“Extreemrechts” is overal en tegelijkertijd nergens…

Sarkozy doorbreekt taboe rond “extreemrechts”

Het was de voormalige Franse PS-voorzitter en Eerste Minister, Lionel Jospin, die in 2007 op France culture toegaf: “Tijdens de jaren van Mitterand was het antifascisme slechts theater. Er was nooit een echte fascistische dreiging in Frankrijk” – goede verstaanders wisten dat hij het had over Jean-Marie Le Pen.

Vandaag is het de beurt aan Nicolas Sarkozy, voormalig Frans president en achter de schermen nog steeds een kopman van conservatief rechts in Frankrijk, die het taboe rond “extreemrechts” (geeuw) doorbreekt. Op France 5 verklaarde hij op 7 september 2023: “Eric Zemmour is niet extreemrechts. Laat ons a.u.b. ophouden met dit gedoe rond extreemrechts, want wat betekent het? Niemand definieert extreemrechts. Als men niet links is, is men extreemrechts.”

Spijtig wacht ‘men’ steeds de pensioenleeftijd af…

Ook een gekende Franse politicoloog, Jean-Yves Camus, stelde vroeger al de onmogelijkheid vast om “extreemrechts” te definiëren, het woord is vandaag verworden tot het vast onderdeel van een scheldpartij. Zo stelde hij in de Franse krant Le Figaro op 18 juli laatstleden: “We leven vandaag nog onder een mythe, waarvan men denkt dat ze de massa nog mobiliseert: het kwaadaardige, zelfs duivelse, karakter van een “extreemrechts”, dat echter nooit wordt geconcretiseerd. Elke politieke tegenstander kan worden gebrandmerkt als extreemrechts, wat voldoende is om te insinueren dat die tegenstander tegen het algemeen belang is”.

Als oordelen dat er teveel migranten in Frankrijk zijn, beschouwd wordt als “extreemrechts”, wat is dan de gematigde republikeinse positie? Stellen dat er niet genoeg zijn? Of net genoeg? Of net dat ietsje meer? Als men stelt, zoals sommige linkse middenvelders doen, dat “extreemrechts” overal is, kan men evengoed stellen dat het nergens is. Sarkozy geeft als voormalig president van Frankrijk tenminste blijk van gezond verstand. Spijtig alleen dat je die stellingen nooit hoort als de geachte bewindvoerders aan de macht zijn, of actief in de politiek staan. Neen, op pensioengerechtigde leeftijd geven ze opeens blijk van “voortschrijdend inzicht”.

Peter Logghe