Het zgn.”Leger van de Islam” werd in 2011 opgericht in Douma, het vroegere beleidscentrum van Oost-Ghouta, door de broers Zahran en Mohammed Alloush. Deze groep vertegenwoordigt een dogmatische islam met een salafistische stroming zoals in het land van hun grootste sponsor, Saoedi-Arabië, gepraktiseerd wordt. Hun doel: Syrië om te vormen tot een islamitische staat. Oost-Ghouta werd door hen het “oostelijke kalifaat” genoemd.

Seculiere oppositieleden zoals de advocate Razah Zaitouneh, die in Douma woonde en werkte, beschuldigde hen van meerdere inbreuken tegen de mensenrechten. Zaitouneh, haar echtgenoot Wael Hamada en twee andere oppositieleden werden in december 2013 uit hun kantoor in Douma ontvoerd en gelden sindsdien als vermist.
De familie van Razan Zaitouneh heeft enkele maanden na de ontvoering het “Leger van de Islam” voor hun gezondheid en de ontvoering verantwoordelijk gehouden. Sinds 2013 werden ca. 5000 mensen – burgers, soldaten, ambtenaren – door het “Leger van de Islam” ontvoerd. Honderden werden vermoord.

Bij de vredesonderhandelingen in Genève en in Astana zat het “Leger van de Islam” nochtans mee aan tafel. Pas toen duidelijk werd dat het Syrische leger en hun geallieerden niet van plan waren de bevrijding van Oost-Ghouta in Douma te stoppen – én door de toenemende druk van de bevolking zag het Leger van de islam zich gedwongen met de Syrische regering te onderhandelen over hun veilige aftocht.

De eerste keer gebeurde dit in de lente van het jaar 2017. Via het Russische verzoeningscentrum werd voor Oost-Ghouta en Douma een wapenstilstand afgesproken. De regio werd “de-escalatiegebied” verklaard. Deze wapenstilstand werd in september en opnieuw in december 2017 doorbroken toen bewapende groepen twee zware aanslagen met meer dan 100 doden op militaire controlepunten van het Syrische leger in Oost-Ghouta pleegden.

Van midden januari 2018 tot bij de onderhandelingen begin maart werden duizenden granaten en raketten op de Syrische hoofdstad, Damascus, gevuurd. In februari 2018 begon het Syrische leger het offensief op de stellingen van de resterende “rebellengroepen”. Begin maart dropen Faylaq al Rahman, Ahrar al Sham, Hay’at Tahrir al Sham (al-Nusra Front) en Nour al Din al Zenki af naar Noord-Syrië.
Met de verwijdering van het “Leger van Islam” wordt Oost-Ghouta weer helemaal door het Syrische leger/regering gecontroleerd.

Binnenkort volgt een beklijvende reportage van Vranckx met getuigenissen van de vrijgelaten 5000 gijzelaars en gevangenen uit Douma over hun lijdensweg, resp. de geneugten van hun verblijf bij de door het westen geprezen “gematigde rebellen”.

Een goed gedacht en een kurken ziel… en ge drijft boven, zei ons moeder.