Nijvere Vlaming, zuiderse Waal

Nijvere Vlaming, zuiderse Waal

Het is een constante die al vele jaren meegaat: in Wallonië ligt het ziekteverzuim een stuk hoger dan in Vlaanderen. Dat blijkt nog maar eens uit de cijfers die ons Kamerlid Barbara Pas opvroeg bij de bevoegde ministers.

Die vaststelling geldt zowel voor de privébedrijven als de ambtenarij. Voor 2015 is het nog te vroeg om gegevens te verkrijgen, maar voor 2014 zijn inmiddels alle beschikbare cijfers bekend.

Laten we beginnen met de privésector. Een totaalbeeld van het ziekteverzuim is voor deze sector niet voorhanden. Dat komt omdat er bij ziekte van een werknemer eerst een periode van gewaarborgd loon is die door de werkgever wordt betaald. Pas daarna komt de ziekteverzekering tussen. Probleem is dat er ter zake verschillende stelsels bestaan, waardoor men geen zicht heeft over het aantal ziektedagen die binnen de periode van gewaarborgd loon vallen. De cijfers slaan dus uitsluitend op het aantal dagen dat door de ziekteverzekering word uitbetaald. Het werkelijke ziekteverzuim in de privésector ligt bijgevolg een stuk hoger dan de cijfers die we hebben, maar zal allicht niets afdoen aan de communautaire verschillen. De bijgevoegde tabel toont aan dat men in Wallonië in de privésector 10% meer ziek is dan in Vlaanderen. In Brussel ligt het cijfer een heel stuk lager, maar de vraag is of dit door de specifieke grootstedelijke arbeidsmarktsituatie wel vergelijkbaar is met de andere gewesten.

En dan de federale overheidssector. Daarvoor zijn wel volledige gegevens beschikbaar. Een federale ambtenaar is gemiddeld 17,65 dagen per jaar in ziekteverlof. Maar er zijn ook hier regionaal grote verschillen. De Duitstaligen zijn het minste ziek, maar deze gegevens zijn statistisch niet representatief door het kleine aantal Duitstalige federale ambtenaren. Opmerkelijk is vooral het grote verschil tussen Vlaamse en Franstalige ambtenaren: deze laatste blijken immer 25% meer ziek te zijn dan hun Vlaamse collega’s.

Arbeidsethos

Eén vaststelling is over de jaren en over alle sectoren heen dan ook een constante: in Wallonië ligt het ziekteverzuim een stuk hoger dan in Vlaanderen. Barbara Pas vroeg minister van Ambtenarenzaken Vandeput (N-VA) waar dit communautaire verschil aan gelegen is. De minister haalde daarvoor allerlei mogelijke redenen aan: de economische context, de vergrijzing, de werkdruk, de woonomgeving en zelfs de kwaliteit van het leefmilieu (!). Dat lijken ons evenwel weinig relevante verklaringsgronden te zijn. Twee andere mogelijke redenen lijken ons fundamenteler, maar worden door de N-VA-minister niet vermeld. Daar is enerzijds het arbeidsethos (de wil tot werken, het plichtsgevoel door arbeid bij te dragen aan de samenleving). Dat is aan Franstalige kant iets meer zuiders van aard dan in Vlaanderen. En wellicht zullen ook de verschillende medische culturen in beide gemeenschappen een rol spelen. Een Waalse arts zal met andere woorden vermoedelijk iets sneller en langer ziekteverlof voorschrijven dan zijn meer plichtbewuste Vlaamse collega.

Dat Vlamingen hardere werkers zijn dan hun zuiderburen is in alle geval geen vooroordeel, maar wel degelijk harde realiteit. Dat tonen alle beschikbare cijfers al vele jaren aan.

Peter Lemmens