“E” mobiliteit, het nieuwe “bio”

Bijna dagelijks worden we met de vele voordelen van elektrische auto’s rond de oren geslagen.  Geen luchtvervuiling: dé mobiliteit van de toekomst.  Weinig kritiek bij politici of in de media.  Tenzij over het gebrek aan laadpalen en de hoge aankoopprijs.  Nochtans zou men zich terecht de vraag kunnen stellen of de E-mobiliteit wel een goed idee is.

In Duitsland zou de politiek ernaar willen streven vanaf 2030 geen benzine- of dieselvoertuigen meer toe te laten.  E-mobiliteit is het motto.  Niet alleen onrealistisch, maar bovendien biedt het qua milieubescherming geen meerwaarde:

Al in de zomermaanden van het jaar 2007 toonde het milieuonderzoeksinstituut IVL, Stockholm, aan dat alleen al de productie van een accu voor een Tesla ca. 17 ton CO2 veroorzaakt.  M.a.w. de productie van een accu stoot even veel CO2 uit als een benzine- of dieselvoertuig na 200.000 km!

En – zoals de productie van een E-auto, wordt ook de CO2 uitstoot bij de elektriciteitsopwekking onder de mat geveegd.  De droom van een atoom- en uitstootvrije stroomproductie ligt nog buiten de praktische mogelijkheden.  Kerncentrales in eigen land zijn de boeman; liever invoeren uit het buitenland.  Kolen- en gascentrales worden beschimpt.  Hernieuwbare energie is het sleutelwoord.  Als we alle auto’s op deze beperkte energie-opwekkers willen laten rijden is meteen het fileprobleem opgelost…

Volgens het Duitse inschrijvingsregister van voertuigen, rijden in Duitsland 46.5 miljoen personenwagens rond.  Als die allemaal op stroom moeten rijden, zal er een gigantisch stroomtekort ontstaan.  Daar bovenop komt het toenemend verbruik door de digitalisering en onze van techniek afhangende levensstijl.

Bij de toenemende vraag naar grondstoffen is het van de pot gerukt dat we onze kaarten op auto’s zetten die nog meer grondstoffen verbruiken.  Lithium en kobalt, die we voor batterijen nodig hebben, groeien niet bepaald overvloedig aan de bomen.  Men is helemaal op de import uit bv. Congo, Zuid-Amerika of China aangewezen.  Het “winnen” van deze producten is niet bepaald mensvriendelijk.  Kinderarbeid in Afrika.  Verdrijven van de autochtone bevolking, drinkwaterbevuiling in Zuid-Amerika. Bovendien is de recyclage van een batterij – op zijn zachtst gezegd – eerder problematisch, te vergelijken met radio-actief afval.  Moeten er dan beveiligde opslagplaatsen voor batterijen gebouwd worden?

Wat betreft de zuiverheid van verbrandingsmotoren is de huidige autotechniek aan de grens van de mogelijkheden geraakt;   Op zee ziet het heel anders uit.  De ca. 90.000 schepen die wereldwijd rondvaren verbranden ca. 370 miljoen ton, brandstof, even veel als 750 miljoen personenwagens.  Door de globalisering zal dit verder toenemen.

Als we echt iets voor het milieu willen doen, is het misschien nuttiger als we onze levensstijl veranderen.  Regionale producten kopen.  Seizoensgebonden fruit en groenten eten.  Men kan zich de vraag stellen of het absoluut nodig is verse prinsessenboontjes uit Egypte of Senegal, wijn uit Zuid-Amerika of Zuid-Afrika, en goedkope wegwerpkleding uit het Verre Oosten te importeren.

 

2 gedachten over ““E” mobiliteit, het nieuwe “bio”

  1. Vroeger moest die rommel ( antennes ) van de daken omdat ze het uitzicht verpesten. Wat waar was. Nu zou iedereen zonnepanelen op de daken moeten leggen ,hetgeen ook niet mooi is en de mooiste plekjes in onze natuur verpesten met die afgrijselijke windmolens die het microklimaat en alles wat er in vliegt doodt.
    Binnen vijfentwintig jaar zit dan de aankomende generatie met de handen in het haar : wat moeten we met die rommel doen , waren ze vroeger niet slimmer.
    De politiekers zouden beter bij hun leest blijven en zorgen dat ze onze leefwereld zo ongerept mogelijk doorgeven aan de volgende generaties.

Reacties zijn gesloten.