Corsicanen met ballen

Corsicaanse nationalisten maken vuist tegen druggeweld en drughandel

In de wijk Cannes van de Corsicaanse hoofdstad Ajaccio stapte op 17 augustus een manifestatie door de straten. In deze wijk werden politieagenten met de dood bedreigd door “drugsdealers” volgens het stadsbestuur. In de manifestatie stapten alle nationalistische partijen op, PNC, Corsica Libera, Core in Fronte en Palatinu. Partijen die in het politieke spectrum als links worden bestempeld.

In een persmededeling was te lezen: “Drugshandel dateert in Corsica niet van gisteren, maar wel nieuw is het feit dat bepaalde drugsnetwerken hun territorium proberen af te bakenen en er hun hegemonie ontwikkelen, zoals op het continent. Corsica is niet afgescheiden van de fenomenen die de rest van het continent beroeren: de winsten worden gebruikt en zullen, als we niets doen, ook bij ons worden ingezet”.

De manifestatie, met bijzonder veel jeugd, trok naar de Place des Cannes en men hoorde slogans als “Dit is van ons”. Vuurwerk werd geworpen naar de plaats waar dealers zich ophouden. Op een garage en een gebouw van drugsdealers werd gespoten “A Droga Fora” en “Arabi Fora” en de bewoners van de wijk applaudisseerden luid, want men heeft er de buik van vol, van al die drugs en geweld.

Deze betoging laat de mobilisatiekracht van de Corsicaanse nationalistische jeugd zien, die de handen uit de mouwen wil steken en die begrepen heeft dat ze niet moet rekenen op de Franse staat om de veiligheid van haar burgers te beschermen. Enkele dagen voordien was een man in Calvi neergestoken. Abdel Boucha, een man van 23 jaar, werd opgepakt als mogelijke dader, net als zijn medeplichtige, Illyas Semia, 24 jaar.

Ghjuventù Libera, de jongerenorganisatie van de partij Corsica Libera, verspreidde naar aanleiding van de dodelijke steekpartij in Calvi een niet mis te verstane persmededeling: “Ghjuventù Libera (…) waarschuwt de buitenlandse gemeenschappen en de ‘handelaars in dood’ (waarmee men de drugshandelaars bedoelt) dat ons land nooit het uwe zal zijn en dat de jeugd van dit land de weg van haar voorouders zal volgen, die elke dag hebben gevochten om kolonisatie tegen te gaan”.

Peter Logghe