9 gedachten over “Grenzen stellen

  1. Intussen wil de gewezen Genosssin van de DDR, een EU treffen samenroepen om de ‘vluchtelingen’ kwestie te bespreken. Zo gaat dat in een democratie, als men niet competent , fantasieloos en dom is schakelt men een commissie in. Het had volstaan om een telefoontje te geven aan Victor Orban om een onmiddellijke oplossing te hebben en om kosten te sparen.

    • Toch merkwaardig dat juist uit het conservatievere oosten van D de 2 gruwels Merkel en Gauck zijn voortgekomen.

      • Ja, haar poepa wou perse uit Hamburg (jaren vijftig ) terug naar het boeren- en arbeidersparadijs, toen ze enkele maanden oud was. Wou haar aan de slechte invloeden onttrekken..

  2. Heeft er iemand soms een idee wat ik persoonlijk kan doen om de vreemdelingenstroom in te dijken ?

  3. Onderstaand gedicht geeft, in mijn ogen, een duidelijk beeld over hoever een man/een volk kan gedreven worden tot hij/het naar wraak wil grijpen.

    Im Irrgarten der Rache (in de wraaktuin der vergissing)

    Hier mein Kläger, dort mein Richter!
    Der Talar aus schwarzem Tuch!
    Würdevoll sind die Gesichter,
    übel stinkt hier Stallgeruch!
    Offenkundige Gesetze,
    biegsam, beugsam allemal,
    Lüge, Hetze und Geschwätze!
    (Hier mijn aanklager, daar mijn rechter!
    De toga uit zwarte doek!
    Waardig zijn de gezichten,
    vreselijk stinkt hier stallenreuk.
    Openbare wetten,
    plooibaar, buigzaam allemaal,
    leugens, hetze en gekwetter)
    Lasst die Sau nur aus dem Stall!!
    Das Gesetz als Stock und Krücke;
    sind fünf es, zehn, sinds vierzehn Jahr?
    Bricht einst die Atlantik Brücke,
    bleibt kein Stein mehr wo er war,
    Schurken! Dann seid ihr Gejagte.
    (Laat de zeug nu de stal uit,
    met de wet als stok en kruk.
    Zijn het vijf, tien, zijn het veertien jaar?(die je wachten?)
    Breekt eens de Atlantik wal,
    blijft geen steen meer waar hij was!
    Schurken! Dan zijn jullie de gejaagden)
    denn das Pendel pendelt doch,
    und wer peinlich uns befragte
    hangt am Ende hoch! Sehr hoch!
    Rohe Fäuste nach euch fassen
    mit erbarmingslosen Griff
    (want de slinger, slingert toch
    en wie ons pijnlijk ondervroeg
    hangt op ‘t einde hoog! Zeer hoog!
    Ruwe vuisten zullen vatten
    met een greep zonder erbarmen)
    Warum habt ihr nicht verlassen,
    als noch Zeit, das sinkend Schiff?
    Hör Verräter, zunglen, zischen
    abgetaucht in dunkles Loch
    Glaubt ihr wirklich zu erwischen?
    (Waarom hebben jullie niet verlaten,
    op tijd, het zinkend schip?
    Hoor de verraders hun tongen verdraaien en sissen,
    wegsmeltend in een donker gat.
    Geloven jullie werkelijk ons te kunnen pakken)
    Zugepackt! Man hangt euch doch.
    Känzlerinnen, Presidenten
    dem Beil der Henker ist es gleich
    vor dem Trupp der Renitenten
    kniet die Todesmutti bleich.
    (Hoop gepeupel! Men hangt jullie toch.
    Kanseliers, presidenten
    voor de bijl van de beul is het gelijk,
    voor de troep van afvalligen,
    knielt de moeder des doods bleek.)
    Die das Lied des Feindes sangen,
    das von Hootons Völkermord,
    müssen vor den Hängen bangen,
    an der nächste Eiche dort.
    Her mit den Besatzungs Nutten
    (Die het lied van de vijand zongen,
    dat van Hootons volkerenmoord
    moeten bang hebben voor de strop,
    aan de volgende eik, daar.
    Hier met de bezetting hoeren)
    Wer vesrteckt sich dort im Schrank?
    An Talaren und an Kutten
    schleift sie zu der Henkersbank
    und ich such mit wilden horden
    ab die Löcher dort und da-
    um zu sehen was geworden-
    aus der Ratte ‘Antifa’.
    (Wie verstopt zich daar in de kast?
    Aan toga’s en aan pijen
    slepen ze je naar de beulenbank
    en ik zoek met wilde horden
    de kuilen af, hier en daar-
    om te zien wat werd-
    uit de rat ‘Antifa’.)
    ‘Jeder Gegner ein Verräter’
    tobt wie stets dasselbe Pack,
    nun Statt Opfer, ich nun Täter!
    Brülle Tier! Der Lack ist ab!
    (Iedere tegenstrever een verrader,
    joelt nog steeds datzelfde crapuul,
    alleen in plaats van slachtoffer ben ik nu dader.
    Brul dier! Want de kous is af)

    Hoch schreck ich, vom Schlafe trunken
    aus dem schauerlichem Traum
    Ich? Bin ich so weit gesunken?
    Ja, ich bin’s! Ihr glaubt es kaum.
    Froh den Morgen zu gewinnen
    danke ich dem Tageslicht
    dass es half, mich zu besinnen.
    Gott sei Dank! Ich tat es nicht.
    (ik schrik van slapen dronken
    uit die verschrikkelijke droom,
    ben ik zo ver gezonken?
    Ja, ik ben het. Je gelooft het niet.
    Blij om de morgen te begroeten,
    dank ik het daglicht,
    omdat het hielp mij te bezinnen.
    God zij dank. Ik deed het niet.

    Gerd Honsink.

    Natuurlijk is de Duitse tekst veel krachtiger dan mijn vlugge vertaling, maar het is wel een gedicht om over na te denken.

Reacties zijn gesloten.