In de brievenbus: Miserie

MM900285281[1]Miserie

Angèle is serieus ziek geweest. Voor wie het niet weet, Angèle is de dochter van nonkel Frans. Nonkel is nu bijna 93 maar nog redelijk goed bij zijn verstand. Redelijk: af en toe verwart hij al eens een euro met een frank of omgekeerd . Eigenaardig altijd in zijn voordeel.

Maar het gaat over Angèle. Zij dacht dat ze een longontsteking had gehad maar het is bij een zware griep gebleven. Ze overdreef een beetje om compassie op te wekken, denk ik. We kennen haar al een beetje . Maar ons familie hangt nogal goed aaneen en daarmee zijn wij, ik Mon, en mijn broer Achilles, regelmatig bij nonkel Frans een handje gaan toesteken om ons nicht uit de nood te helpen.  Van een oudmannekeshuis moet ge nonkel nie spreken. Dan is hij plots potdoof .  Dus eten halen , de afwas doen en nonkel zo goed en zo kwaad als het ging geholpen. Maar nu komt het.

Angèle, ook al van de jongste niet meer en al een nieuwe heup gestoken, ook een beetje op de sukkel met hare rug, heeft een besluit genomen waar ik en Achilles niet achter staan. Ze heeft, na haar ‘longontsteking’ besloten om een kuisvrouw in huis te pakken.  Ge zult zeggen: “waar moeien jullie zich mee? Gij moet dat toch nie betalen?”
Nee, bijlange nie, want Angèle zit er warmpjes in. Maar ze heeft een kuisvrouw van de kanten van Rusland in huis gepakt. Die moet dan elke dag mee naar nonkel Frans. Nonkel verstaat alleen Sint Niklazes  en schoon Vlaams en wie zich het ritje naar Antwerpen op het De Coninckplein herinnert, weet al hoe laat het is zeker?  Afijn, Angèle voor de eerste keer naar nonkel met haar nieuwe aanwinst.  Al een geluk, nonkel ziet niet al te best meer en Klavdya is dan wel niet zo wit als Angèle, maar opvallen doet ze niet.

“Kijk pa, da mens gaat nu goed voor u zorgen”, wist Angèle nonkel Frans te vertellen, “mijn longontsteking heeft mij geen goe gedaan en ik ga het nu wat rustiger aan doen.”  Nonkel begreep het. “Hoeveel frank per uur moet ze hebben”, was zijn eerste vraag.  “8 Euro per uur”, zei Angèle.  Ah da valt mee, zag je nonkel peinzen.

“En hoe noemde gij?” vroeg hij aan Klavdya.  Dáár is de miserie begonnen. Het mens verstond natuurlijk geen jota van wat boer Frans vroeg. Bij zijn tweede poging keek hij naar Angèle. “Is da mens doof of wa?”  “Euh, ze verstaat geen Vlaams”, zei zijn dochter. Nonkel was nog nie direkt mee. “Hoe, ze verstaat geen Vlaams?”  “Nee ze komt van de kanten van Rusland.”

Nu had nonkel na den oorlog eens iets gelezen over  Rusland, maar veel had hij er niet van onthouden. Behalve dat den Duits daar een ferm pak rammel had gekregen.  Maar intussen viel zijn vraag “hoe noemde gij?” in dovemansoren.

We hadden Angèle verwittigd. Dat zou verkeerd aflopen. En zo geschiedde. Ineens besefte nonkel dat 8 euro zowat dik 300 fr per uur was . Die schiet mij daar in een Franse koleire. Die begint eerst Angèle uit te maken en daarna Angèle haar aanwinst. Haar naam interesseerde nonkel niet. “Ze moet hier nie beginnen,” riep hij. “Raus!” Zo hard en overtuigend, dat zelfs een dove Klavdya het had begrepen.  “Raus” had hij nog onthouden van een Duits toen hij eens ging vragen om wat minder lawaai te maken met hun motors in de buurt van zijn boerderij. Zijn paard schrok daar altijd van en de koeien gaven minder melk. Zéér gevoelig punt voor nonkel.
Maar daar stond dan Angèle met haar aanwinst van 8 euro per uur van de kanten van Rusland.

En zo is het gekomen dat Klavdya het is kunnen afbollen. Hopelijk krijgt nonkel nu geen ongewenst bezoek van ene Petr  op zijn rustig hoeveke één dezer dagen. Met dat volk weet je maar nooit.  Maar eerlijk is eerlijk: Angèle had ons eerst beter raad gevraagd alvorens zo iets aan ‘t gat te gaan. Maar ‘t mens zal ook nooit meer veranderen, daar is ze te koppig en te oud voor.

Mon en Achilles

2 gedachten over “In de brievenbus: Miserie

  1. Een grappig verhaaltje, maar, in wèrkelijkheid is het WEL zo: Fikken’s buurvrouw, een “sukkelende weduwe”, had ook een kuisvrouw toegewezen gekregen in Knokke-Heist.
    Hoevéél zij per uur kreeg ging mijn natuurlijk niet aan, doch zij deed ènkel het poetswerk op de begane grond, want toen er gevraagd werd om een kapotte lamp in de luster te draaien, zei ze: “no, not in contract”…
    Het was waarschijnlijk het énige zinnetje dat zij kende in een moderne, westerse taal, want… (verschiet niet !) het was een NEPALESE.
    Alles, maar dan ook àlles moest geschieden in “stomme ambacht”, ttz. gebarentaal & tekeningskes op papier…
    “Ga dààr eens mee naar de oorlog” zei men vroeger tegen een domme leerling…

    • Beste Fikken,
      Not in contract zal wel iets met de verzekering te maken hebben. Stel je voor dat ze van een stoel of trapje valt, daar zal de verzekering waarschijnlijk niet in tussenkomen ( jobomschrijving ). Ze kennen hun rechten maar al te goed, maar plichten?

Reacties zijn gesloten.