7 gedachten over “Vierde zondag van de advent

  1. Het enige waar de Kerk nog goed voor is: zingen, ook tijdens begrafenissen, zowat de enige resterende activiteit van deze totaal ontaarde instelling zonder klanten noch personeel. Tenzij je ingevoerde pastoors uit Zuidamerika of Afrika meetelt. In de vuilbak vd geschiedenis met die handel, het is goed geweest.

  2. @ Frans,
    vaarwel Haydn, Beethoven, Brahms, Bach en al de anderen. En sleur het Lam Gods ook mee, samen met Memlinc en Michelangelo. Kortom, alle producten van de Christenheid naar de vuilbak ermee.
    Tenslotte hebben we nu een Nieuwe Wereldorde die ons haar cultuur volop bijbrengt.

    • Wij zijn allemaal min of meer producten van het Christendom ! Ik zeker , Katholieke school , pensionaat bij de broeders van liefde te Boechout enz . Reserveer voor mij een plaatsje in die vuilbak, waar ik thuishoor volgens die nieuwe wereldorde .

  3. Een verzoek van Guido Gezelle:
    ‘bewaart, o Vlamingen, de oude tale en ‘t oude zeggen en vertellen van uwen stam, bewaart ‘t gene den Vlaming bovenal Vlaming houdt.’
    en dan gaat hij verder:
    ‘Waar is er nog een feest gelijk Kerstdag? Kerstdag, dat vier weken van te voren en twaalf dagen nadien gevierd wordt, te weten tot aan Dertiendag (Drie Koningen)
    Waar is er een feest, dat, niet tegenstaande de duisterheid van het jaargetijde en de koude van het weer, de helderste en de warmste feest van het jaar is voor het hart en het verstand van de mensen.
    O Heilige Kerstdag, troost van de winter, blije tussenpoos in de lange nachten en de donkere avonden, blijde Kerstnacht, met Kerstdag, Kerstmesse, Kerstblok en Kerstboom, zijt welkom rond de haard.
    Bind hem rond, de oude blok, de welgedroogde, bind hem rond met negen banden, de zwaarwegende essenstronk, besproei hem met water en zout, met wijn zo ge er hebt en leg hem aan de haard: ‘t is morgen Kerstdag!
    Waar is het stuk dat gij gespaard hebt, de splenter van de oude blok, de overjaarse, breng de oude kolen ervan bijeen, en steek vuur onder de Kerstblok.
    Hij brandt…en zal niet uitgaan, en zo lang als er een sperke aan leeft zo zal geen arme mens de deur voorbij gaan, voorbij gaan zonder Godsdeel.
    Twaalf dagen zal hij branden en op Dertiendag zal men de laatste glinster daarvan zien, rond de haard, bij het vrolijk verdelen van de boonkoek en de briefkens van Drie Koningen
    Twaalf maanden komen er in het jaar, twaalf heilige dagen komen er na Kerstdag: moge iedere dag, zalig en gelukkig, de voorpost zijn van twaalf gelukkige maanden, van een geheel gelukkig jaar, ja van menige dozijnen jaren.
    Elk een zalige Kerstdag’.

    Ik sluit mij aan bij de wensen van Gezelle en wens jullie en allen wie jullie lief is, zijn wensen toe. En mochten jullie op Kerstdag een Kerststronk aansnijden en onder jullie gasten verdelen dan weten jullie waar die Kersstronk zijn oorsprong vond.

    • Ik wist niet eens dat een essenstronk eetbaar was. Ik ga het ook eens proberen: ‘ besproei hem met water en zout, met wijn zo ik er hebt en leg hem aan de haard.’ Ik laat iets weten…

      • @ Frans,

        in je schooltijd de lessen begrijpend lezen overgeslagen?
        Het kan natuurlijk ook zijn dat Gezelle niet goed schrijft, dat we hem onterecht als één van onze groten beschouwen.

Reacties zijn gesloten.