Turkije: “Wij zijn het volk”

‘Sultan’ pakt Turkse volk vrijheid niet meer af

De Turkse president Erdogan gedraagt zich als een 21ste eeuwse sultan, maar krijgt de geest niet meer in de fles, zegt Dilan Yesilgoz.
Al twee weken lang gaan elke dag honderdduizenden mensen in Istanbul en andere grote steden van Turkije de straat op om te demonstreren. Niet meer alleen om het behoud van de bomen in het Gezi Park waar het allemaal begon, maar om het behoud van hun democratie en vrijheden. En elke dag worden ze door duizenden politieagenten met bruut geweld opgewacht.

Turkije is van oudsher een sterk op groepen georiënteerde samenleving. Mijn ouders waren links en stonden in jaren ’70 lijnrecht tegenover de rechtse machthebbers. Traangasgranaten zijn hen niet vreemd, willekeurige arrestaties en klappen van politieknuppels evenmin. In de jaren ’80 en ’90 stonden de Kemalisten tegenover de Islamisten, de Koerden tegenover de nationalisten en ga zo maar door. Deze groeperingen en de daarbij behorende tegenstellingen waren niet alleen zichtbaar tijdens confrontaties op straat, nee, dit was ‘a way of life’.

Al lijken de beelden van het brute politiegeweld zo geknipt en geplakt uit de jaren ’70, er is een groot verschil met wat we nu zien gebeuren.

Geuzennamen
Voor het eerst in de geschiedenis van Turkije heeft het volk zich verenigd. Voor het eerst staan niet groeperingen tegenover elkaar, maar naast elkaar. Mijn seculiere vrienden demonstreren hand in hand met gesluierde dames die spandoeken dragen met leuzen als: ‘Wij hebben de gevestigde partijen niet nodig, wij zijn het VOLK’.

Diskwalificaties van de minister- president worden door het volk overgenomen in de vorm van geuzennamen, zonder onderscheid te maken in groepen. De dag nadat Erdogan de demonstranten een stelletje schooiers, oftewel ‘çapulcu‘ noemde, liep een van de rijkste mannen van Turkije, Cem Boyner, al met een demonstratiebord: ‘Ik ben niet rechts, ik ben niet links, ik ben een çapulcu!’

De echte historische betekenis van de huidige opstanden schuilt in deze emancipatie van het volk, dat nu bestaat uit individuen in plaats van groepen.

Persoonlijke levensvisie
Onder Erdogans bewind is Turkije economisch sterk en snel gegroeid. Een flink deel van het Turkse volk, met name in de grotere steden, profiteert aanzienlijk van deze ontwikkelingen, met een snel rijker wordende middenklasse als resultaat.

Mensen kunnen reizen, in het buitenland studeren en via social media makkelijk communiceren. Met dit stijgende welvaartsniveau en deze kwaliteit van leven, is ook het zelfbewustzijn van de Turken in de grotere steden gegroeid. Ongemerkt, als een stille, onderhuidse revolutie, is het individu steeds belangrijker geworden. De strijd om ideologieën en groepsbelangen is ingeruild voor een strijd voor persoonlijke vrijheden.

Toen Erdogan voor de derde keer in 2011 werd herkozen, is zijn aanpak en stijl drastisch veranderd. Als een soort Jekyll en Hyde laat Erdogan steeds vaker zijn ware aard zien. Zijn besluiten zijn steeds meer gebaseerd op zijn eigen persoonlijke levensvisie en zijn ambitie om het Ottomaanse Rijk in ere te herstellen. Een democratisch gekozen leider die zich is gaan gedragen als een sultan en zich niet heeft gerealiseerd dat het volk zich een hele andere kant op heeft ontwikkeld.

Een democratisch gekozen leider die bepaalt of men in de metro mag zoenen, of rode lippenstift op mag en wat acteurs op tv moeten dragen? Deze bemoeienissen van Erdogan met de persoonlijke levens van de Turken worden in de grote steden niet meer getolereerd. Het volk heeft geproefd van vrijheid en zelfbeschikking; dat pakt geen 21ste eeuwse sultan ze meer af.

Dilan Yesilgoz; sociaal-cultureel wetenschapper − 10/06/13, 12:00
http://www.trouw.nl/tr/nl/4328/Opinie/article/detail/3455895/2013/06/10/Sultan-pakt-Turkse-volk-vrijheid-niet-meer-af.dhtml