Dit is óns land! … Pourvu que ça dure…

Toen het ‘Verhaal van Vlaanderen’ gelanceerd werd, schoot verzameld links in een collectieve kramp. Nog voor de reeks uitgezonden werd, bezweerden ze al dat dit zonder enige twijfel identitaire propaganda zou zijn die in de nevelen van de geschiedenis de Vlaamse identiteit zou moeten construeren. En die Vlaamse identiteit bestaat volgens hen uiteraard niet, in schril contrast met hun beate adoratie voor pakweg de Marokkaanse identiteit. Gewone Vlamingen luisterden zoals gewoonlijk niet naar die vooringenomen linkse zelfhaat en keken bij de miljoenen. Niet verwonderlijk natuurlijk, van waar we komen, bepaalt wie we zijn en waar we naartoe gaan, zo wisten de Griekse wijsgeren al, en dat interesseert iedereen.

Nu de reeks afgelopen is, kunnen we concluderen dat niet ‘het’, maar wel ‘een’ verhaal van Vlaanderen verteld werd. Academische ondersteuning van PVDA-professoren zoals Jan Dumolyn transformeerden de Guldensporenslag zowaar tot een proto-marxistische klassenstrijd, om maar iets te noemen. Nog interessanter dan wat en hoe er verteld werd over onze geschiedenis is het nog interessanter wat er juist niet verteld werd. Over de taalstrijd en de Vlaamse emancipatie amper een woord. De Vlaamse regering doet er dan ook goed aan bijkomende reeksen te bestellen, die de andere, verzwegen verhalen en invalshoeken over Vlaanderen vertellen.

De laatste aflevering bakte het echter helemaal bruin. Daar werd niet een bepaalde visie op het verleden van Vlaanderen verteld, maar werd meteen ook de toekomst vastgelegd. En daaraan, noch aan de wenselijkheid daarvan, mogen we zelfs niet meer twijfelen. Vlaanderen moet en zal superdivers zijn. Het gaat daarbij niet over diversiteit van opinie, voorkeuren, geslachten of overtuigingen, maar het gaat in wezen over etnische heterogeniteit ten gevolge van migratie. En dat vinden ze geweldig. Maar is het dat ook wel?

Vlaanderen migratieland?

Vlaanderen is per definitie geen migratieland. De reden daarvoor is onze bevolkingsdichtheid en de beperkte, dus schaarse ruimte. Toch hebben we migratiegolven gekend de afgelopen decennia. Die werden gedreven door een economische logica. Tekorten op de arbeidsmarkt drijven de prijs van arbeid op. Dat vond het patronaat niet interessant. Dus manipuleerden ze de arbeidsmarkt door gastarbeid. In de jaren ’50 en ’60 werden vooral Europese gastarbeiders aangetrokken (Italianen, Spanjaarden, Grieken). Vanaf midden jaren ’60 toen de mijnen al begonnen te sluiten had men zelfs nog goedkopere arbeid nodig, en importeerde die vanuit Marokko en Turkije. Deze gastarbeiders waren letterlijk te gast om te arbeiden, maar toen de oliecrisis uitbrak in 1974, keerden ze helemaal niet terug, maar lieten in tegendeel hun hele familie overkomen om zich hier te vestigen. De winsten waren voor het patronaat, de samenleving draaide echter op voor de sociale kosten en het multiculturele drama dat zou volgen.

Identiteit is een complex gegeven. Het definieert wie we zijn, en dus waar en bij wie we thuis horen. Mensen zijn immers sociale wezens en organiseren zich altijd in verbondenheid met elkaar en definiëren zich in relatie tot mekaar. In politieke zin is identiteit eenduidig: dat is de nationaliteit. Nationaliteit kan men overal ter wereld verwerven, ook bij ons. Daarmee drukt men uit gedeelde politieke belangen te verdedigen. Dat is formeel een administratief proces, maar stoelt op culturele identiteit. Anders is het inhoudsloos. Tot die culturele identiteit hoort taal, geschiedenis, afkomst, waarden en normen. Dat is een veel minder eenduidig, maar eerder een organisch gegeven. Daarom is identiteit ook niet statisch, maar past het zich zeer geleidelijk doorheen de tijd aan. Identiteit aannemen stopt niet met een nationaliteitsverwerving, maar is het begin van een cultureel transformatieproces, waarbij men van een oude culturele identiteit overgaat naar een nieuwe. Dat is een zeer traag proces dat soms zelfs meerdere generaties kan duren.

Multicultureel drama

Elke samenleving heeft een absorptievermogen. Dit is de capaciteit om nieuwkomers politiek en cultureel te integreren door te assimileren waarbij nieuwkomers uiteindelijk Vlaming onder de Vlamingen worden. Bepalend daarbij zijn de hoeveelheid nieuwkomers, de snelheid waarmee ze komen en hoe ver of hoe dicht ze cultureel van ons af staan. Grote groepen Italianen en Spanjaarden konden we relatief snel integreren. Echter, om precies dezelfde reden faalt de integratie van grote groepen niet-Europese vreemdelingen. Die integratie is door de omvang, de snelheid en de afstand niet mogelijk. In plaats van assimilatie stellen we dus het ontstaan van parallelle samenlevingen langs etnoculturele lijnen vast. Bruiden worden uit het land van herkomst hierheen gehaald. Met schotelantennes verbinden ze zich cultureel met het thuisland. Men identificeert zichzelf met het land van herkomst, zelfs al is men er niet eens geboren. Dat komt tot uiting in kleine, maar symbolische en dus erg betekenisvolle dingen. Als België tegen Marokko voetbalt is het feest in de Marokkaanse ghetto’s van Antwerpen, Mechelen en Brussel. De politieke vertaling daarvan is etnisch stemgedrag. Zo ontstaat een soort van staat-binnen-de staat. Inclusief burgerschap en dus inclusief nationalisme is niet alleen een contradictio in terminis, maar vooral een naïeve wensdroom die zich simpelweg niet manifesteert in de realiteit. Massamigratie leidt helemaal niet tot een nieuwe superdiverse inclusieve identiteit, maar wel tot een maatschappij van minderheden die zich verdeelt langs etnoculturele breuklijnen. En dat is problematisch.

Migratie betekent ongelijkheid en onvrijheid

Volgens prof. Robert Putnam is sociaal kapitaal noodzakelijk om een samenleving te organiseren. Dat bestaat uit gedeelde normen, waarden, overtuigingen, etc. Hoe etnocultureel homogener een gemeenschap, hoe meer sociaal kapitaal en dus hoe meer vertrouwen tussen burgers, hoe minder criminaliteit, en dus hoe meer gemeenschapsleven. Een sterk uitgebouwde sociale zekerheid is daar bij ons de uitdrukking van. Wij horen samen, en wij zorgen voor mekaar. Door migratie wordt onze samenleving heterogeen. Het logisch gevolg van de superdiversiteit is dus dat die sociale zekerheid zal privatiseren: privaat onderwijs, private zorg, private veiligheid. In andere heterogene samenlevingen zoals Brazilië of de VSA zien we dat al langer en ook bij ons is die evolutie stilaan begonnen. Superdiversiteit zorgt dus voor grotere ongelijkheid.

Sociaal kapitaal zorgt er anderzijds voor dat een gemeenschap zichzelf kan besturen en corrigeren. Men heeft niet voor alles formele controle en correctie door de staat nodig. Superdiversiteit echter, veronderstelt per definitie conflicterende normen en waarden. Hoe verenig je islamitische vrouwenbesnijdenis met Westers gelijke rechten? De staat moet tussenkomen, controleren en corrigeren. Net zo veroorzaakt superdiversiteit intergroepsspanningen, zoals racisme en discriminatie door iedereen tegen iedereen. Om die spanningen te kunnen bedwingen, ontbreekt per definitie het sociaal kapitaal, waardoor de staat die rol moet innemen. Wie had enkele jaren geleden gedacht dat de overheid met mystery calls discriminatie bij huurders zou opsporen? Wie had enkele jaren geleden gedacht dat een verkeerd woord op een voetbalwedstrijd tot een stadionverbod kon leiden? Superdiversiteit veroorzaakt een totalitaire overheid en leidt dus tot grotere onvrijheid.

Superdiversiteit onvermijdelijk?

Als de toekomst van Vlaanderen bepaalt wordt door massamigratie, dan is de onvermijdelijke logische uitkomst daarvan een maatschappij van minderheden. Het vreemde is dat dezelfden die dit model van superdiversiteit geweldig vinden, nu beweren dat minderheden het zo lastig hebben om vooruit te geraken ondanks alle kansen die geboden worden. Waarom zouden wij Vlamingen dan eigenlijk zelf een minderheid willen worden in ons eigen land? Bovendien, het logisch gevolg van superdiversiteit is meer ongelijkheid en meer onvrijheid door een gebrek aan homogeniteit en dus sociaal kapitaal. Waarom zouden wij dat wensen voor onze kinderen en kleinkinderen?  

De waarheid is dat superdiversiteit geen onvermijdelijkheid is, omdat massamigratie een politieke keuze is. Sinds 2000 verwierven 499.117 personen van buiten Europa onze nationaliteit. Zullen we dat verder toelaten, of zullen we net zoals Denemarken hoge eisen stellen? In 1974 kondigde België een migratiestop af, maar sindsdien is de migratie enkel maar toegenomen via het asielmisbruik. Ze vluchten niet voor oorlog, maar naar het land met de beste sociale zekerheid, de zwakste grenzen en de naïefste politici: België. Zullen we dat verder toelaten, of willen ze net zoals Groot-Brittannië illegalen elk recht op asiel ontnemen? Asielrecht is een humanitair recht, maar dat mag geen verblijfsrecht betekenen. Asiel moet per definitie in eigen regio, en niet bij ons. Net zoals in de jaren ’70 schreeuwt het bedrijfsleven ook nu om importarbeid, in bijzonder van niet-Europeanen. Sociale dumping in de bouwsector en moderne slavernij in de deeleconomie zijn de exponenten van een compleet immoreel neokoloniaal model. Winsten privatiseren, multiculturele kosten socialiseren. De Europese Unie wil met het EU-migratiepact jaarlijks miljoenen naar Europa halen. We hebben migratie nodig beweert commissaris Johansson. Omdat we met denataliteit kampen, vult commissaris Jourova aan. Zij willen met andere woorden doelbewust de omvolking organiseren. In wiens belang is dat eigenlijk? Willen we daarmee blijven doorgaan, of willen we zoals Hongarije inzetten op gezonde gezinspolitiek en zoals Japan in een slimme economie door informatisering, automatisering en productiviteit?

Vlaanderen is per definitie geen immigratieland en moet het ook niet worden. Vlaanderen heeft geen superdiversiteit nodig, maar zelfbewuste Vlaamse identiteit. Het verhaal van Vlaanderen is nog lang niet geschreven. Omdat wij Vlamingen nog altijd de keuze hebben. Die democratische macht hebben ze nog niet van ons afgenomen. In 2024 nemen wij ons land terug. Dit is ons land, onze thuis, voor onze kinderen en kleinkinderen. En dat moet ook altijd zo blijven. Want we hebben er geen ander.  

Tom Vandendriessche, Europees Parlementslid VB, 10.3.23

1 gedachte op “Dit is óns land! … Pourvu que ça dure…

  1. Het Verhaal van Vlaanderen is in de eerste afleveringen een goede bron geweest voor de eeuwenoude geschiedenis. Maar de laatste drie afleveringen heeft Tom Waes de neutraliteit verlaten en is meer de geschiedenis van de Vlamingen onder de knoet van de Fanstaligen beginnen te belichten op een wijze die hem door de VRT is voorgekauwd. Vanaf de Eerste Wereldoorlog is feitelijk het Verhaal van Vlaanderen hetgeen we zouden moeten onthouden. Bewust worden er gebeurtenissen verzwegen, denk aan het opblazen van de IJzertoren, de IJzertoren met zijn jarenlange Bedevaart onder de leuze “nooit meer oorlog”. Het voor stellen alsof de gastarbeiders alleen maar het slachtoffer waren van de Vlamingen maar alleen door de Haute Finance gevraagd werden om onder goedkope arbeidskrachten de Vlamingen te verdringen. De grote culturele schok werd gepromoot door de Belgische Franstalige bewindvoerders. Gebruik maken van Panorama beelden van de anti Vlaamse Zender VRT is een zwaktepunt want heel wat Vlaamse gezinnen hebben gastarbeiders opgevangen. Het echte Verhaal van Vlaanderen moet volgens mij beginnen met de Eerste Wereldoorlog en de huidige toestand waarin Vlaanderen zich bevind. Nog immer gebruikt de Belgische Staat dezelfde middelen om ons monddood te maken. En gezien aan het huidige tempo waar heden ten dage wordt geleefd is die tijdspanne veel interessanter dan het te weten komen van Middeleeuwse gebeurtenissen. Tom Waes toont in de laatste drie afleveringen zijn ware aard nl de knecht van het groepje zogenaamde Vips die alleen maar zichzelf kennen door in elk duiding- en amusementsprogramma op te duiken.
    Ook de echte historicus wordt verwijderd ondanks linksgezind door een Vlaminghater die we kennen uit de serie Het verzet. Ik walg van die influencers die allen maar Vlaanderen haten. Liefst nu een Verhaal van Vlaanderen die de Vlaming recht geeft en niet een versie van gecamoefleerde haat.

Reacties zijn gesloten.