Cyclus

GULDEN SPOREN

Sedert enige tijd schrijf ik de reeks Cyclus.  Hetgeen kritische lezers verkeerdelijk zouden denken is, dat ik slechts “flamingant van achter het toetsenbord” ben.  Geruime tijd, nu reeds minstens vier decennia lang wordt “de Vlaamse identiteit en symbolen” aktief gepromoot van hieruit.  Daarvoor heb ik ontelbare “mailings” gedaan, het begrip van “identiteit” als één der eersten naar voor gebracht in de tachtiger jaren en overal met de stand met Vlaamse artikelen gepost (Zangfeesten,11-juli bijeenkomsten, partij-bijeenkomsten, Ijzerbedevaarten en boekenstands).

https://www.voorpost.org/product/boek-roza-de-guchtenaere/

Dit in trouwe navolging van Roza De Guchtenaere  (1875-1942), die dit ook als haar opdracht zag.

Zoals Roza De Guchtenaere ervaar ik dit vaak ook als vernederend.  Met de beste wil der wereld kan men vele Vlamingen er zelfs niet toe brengen voor hun Vlaamse volksbewustzijn uit te komen.  Hoe dikwijls hebben Roza en ik er voor “spek en bonen” bij gestaan……

Het merkwaardige is dat de Vlaamse Beweging eind 60er jaren en begin 70er jaren veel meer impact leek te hebben dan nu.  In verkiezingen haalden ze slechts rond de 10 procent, maar de algemene invloed en het gebruik van Vlaamse symbolen was veel duidelijker.  Als men nu spreekt van kiezers voor V-partijen die rond de 50 % zou uitkomen, dan vraag ik me echt af waar die schuilen.  In het dagelijkse straatbeeld ziet men er in elk geval niets van.

Ter gelegenheid van onze Vlaamse feestdag (sic) schrijf ik toch deze vaststelling.   Graag zou ik eens die retorische vraag stellen aan die doorsnee Vlaming (tot in mijn meest nabije omgeving):  “Denkt u, al is het maar één keer per jaar,  aan Vlaanderen?”   Ik weet niet wat het antwoord zou zijn.

De Vlamingen zijn een volk met een dubbelzinnig profiel.  Zeer vaak heb ik al gezegd dat de doorsnee Vlaming laf en laks is.  Men komt ze vaak tegen in het buitenland, je krijgt ze al van ver in beeld door hun braafheid en kleurloosheid.  Als overtuigd Vlaming spreek ik hen dan volksbewust aan; meestal hebben ze het dan over “België”.  Ik vermoed dat een groot aantal Vlamingen een (verborgen) minderwaardigheids-complex hebben.  Ze stellen zich voor als een volk waar je geen etiket kunt opplakken.  Door de rijkdom zijn er nu ook een andere categorie Vlamingen: ze zijn niet arrogant, maar wel verwaand.  Dat is dan gebaseerd op hun materiële welstand, maar niet op hun culturele of volkse alertheid.

Hoe dan ook blijf ik , als Vlaams (eigenlijk Groot-Nederlands) veldwerker, inzetten op de bewustwording van dit volk.  Waar Wies Moens in zijn gedicht reeds over schreef: “het heeft mijn liefde….voor eeuwig”.  Daarvoor vraag ik, via talrijke wegen en ook hier, weer om steeds weer visueel op te komen voor uw Vlaming-zijn.  Door het gebruik van de VL-tekens op uw wagens, de fietswimpels, de leeuwen-speldjes, onze vlag.   Zoals de gelovigen weten: “Geloof zonder werken is dood!”

Tweeëndertig jaren had ik een kranten- en boekhandel in Sint-Amands.  Ik heb er steeds onze Vlaamse symbolen openlijk in de winkel aangeboden; en heb daar eigenlijk nooit negatieve commentaar op gekregen….  Zelfs niet van de Turkse gemeenschap, waarmee ik een goede relatie had.   We zijn als Vlamingen opgesloten in een kerker van complexen, zoals de Antwerpse volkszanger Wannes Van de Velde (1937-2008) al zong : “En de sleutel van zijn complexen ligt naast hem!”.(video onderaan)

Een heel leven lang hebben we ’s morgens fier de vlag gehesen; ’s avonds moesten we ze vaak binnenhalen met een aantal illusies rijker.  Het was zowat een standaard gebeuren, dat zgn. Vlaamse prominenten van een 11-juli toespraak misbruik maakten, om de Vlaming nog eens goed de les te spellen.  De Vlamingen, die al sinds 1830 in hun stoffelijke zaken afgeroomd worden; kregen dan de berisping bekrompen, onverdraagzaam en niet genoeg wereldburger te zijn.   Zangers zoals deze van groep Deus richtten dan concerten in om ons kond te maken: ’t stad en het land is van iedereen  (lees ook van het oneindig aantal nieuwkomers).    Het zou ook eens interessant zijn, of vroegere minister-presidenten van Vlaanderen op 11-juli wel vlaggen: ik denk speciaal aan Patrick Dewael, Bart Somers en Kris Peeters.

De belangrijkste onderwerpen, die in een 11-juli viering naar voor zouden moeten gebracht worden zijn primo: de hernieuwde inspanning voor het verwerven en gebruiken van correct standaard-Nederlands.  De pogingen om tussentaal aanvaardbaar te maken zijn zonder meer verwerpelijk.  Bovendien moet vooral in het noorden de woekering van het Engels aangepakt worden.   Secundo: de taak van de Vlaamse regering, instanties en de Vlaamse Beweging: het volksbewust maken van de doorsnee Vlaming.  Dit moet eigenlijk verplicht in het onderwijs en in de media aan bod komen.  Het is interessant dat de V.B. zo intens solidair is met Catalonië, Schotland enz., maar dit gaat ronduit ten nadele van de inzet voor onze eigen Vlaamse symbolen en volksliefde.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is ooievaarvlaanderen.jpg
Auteursrecht exclusief bij Golfbrekers

Hoe hopeloos en verwarrend onze strijd soms ook is, we moeten GULDEN SPOREN trekken doorheen ons Vlaanderen; het land met het ijverigste en beleefdste volk ter wereld.

Ze geven zelfs een aanzienlijk deel van hun inkomsten aan de Walen/franstaligen in ruil voor wat beschimpingen.  Laat ons onze misleidende weelde niet afbrengen van het bereiken van ons einddoel!

Jos Wouters, Boom.

Vlaamse symbolen en documentatie vindt u bij de V.V.B., Vlaanderen Kleurt, het IJzerwake-secretariaat en vlaamsesymbolen.vlaanderen.*

*Nvdr: … én bij Voorpost, het VNJ, VB, Vlaamse studentenverenigingen zoals NSV en KVHV, de Gulden Sinjoren…

3 gedachten over “Cyclus

  1. Wees Vlaming die als Vlaming geboren is. Ik zou het niet beter kunnen zeggen dan mijn dochter : Je kan niet deelachtig worden van iets waarin je niet gelooft.

  2. Persoonlijk denk ik dat Bart Somers zich nog liever door een pletwals laat overrijden dan zijn kot met een Vlaamse leeuw te versieren.

  3. Mr Wouters,
    Ik begrijp volledig Uw frustraties over het Vlaamse volk, en hiermede bedoel ik dan het “klootjesvolk” dat kruipt voor alles wat Vlaams vreemd en – vijandig is. Dit “klootjesvolk” is inderdaad laf, maar als het om te vechten is tot het bittere einde tegen al diegenen die weigeren te kruipen, dan kent de lef van dit “klootjesvolk” geen grenzen en is er niets te zwaar of te heet.
    Ik ben er getuige van geweest tijdens mijn bijna 40 jaar verblijf in de Brusselse beerput. Het grootste gevaar kwam daar van deze “pseudo Vlamingen”, die kropen, en niet konden verdragen dat anderen niet kropen en zich zelf niet verachtten.
    En hier komen we bij de kern van de zaak. Veel van deze kruiperigheid vind zijn oorsprong in complexen, frustraties, ontgoochelingen, obsessies allerhande, die dan uitmonden in afgunst en nijd, gevolgd door haat en wraak. Door te kruipen, en vooral anderen te doen kruipen die dit niet willen, neemt men wraak, ook al hebben de anderen totaal niets te zien met de persoonlijke ervaringen van de kruipdieren. Het motto hierbij is eenvoudig : “Ik mijn zin niet, de anderen ook niet, ik veracht mezelf, de anderen ook, en uiteindelijk : “ Ik de put in, de anderen mee de put in… “.
    Dit dan vergezeld van de vaststelling : “Oh wat doet dat deugd…..!!!”. In feite komt dit ook neer op een ander verschijnsel, namelijk het naar boven kruipen, en naar onder stampen. De wetmatigheid hierin is de volgende : “Hoe dieper men kruipt, hoe wilder men stampt”.
    Met het voormelde zitten we dan ook in het domein van de psychopathologie , en dus niet zozeer in dat van de politiek. Dit is van belang, daar men bij een dergelijk “klootjesvolk” niet moet afkomen met zakelijke en rationele argumenten, verblind als dit is door afgunst, nijd en wraak, ook al leidt dit tot de ondergang. Als men dan een adept van een dergelijk klootjesvolk ontmaskert, en zijn verborgen agenda op tafel gooit, ben ik geconfronteerd geweest met uitbarstingen van razernij, waarbij een vulkaanuitbarsting in het niet verzinkt. Recent nog een voorval met een “bloedrode buur”, die in extase geraakt bij het zien van vreemdelingen. Hij gaat nu wel zijn appartement verkopen in plaats van te verhuren omdat hij geen problemen wil met ???????? Toen ik hem uitdaagde het gratis ter beschikking te stellen van “kansarme vluchtelingen, was het kot te klein !!!
    Een andere intussen overleden “bloedrode buur” , antwoordde op mijn vraag : “L. hoeveel heb je er ten laste genomen?” , met de gevleugelde uitspraak: “Dat is voor de rijken…!!”.
    Als men dan naar hun verleden kijkt, dan ziet men veelal een hoop mislukkingen, die men dan toeschrijft aan de anderen, waarna men uit is op wraak, tegen diegenen op wiens kosten men dan leeft.
    Een andere “bloedrode buur” ging er prat op dat hij einde jaren 50 in Mechelen een A1 scheikunde mocht beginnen, wat in die tijd niet min was, en er 2 jaar studeerde voor “student….!” En natuurlijk mislukte, , maar nadien nijdig was op al diegenen die het verder brachten in het leven.
    Ik denk dan ook dat het motief : ” afgunst, nijd en wraak” danig wordt onderschat om bepaalde fenomenen te begrijpen. Afgunst en nijd, die een allesoverheersende vernietigende factor zijn.
    Ik denk hier ook aan de terreur na de “bevrijding” in 1944.
    Einde jaren 50 , begin jaren 60, hoorde ik gesprekken af in familiekring en in de buurt op het platteland, over de zwarten, en de “behandeling” die ze kregen. 2 zinnen zijn mij bijgebleven :
    1. “Daar zat heel wat goed volk tussen…”, waarmee men dan de betere middenklasse bedoelde die was opgestaan en het hoofd had gerecht tegen de Belgische bezetter,
    2. “Dat komt er van als men zijn plaats niet meer wil kennen”.
    Het ging dus niet zozeer om de “collaboratie”(sic) met de Duitse bezetter, maar wel om te weigeren te blijven kruipen voor de Belgische francofiele bezetter van Vlaanderen. Ik denk dat dit aspect bij mijn weten totaal verwaarloosd is, bij het beoordelen van de terreur van het schuim van de straat na de bevrijding. Uit beide voormelde zinnen blijkt immers opnieuw de afgunst, de nijd en de wraak.

Reacties zijn gesloten.