Amalek als rechtvaardiging voor de verdrijving der Palestijnen

In een Hebreeuwse toespraak op 28 oktober 2023, toen de Israëlische premier Netanyahu de grondinvasie van Gaza aankondigde, beriep hij zich tot gebeurtenissen in de Bijbel om het bloedbad van burgers te rechtvaardigen:

“Jullie mogen niet vergeten wat Amalek u heeft aangedaan, zegt onze heilige Bijbel. En we herinneren het ons. En we vechten. Onze dappere troepen en strijders, nu in Gaza en in alle andere delen van Israël, sluiten zich aan bij de rij joodse helden, een rij die 3000 jaar geleden begon, van Joshua ben Nun tot de helden van 1948, de Zesdaagse Oorlog, de oorlog van oktober 73 en alle andere oorlogen in dit land. Onze heldentroepen hebben één overheersend hoofddoel: de moorddadige vijand volledig te verslaan en ons bestaan in dit land veilig te stellen.2

Wie was Amalek? Bij de uittocht van het volk van Israël uit Egypte had het Arabische volk der Amalekieten de weg verhinderd, d.w.z. de weg naar het beloofde land Palestina geblokkeerd. Volgens 1.Samuelis, par. 15 van het Oude Testament beval de priester Samuel de koning van Israël, Saul, in opdracht van de Heer: “Ga heen, en vernietig de Amalekieten, en verban hen met alles, wat zij hebben. Heb geen mededogen, dood hen allen, zowel mannen als vrouwen, kinderen en zuigelingen, runderen en schapen, kamelen en ezels.”

Daarom houdt houdt Netanyahu zich het recht voor om zelfs de huidige Arabische Palestijnen, die het land Palestina voor de zionisten “onmogelijk” maken, met vrouwen en kinderen, te vernietigen.
Het is het waanzinnige vasthouden aan omstandigheden van 3000 jaar geleden alsof de tijd heeft stil gestaan.

Bisschop Johan Bonny verduidelijkt:

De situatie van toen is te raadplegen in het 2de Boek van Mozes, par.. 17. De Israëlieten leden grote dorst in de woestijn, ze mopperden tegen Mozes en betwijfelde de juistheid van zijn beslissingen, nl. om Egypte te verlaten. Mozes bad tot de Heer, die hem de opdracht gaf om met zijn staf tegen een rots te slaan, waaruit water voor het volk zou vloeien.

“De naam van de plaats was Massa (Probeer) en Meriba (Hader) ten wille van de kinderen Israels, en dat zij den HEERE verzocht hadden, zeggende: Is de HEERE onder ons of niet?”
Dan wordt het onmiddellijk in vers 8 vermeld:
“Haar kwam Amalek en streed tegen Israël in Rafidim.”
13 En Jozua dempte Amalek en zijn volk bij de scherpte van het zwaard.
En vers 13 Verder zeide: De HEERE zeide tot Mozes: Schrijf dit in een boek tot vergezelafing, en

Israël had zijn missie in gang gezet.. Dit omvatte de onvoorwaardelijke trouw aan zijn god Jahweh, die deze ontwikkeling begeleidde, afwijkingen bestrafte en vijanden bedreigde..
Het volk begon echter te twijfelen aan zijn missie en hun God in de situatie, hierboven beschreven, en keerde liever terug naar Egypte, waaruit Mozes hen had geleid. In deze situatie van innerlijke zwakheid staat: toen kwam Amalek en streed tegen Israël.

Israël had door Jahwehs missie nog voor zich. Dit omvatte de onvoorwaardelijke trouw aan Jahweh, die deze ontwikkeling controleerde, afwijkingen bestrafte en vijanden, die een bedreiging vormden, uitschakelde.
Het volk begon echter omwille van de moeilijkheden aan de missie en hun God Jahweh en wilde liever terugkeren naar Egypte, waaruit Mozes het als teken van zijn mogelijkheden zojuist geleid had. In deze situatie van zwakheid binnenin staater dan: En toen kwam Amalek en streed tegen Israël.

Het is alsof de innerlijke zwakheid, de verleiding van de innerlijke vijand, als het ware een externe vijand produceerde die de verhindering van de missie met geweld zou uitvoeren. Amalek werd als het ware een symbool van de dreigende vernietiging van de grote volksopdracht, en deze moest volledig worden vernietigd, zelfs bewustzijn gewist worden.

De taal van de Bijbel is fantasierijk, d.w.z. er worden vooral geestelijke gebeurtenissen beschreven in fysieke beelden. De beelden zijn daarom niet noodzakelijk letterlijk te interpreteren. Het is daarom nog steeds de vraag of het werkelijk ging om de volledige fysieke vernietiging van het volk van de Amalekieten met ‘mannen en vrouwen, kinderen en zuigelingen’ en niet over de volledige uitroeiing van de vijand binnenin, waarvan Amalek slechts het symbool was.

In ieder geval werd de externe verdediging van Israël tegen Amalek, die de door Jahweh uitgestippelde weg naar Palestina wilde verhinderen, in die tijd gerechtvaardigd. De vervulling van zijn taak lag immers nog in de toekomst en moest worden beschermd tegen zijn vijanden, zodat de vervulling niet zou verhinderd worden.

Het huidige kunstmatig samengestelde ‘volk’ van Israël, verzameld uit verspreide joden afkomstig uit heel de wereld, dat nog steeds selectief strikt aan het oude overlevende geloof vasthoudt, heeft een dergelijke goddelijke taak niet. Een verwijzing en rechtvaardiging met woorden van de toenmalige Israëlische God Jahweh is een waandenkbeeld. Eigenlijk bestaat slechts nog de naam. God zelf had zijn eigen missie met het toenmalige volk van Israël vervuld. Het is de vraag welk wezen vandaag achter zijn naam schuil gaat en hoe het de joden inspireert wanneer ze tot Hem bidden.

Diverse bronnen:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Amalekieten

https://www.eo.nl/artikel/een-eeuwenoude-strijd-tussen-joden-en-de-amalekieten

https://wol.jw.org/nl/wol/d/r18/lp-o/1963644