En zo kreeg Robinson Crusoe eeuwige roem

Gisteren, 313 jaar geleden, op 2 februari 1709, werd de Schotse zeeman Alexander Selkirk (1676-1721) opgepikt van een onbewoond eiland van de Juan Fernandez-archipel voor de Chileense kust door één van de twee kaperschepen die er onder het bevel van kapitein Woodes Rogers voor anker waren gegaan.

Selkirk had vier jaar en vier maanden in volslagen isolement op het eiland doorgebracht. Zijn avonturen worden gezien als de inspiratiebron voor Daniels Defoes roman ‘The life and surprising adventures of Robinson Crusoe, mariner of York’.

Nog voor ‘Robinson Crusoe’ in 1719 van de persen rolde waren er over Selkirk al drie boeken verschenen waaronder ‘Cruising Voyage’ van niemand minder dan zijn redder Woodes Rogers.

‘Robinson Crusoe’ legde Defoe geen windeieren. Het werd in een mum van tijd zo immens populair dat het model stond voor tal van ‘onbewoonde eilandromans’, een literair genre dat bekend werd als ‘Robinsonades’. Van Daniel Defoe is geweten dat hij zich aan een niet onaardig aantal mislukte zakelijke ondernemingen had gewaagd voordat hij een bekende pamfletschrijver en romanschrijver werd. Een van de raarste dingen die hij ooit probeerde te verkopen, was een muskusachtig parfum gemaakt van de anale afscheiding van katten….

‘The Fortunes and Misfortunes of the Famous Moll Flanders’ een ander werk van Defoe dat in 1722 werd gepubliceerd heeft, zoals de titel al doet vermoeden, een connotatie met Vlaanderen. In deze burleske schandaalroman speelt ene Moll Flanders, een meid van lichte zeden die uiteindelijk een gerespecteerde dame wordt, de hoofdrol. Haar vader was een apotheker die in Gent werkte en vandaar wellicht Defoes keuze voor de familienaam.

Enkele eeuwen later zou – naar verluidt – de schrijflustige Gentenaar Raymond de Kremer, alias Jean Ray de naam John Flanders als ‘nom de plume’ hebben aangenomen na het lezen van ‘Moll Flanders’ .

Uit een studie die in 2002 verscheen van de hand van de reisauteur Tim Severin zou echter blijken dat niet Selkirk maar een Engelse arts, die wegens deelname aan een rebellie tegen koning Jacob II naar de Cariben was verbannen, Defoe zou hebben geïnspireerd. In het boek komen er immers talrijke details uit een in 1689 verschenen verhaal van de arts Henry Pitman voor.

Uit de pen en het alwetend brein van: Jan Huijbrechts