissen uit het leven van Jezus verbonden: zijn geboorte in Bethlehem, de aankondiging aan de herders, het bezoek van de Magiërs en uiteindelijk de doop van Jezus in de Jordaan, als begin van zijn openbaar leven. De twee grote mysteries zijn de Menswording van God in Jezus voor de verlossing van de mensen en de Eenheid van de Drie-ene God. In zijn homilie onderlijnde abouna Jihad ook terecht het unieke van de openbaring van de Drie-ene God bij Jezus’ doopsel: “En zie, daar ging de hemel open en Hij zag de Geest Gods neerdalen in de gedaante van een duif en over zich komen; en een stem uit de hemel sprak: Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in wie Ik welbehagen heb” (Mattheus 3, 16-17). Het is de diepste Eénheid.

Na de maaltijd bleven we in de refter waar iedereen zich voorstelde. Het bracht ons tevens naar de heroprichting van Mar Yakub. Immers, toen moeder Agnes-Mariam op zoek was naar een plaats voor een nieuwe stichting, reed ze met de priester Jacques (toen nog frater) naar Homs. Ter hoogte van Qâra zei abouna Jacques dat zich hier een ruïne bevond van een heel oud klooster en moeder Agnes-Mariam wilde die bezoeken. Daarop bezocht ze de bisschop van Homs, Ibrahim Nehme die tranen in de ogen kreeg toen hij begreep dat er na zes jaar zoeken eindelijk een mogelijkheid was om deze ruïne te herstellen.

In de kennismaking begrepen we ook hoe God zijn weg gaat in iedere broeder en zuster. Abouna Jacques werd vier maanden vastgehouden door terroristen maar kon met de hulp van een moslim ontsnappen. De spiritualiteit van Mar Moussa kunnen we samenvatten met drie woorden: stilte – handenarbeid – gastvrijheid. De eerste zorg blijft het zoeken van Gods Aanschijn, die in de stilte tot ons spreekt en ons leidt. Handenarbeid is wezenlijk voor een gezonde ontwikkeling, menselijk en geestelijk alsook voor het levensonderhoud. En in de gastvrijheid stellen we ons open voor de noden van de anderen. De gemeenschap van Mar Moussa steunt actief een Syrisch katholieke parochie in de buurt en heeft nog twee stichtingen, elk met 2 personen: in de omgeving van Rome en in Koerdistan.

Als afsluiting bezochten we de grotten en de kleine binnentuin met het St. Jozefsklooster in aanbouw.

Jezus drukte zijn diepste wens vóór zijn lijden en sterven aldus uit: “Mogen allen één zijn zoals Gij Vader in Mij en Ik in U; dat ook zij in Ons mogen zijn” (Johannes 17, 21). Bij de indrukwekkende  byzantijnse vieringen denk ik onwillekeurig terug aan de succesvolle “jeugdmissen” van de “gouden” jaren ’60. Ook in de Vlaamse Kempen was er toen een nieuwe, moderne kerk waar ‘s zondag de jeugd naartoe stroomde met hun gitaren. De jeugd kon er zich helemaal uitleven. Deze vieringen verdwenen echter even snel als ze opgekomen waren en de kerk zelf was enkele decennia later in onbruik. Kerk en Eucharistie zijn vóór alles een uitnodiging om met de grootste eerbied Gods aanschijn te zoeken en in éénheid te treden met de Drie-ene God. Het monastieke leven met zijn ontzagwekkende liturgie is hiervoor een bijzonder geschikte “smalle weg”, met blijvende waarde voor alle tijden.

En dit nog

*