Tunesië heeft een nieuwe minister van toerisme… een jood

Rene TrabelsiDe 55-jarige René Trabelsi legde de eed af in de handen, zoals dat heet, van de 94-jarige president Béji Caid Essebsi, met een voorbereide tekst, waarin hij beloofde de republiek te dienen, zijn ambt volgens zijn geweten te vervullen. Hij deed zijn beloftes noch op de thora, noch op de koran zoals zijn collega-ministers, hij beloofde het gewoon als een belofte van zichzelf aan de natie.

René Trabelsi is met zijn benoeming de énige jood met een ministeriële functie in een islamitisch land. Een signaal naar de buitenwereld dat Tunesië een open land is dat iedereen welkom wil heten. In het algemeen wordt zijn benoeming in het buitenland toegejuicht (hij haalde zowel de New York Times als de Haaretz), behalve door criticasters die vrezen dat hij in werkelijkheid een poppetje is van Israël.

Onze redactie kent de toestand in Tunesië tamelijk goed; sinds 30 jaar verblijven we regelmatig in het land en hebben in de loop der jaren kennis gemaakt met nogal wat inwoners, zowel Tunesiërs als daar wonende buitenlanders.

Anders dan hun reputatie hier – talrijke Tunesische “vluchtelingen” hebben hier een behoorlijke criminele kerfstok, hun overduidelijke aanwezigheid in de gevangenissen in alle EU-landen, waar ze een gemakkelijk leven gezocht hebben, is daar niet vreemd aan, is de toestand ter plaatse heel anders. Zij willen een normaal leven: met een gezin, met werkgelegenheid, met een quasi westerse levensstijl. Sinds de zgn. Jasmijnrevolutie (2011) – waarmee de vonk aan de lont in de Noord-Afrikaanse, resp. Nabije Oosten, regio gestoken werd, heeft het land een hobbelig pad afgelegd. Het Westen speelde dit zelfs in de hand, door het land quasi op een verbodslijst te plaatsen door een negatief reisadvies uit te vaardigen. Voor Tunesië een absolute ramp. Het toerisme stuikte ineen. Er kwamen bijna geen deviezen meer binnen. De Chinezen ruïneerden hun textielindustrie. In plaats van lokale producten worden de markten overstroomd met goedkope rommel.

En dan kwamen de Russen… Niet om het land te bezetten, maar om met honderden chartervluchten zonzoekende vakantiegangers de toeristische economie nog enigszins recht te houden. Enigszins. Want tijdens de moeilijke jaren – er is nu gelukkig een kentering – konden een aantal – lang niet allemaal – hotels de deuren open houden, maar dit aan een zeer lage, te lage, winstmarge. Hoofddoel was immers hun personeel aan het werk te houden. Daarbij moet men weten dat slechts tijdens het toeristisch seizoen – ca. van april (Paasvakantie) tot de herfstvakantie (Allerheiligen) het personeel een loon trekt. Tijdens de winter sluiten de meeste hotels hun deuren.  Tijdens die sluitingsperiode wordt het personeel niet betaald, behalve bv. een gering aantal onderhouds- of veiligheidswerknemers.

Dat een groot aantal Russische toeristen – vooral nadat ze niet meer naar Turkije en en Egypte wegens de vliegtuigrampen “mochten” op vakantie gaan – Tunesië als goedkope zonbestemming gevonden hadden, was niet zaligmakend voor iedereen. Deze toeristen kozen voor een bijzonder goedkope all-in formule, waar ze hun dorst dag en nacht kunnen lessen, zonder dat ze iets daarvoor meer moeten betalen. Rusland heeft zoals bekend een groot probleem met alcoholverslaving en als gevolg met agressiviteit. Deze toeristen zijn niet de toeristen die vroeger – in pre-revolutie tijden – het land bezochten en koesterden. Deze toeristen zijn niet de toeristen die in een lokaal restaurantje gingen eten, die mooie juwelen en prachtige lingerie kochten, die handgeknoopte of -geweven tapijten lieten opsturen, die een taxi namen voor een tochtje naar bv. een archeologische bezienswaardigheid, naar een museum, naar een verblijf van enkele dagen in de woestijn, naar wijngaarden, markten, en ja, ook naar de Ghriba synagoge op Djerba, de oudste nog behouden synagoge in Noord-Afrika.

Waarmee we terug bij het thema beland zijn dat de opmerkzaamheid der buitenlandse media getrokken heeft: Trabelsi is jood.
Hij is niet de eerste joodse minister in de Tunesische politieke geschiedenis, maar wel de eerste sinds meer dan 60 jaar. Sindsdien is er veel veranderd. Op het einde van WOII leefden er in Tunesië ca. 100.000 joden – nu slechts nog ca. 1600 à 2000, een groot aantal daarvan in Djerba. De Ghriba synagoge mocht ook een bomaanval incasseren. Trabelsi is er trots op dat zijn voorouders sinds 587 voor Christus op Djerba woonachtig zijn. Naar verluidt zouden zijn voorouders voor meer dan 2600 jaar, toen de Babeloniër Nebukadnezar Jeruzalem verwoestte, naar het toenmalige eiland Djerba (inmiddels al lang een schiereiland na de bouw van de Romeinse dam) gevlucht zijn. Los van de discussie over zijn geloof kunnen de Tunesiërs moeilijk een minister vinden die een soortgelijke c.v. als Tunesiër-met-een-stamboom kan voorleggen.

René Trabelsi trok in 90-iger jaren naar Frankrijk om economie te sturen. Hij haalde weliswaar het afsluitende diploma niet, maar richtte een firma op Royal First Travel, waarmee hij zijn thuisland als vakantiebestemming op de markt bracht en in de goede jaren ca 300.000 toeristen naar Tunesië bracht.

Voor Trabelsi is er werk aan de winkel. Zijn voorgangster ambieerde 900.000 bezoekers dit jaar. Wat ons niet zou verbazen. In juli stond de teller met geboekte vakanties voor 2018 op 800.000.  Een toename van 80% tegenover het vorige jaar.

Er is een duidelijke kentering, zowel qua aantal als ook aan het “niveau” der bezoekers. Ja, er zijn nog spotgoedkope hotels, en ja, daar zitten gasten die niet bepaald kaas gegeten hebben van etiquette. En ja, die verlaten hun all-in hotel quasi nooit, tenzij om naar een plaatselijke markt te gaan met in de hand een drankje uit het hotel.

Maar de hotels met een “beschaafder”, en tevens beter begoed, publiek herleven ook. Stilaan wordt er weer geïnvesteerd in hun infrastructuur. Stilaan is een modale toerist niet meer onder de indruk van negatief reisadvies wegens “onveilig”. Waar is men nog veilig? In Madrid, in Londen, in Berlijn, Brussel, Stockholm, Istanboel… ??? Kregen die landen een negatief reisadvies? Het leek wel alsof het Westen Tunesië in de afgrond en in de armen van moslimextremisten wou drijven. Bovenaan de lijst om het toerisme aan te wakkeren stond de veiligheid. Men komt een hotel niet binnen zonder controle. Overal staan veiligheidsmensen, taxi’s worden met spiegels onder de carrosserie onderzocht op explosieven, politie en leger patrouilleert gemoderniseerd met quads, op het strand, strandleurders mogen slechts aan de waterlijn proberen hun prulletjes te verkopen, de controle op de luchthavens lijkt ons een pak efficiënter dan hier…

En Tunesië lokt nu ook de begoede burgers uit de buurlanden, uit Algerije en Libië. Een minderheid in de betere hotels.  Je hebt daar geen last van. Die willen met ons, westerlingen, niets te maken hebben en houden zich decent apart.

Trabelsi wil zijn land niet alleen als zon-zee-strand-vakantieland verkopen. Hij wil dat de andere troeven – gezien het droge woestijnklimaat goed behouden archeologische plaatsen – uitspelen. Maar dan moet de horeca, de wegen, het vervoer in het binnenland een serieuze duw in de rug krijgen.

Trabelsi weet als geen ander dat er in een toeristische niche ook geld te verdienen valt. Met zijn firma is hij mede-organisator van de joodse pelgrimstocht naar Djerba. Zijn vader Perez is voorzitter van de geloofsgemeenschap op Djerba. Daar ontvangt hij elk jaar in mei ca. 3000 pelgrims – zoonlief organiseert hun reis en verblijf.
Buitenlandse toeristen zijn zonder meer ook geïnteresseerd om dit kleurrijk, mythisch gebeuren bij te wonen. Dit werd de laatste jaren sterk ontraden wegens het gevaar uit de hoek van extremistische moslims.

Tot besluit dit: zonder die duw in de rug blijft het probleem van emigratie bestaan. Niemand verlaat zijn land, zijn familie, vrienden, alles wat hem lief is… als hij een goed bestaan in zijn eigen land kan opbouwen.
En ja, het toerisme is zo’n duwtje in de rug. Een goeddraaiende toeristische sector betekent werk voor een heleboel vakkrachten: in de bouw, in het onderwijs, in de textielbranche, in de agrarische sector, in de horeca, in de culturele en uitgaanswereld…

Onze redactie wenst u veel succes, mijnheer Trabelsi…. en hoopt van ganser harte dat er geen waanzinnige islamist op het idee komt u aan zijn mes te rijgen!