De media-oorlog tegen Syrië (+video met vraaggesprek)

Wie zich afvraagt hoe het nu eigenlijk met het OPCW-onderzoek naar de inzet van chemische wapens in Syrië (Douma) gesteld is, blijft op zijn honger zitten. Ondergesneeuwd onder brood en spelen.  Koning Voetbal primeert.  Een enigszins andere situatie dan met het tussentijds rapport van 7.4.18. Enkele uren na de publicatie wisten de media immers al wat de inhoud was. Toch?

Het OPCW-verslag is zowel qua taalgebruik als inhoud ingewikkeld. Bovendien in het Engels en de grote meerderheid der politici en/of journalisten zijn niet in staat binnen die korte tijd het te begrijpen, te vertalen en te verwoorden in een samenvattend begrijpelijk artikel. Men moet niet alleen over de taal- en vakkennis beschikken, maar ook over de plaatselijke omstandigheden: geografisch, militair, weerkundig…

Of er één persmuskiet het verslag volledig gelezen en/of begrepen heeft is eerder twijfelachtig. En toch verschenen er quasi met de snelheid van het licht koppen zoals: “OPCW vindt ‘chloor’ in Douma” (Reuters). Al Jazeera (Qatar) maakte bekend: “Voorlopig OPCW-rappot heeft bewijzen van chloorgebruik in Douma”. Bij Spiegel-Online, ZDF, Tagesschau.de en andere Duitstalige media klonk het uni sono – met bronvermelding dpa – dat het OPCW “chloorgassporen gevonden had, echter geen zenuwgas”.

Geen zenuwgas. Bij vroegere onheilsberichten werd medegedeeld dat sarin ingezet werd. En ja hoor, westerse media zijn niet alleen bewuste leugenaars, ze zijn bovendien selectief waarheidsgetrouw, want niet alle media vermeldden – zelfs niet in de rand – dat er geen zenuwgas gevonden werd.

En zo werd de zeven jaar durende mediahetze tegen de Assad-regering voortgezet met vooringenomen stellingen en meningen (… geen feiten) van westerse politici, media en NGO’s. Duidelijk toch? Op een rijtje de poco nieuwsmedelingen:

  1. Er werd chloorgas (gif) in april in Douma gebruikt,
  2. Door de Assad-regering die soortgelijke misdaden al herhaaldelijk had bedreven,
  3. Omwille van 1. en 2. hadden de VSA, G.B. en Frankrijk met meer dan 60 van hun modernste raketten doelwitten in Syrië aangevallen… het moet dus de schuld van de Assad-regering geweest zijn. Omgekeerde bewijsvoering. Meer moet dat niet zijn.

De Duitse regering uitte twee dagen na de rakettenaanval haar goedkeuring: Rusland had in de VN-Veiligheidsraad de rakettenaanval geblokkeerd en daarom verheugde de Duitse regering zich dat de VSA, G.B. en Frankrijk verantwoordelijkheid opgenomen hadden tegen Syrische chemische wapenfaciliteiten.

Dat minstens één der verwoeste instellingen een onderzoekscentrum in Barzeh was, verbonden aan de universiteit van Damascus, dat regelmatig door de OPCW bezocht en onderzocht wordt op de productie van chemische wapens, werd niet vermeld. Nergens in de poco media, nergens door politici benadrukt. Ook werd stilletjes verzwegen dat er nooit een spoor van chemische wapens of hun componenten gevonden werd. En wat er dan met de omwonenden na de bominslagen gebeurd was – geen gifgaswolk, geen reddingsploegen met maskers en beschermende kleding, geen waterspoelbeurten – kreeg ook geen aandacht.
Op 20.4.18 stelde de wetenschappelijke dienst van de Duitse Bundestag dan vast dat de militaire aanval der VSA, G.B. en Frankrijk inging tegen het volkerenrecht.

Sindsdien liep er veel water door de Eufraat. Russische experten die onmiddellijk na de gifgas-beschuldiging Douma bezochten, hadden het over opgezet spel met een gelukt filmscenario. Noch gifgas, noch slachtoffers. Ooggetuigen hadden het over de filmcrew van de Witte Helmen. Artsen, medisch personeel, zelfs zgz. “slachtoffers” ontkrachtten quasi onmiddellijk de beschuldigingen.

Het op 6 juli gepubliceerde tussenrapport van de OPCW meldt daadwerkelijk heel iets anders dan de Witte Helmen, de westerse regeringen, de hulporganisaties en de media beweren. Op vier plaatsen werden stalen genomen. Geen spoor van gifgas.
Punt 2.5 van het 26 blz-tellende rapport: “De analyse resultaten van de stalen die in OPCW-laboratoria onderzocht werden werden op 22.518 door de onderzoekscommissie (Fact Finding Mission Team) ontvangen. Eer werden geen fosfor-organische zenuwgassen of hun afvalproducten vastgesteld, noch in de stalen uit de omgeving, noch in de plasmastalen van de vermoedelijke dodelijke slachtoffers. Verschillende chloor-bevattende organische chemicaliën werden in stalen van plaats 2 en 4 gevonden, met resten van springstof.”
De betekenis van deze resultaten wordt verder geanalyseerd.

“Tot op heden zijn er meer dan 1000 natuurlijke chloorverbindingen bekend en daar bovenop vele kunstmatig verwekte. Chloor bevindt zich in kunststoffen en in bijna alle ontsmettings- en reinigingsmiddelen. Chloor wordt vooral bij waterreiniging ingezet. In het OPCW-rapport worden “chloor-bevattende organische chemicaliën vermeld”. Hierbij gaat het om stoffen die in de industrie als oplossingsmiddel, in hydraulische oliën, vries-middelen of in plantenbeschermingsproducten voorkomen. Hun schade aan het milieu is bekend.

In april 2013 berichtte het NTI (Initiatief Nucleaire Bedreiging) , refererend naar een artikel in Time Magazine dat Al Nusra Front (Al Qaeda) in augustus 2012 de enige chloorgas-fabriek in Aleppo bezet had. Fabriekseigenaar Mohammad Sabbagh verklaarde dat de fabriek weliswaar niet meer werkte, maar dat er op het terrein ca. 400 containers met elk 1 ton chloorgas opgeslagen waren.
De Syrische regering had de fabrieksbezetting onmiddellijk aan de VN en het OPCW gemeld om op het gevaar te wijzen.

Na de eerste chloor- of gifgasaanval in Khan al-Assal, in de buurt van Aleppo (19.3.2013), wendde de Syrische regering zich onmiddellijk aan de VN-Veiligheidsraad en vroeg om een OPCW-onderzoeksploeg ter plaatse te sturen. Syrië werd daarbij gesteund door Rusland, maar het duurde niet minder dan vijf maanden eer de westelijke veto-machten VSA, G.B. en Frankrijk toestemden. De inspecteurs kwamen uiteindelijk op 18.8.2013 in Damascus aan om vanuit de hoofdstad hun reis naar Aleppo voort te zetten. Op 21.8.2013 gebeurde dan – toevallig?- de grote aanval met chemische wapens in de omgeving van Damascus. Khan-al-Assal werd opgeborgen, vergeten. De inspecteurs onderzochten de gebeurtenissen in de omgeving van Damascus.

Tegenstrijdig met de beweringen / beschuldigingen door media en “Syrische oppositie” heeft de Syrische regering steeds de inzet der OPCW-inspecteurs gesteund. Telkens de beschuldiging of het vermoeden van chemicaliëngebruik geuit werd, werden de inspecteurs uitgenodigd om ter plaatse de situatie te onderzoeken. Ook na de zgz. chemische aanval in Khan Sheikhun op 4.4.17 vroeg de Syrische regering de luchtmachtbasis te komen onderzoeken waar Syrische jets de giftige lading zouden geladen hebben. De inspecteurs kwamen niet. Naar verluidt: te onveilig. Bijgevolg geen onderzoek, geen bewijs… maar wel een beproefd westers vonnis: Trump had de basis al laten bombarderen…

En opnieuw werd in april 2018 de Syrische regering ervan beschuldigd de OPCW de toegang tot Douma te beletten. Rusland zou volgens de poco media – die zich op rebellenbronnen baseren – de boel aan het opkuisen zijn, de bewijzen vernietigen. NGO’s wisten te melden dat Damascus het onderzoek geweigerd had. Nochtans staat in het OPCW-verslag op blz 4 beschreven hoe de OPCW-ploeg, het ingerichte OPCW-secretariaat, de Syrische regering en het Russische leger ter plaatse samenwerken om het onderzoek uit te voeren.
De algemene onveiligheid in Douma was de reden dat het OPCW pas een week na aankomst, op 20.4.18, met het werk kon starten. Mijnen en springstoffen moesten eerst verwijderd , de aanwezigheid van “slaapcellen” van de zgn. rebellen – de lieverdjes van Jaish al Islam – uitgeschakeld worden.

In het OPCW-verslag staat: “Op 18 april 2018 – tijdens een verkenningsbezoek op twee plaatsen – werd het veiligheidsteam door een woedende menigte gestopt en met kleine vuurwapens beschoten. Een handgranaat explodeerde. Twee personen werden gedood, een persoon gekwetst.”

Ook omwille van de hoge VN-veiligheidsvoorschriften werd de start van het onderzoek vertraagd. In het verslag worden ze opgenoemd:
– de gebieden die door het FFM Team (Fact Finding Mission), de OPCW-inspecteurs, bezocht worden moeten veilig zijn.
– de gebieden moeten 24 uur voor het begin van het onderzoek veilig zijn.
– het aantal begeleiders en verkenners van het UNDSS (United Nations Department of Safety and Security) en de Russische militaire politie, die het gebied voor de aankomst van de OPCW-inspecteurs controleren, moet verhoogd worden.
– politie moet ingezet worden om de bevolking te controleren.
– het aantal burgers, die zich in de te onderzoeken regio bevinden, moet verminderd worden omdat het mogelijk is dat een zelfmoordterrorist in de directe omgeving van het onderzoeksteam zou kunnen geraken.
– op de daken der gebouwen rondom moeten scherpschutters plaats nemen.

Tenslotte werd nog vermeld dat de permanente Syrische vertegenwoordiger bij het OPCW op 10.4.18 schriftelijk het OPCW-secretariaat verzocht had om de dringende komst van een FFM-team om de beschuldiging van gifgasgebruik op 7.4.18 te onderzoeken.

Hoewel dit en veel meer in het voorlopige OPCW-rapport van 6 juli 2018 te lezen is blijft het oorverdovend stil aan de vooringenomen westerse kant. Ook toen een delegatie, samen met het in beeld gebracht slachtofferjongetje naar Den Haag trok. Een “toneelstukje”, werd het smalend genoemd.

Retorische vraag: Welke politici, welke media, hadden de ballen om een rechtzetting over hun berichtgeving en/of beschuldigingen te publiceren?
U mag het ons melden. Onze redactie was op vakantie en bemoeit zich tijdens deze periode slechts met de dagindeling en menukeuze. Het zou ons verbazen mochten wij dit onverwacht en ongebruikelijk nieuws gemist hebben.

Vrij vertaald uit het Duits door onze redactie.  Met dank aan Karin Leukefeld, sinds 2000 een onafhankelijke journaliste in het M.O., sinds 2010 geaccrediteerd in Damascus.

Nvdr: We voegen alsnog deze video bij met een vraaggesprek in het Duits.  U kan de ondertiteling en geautomatiseerde vertaling via de icoontjes onderaan oproepen.  U zal merken dat Karin Leukefeld een realistische tante is, die zowel de fouten als de deugden van Assad vernoemt.  Maar zij stelt dat het land niet kan heropgebouwd worden zonder de werkende bevolking: boeren, ingenieurs, artsen… kortom de “vakkrachten” die naar West-Europa trokken.  Zij zijn daar broodnodig.  Zij stelt ook dat de sancties, het gebrek aan humanitaire hulp in de regio, waar de Assad-regering de lakens uitdeelt, het grootste gedeelte van het land dus, tegen het humanitair recht op hulp (zonder politieke voorwaarden) indruist.  Zij bevestigt dat vele, zeer vele Syriërs terug naar huis willen keren, maar de politieke wil in EUropa ontbreekt om hen daarbij te helpen.  De vluchtelingen worden gewoon politiek misbruikt; zij worden tegengehouden in EUropa om Syrië te verzwakken.  Onze redactie heeft al erover bericht hoe ze verplicht worden opnieuw mensensmokkelaars te betalen om überhaupt terug te kunnen keren naar hun thuisland.

Terug naar huis