Voor Outer en Heerd

Voor Outer en Heerd

In oktober 1798 kwam de bevolking in onze gewesten in het geweer tegen de Franse bezetter. De opstand zou de geschiedenis ingaan als deBoerenkrijg’.

In 1789 maakte de Franse Revolutie komaf met het ‘ancien regime’. De nieuwe machthebbers predikten ‘vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid – of de dood’. Een uitermate bedrijvige guillotine schakelde systematisch en meedogenloos alle tegenstanders uit. Het duurde bovendien niet lang voor het nieuwe Frankrijk zijn idealen zou exporteren.

‘Bevrijding’

In 1792, kort na de uitroeping van de republiek, vielen Franse troepen de Oostenrijkse Nederlanden binnen om er de bevolking te ‘bevrijden van het oude juk’. In werkelijkheid betekende deze invasie niets anders dan de voortzetting van het aloude Franse streven naar ‘natuurlijke grenzen’.

Al spoedig bleek dat de handelingen van de Franse revolutionairen niet strookten met hun ronkende verklaringen. Toen de bevolking de ‘bevrijders’ aan het werk zag, groeide bij sommigen dan ook de hoop op een terugkeer van de Oostenrijkers. Dat gebeurde een jaar later, toen de Franse bezetters na de slag bij Neerwinden door de Oostenrijkse keizerlijke troepen werden verjaagd. De vreugde was echter van korte duur, want in 1794 volgde een tweede Franse inval. Na de slag bij Fleurus werden de Oostenrijkers tot een snelle aftocht verplicht en begon voor onze gewesten een twintig jaar durende Franse bezetting.

Wingewest

Met de tweede Franse periode brak een tijd aan van georganiseerde plundering en vervolging van iedereen die zich niet naar de wetten van de nieuwe heersers wenste te schikken. Al een jaar na de aftocht van de Oostenrijkers werd de inlijving van onze gewesten bij Frankrijk afgekondigd. Hun inwoners werden ‘bevorderd’ tot Fransen, uiteraard zonder dat naar hun mening was gevraagd. De laatste restanten van de traditionele vrijheden werden opgeheven, de kerkvervolging woedde in alle hevigheid en de afschaffing van de gilden en de handelsvrijheid ontredderen de traditionele handel en nijverheid. Om de imperialistische oorlogen elders in Europa te financieren, werd de belastingdruk almaar verder opgevoerd. Toen ook nog de militaire conscriptie – die jonge mannen verplichtte dienst te doen in het Franse leger – werd ingevoerd, barstte uiteindelijk de bom.

Overmere – Boerenkrijgmonument

Algemeen wordt het begin van de opstand, die ietwat ongelukkig de geschiedenis zou ingaan als de Boerenkrijg, vastgelegd op 12 oktober 1798. Op die dag werden in het Oost-Vlaamse Overmere (bij Dendermonde) Franse functionarissen door moegetergde inwoners verjaagd nadat ze hadden geprobeerd de inboedel van een onwillige belastingplichtige aan te slaan. Na dit incident sloeg de opstand razendsnel over naar het Waasland, West- en Zeeuws  Vlaanderen. Toen eind oktober extra Franse troepen arriveerden om de revolte te onderdrukken, had de beweging zijn centrum gevonden in Klein-Brabant, het Hageland en de Kempen.

Boerenkrijgmonument Hasselt

De opstandelingen waren echter geen partij voor het goed uitgeruste en gedrilde Franse leger. Op 5 november namen de Fransen Bornem in. Daarna werd Diest belegerd. Geel viel op 22 november. De ‘Brigands’, zoals de opstandelingen door de Fransen werden genoemd, behaalden een laatste succes met de verovering van Hasselt op 4 december. Een dag later werd het volksleger vernietigend verslagen. Naar schatting zeven- tot tienduizend tot tienduizend Brigands betaalden de opstand met hun leven. De rebellie werd gevolgd door een harde Franse repressie. Heel wat opstandelingen – waaronder de leiders die in handen van de Fransen waren gevallen – werden terechtgesteld. De Franse heerschappij over onze gewesten zou pas eindigen met de definitieve nederlaag van Napoleon in Waterloo (1815).

Tirol

Klüppelkriegdenkmal in Clerf

De Boerenkrijg bleef in grote mate beperkt tot het Vlaamse land. In de Waalse gewesten, met uitzondering van Waals-Brabant, gebeurde er vrijwel niets. Vermeldenswaard is verder enkel nog de ‘Klüppelkrieg’ (dorsvlegeloorlog), de opstand in de regio Eifel-Ardennen. Ook verder van huis, met name in Tirol, speelden zich tijdens de napoleontische periode taferelen af die sterke gelijkenissen met onze Boerenkrijg oproepen. Daar kwam de bevolking in het geweer tegen Beieren, dat zich had verbonden met Napoleon.

De beweegredenen van de Tiroolse opstandelingen klinken ons bekend in de oren: een ongewilde annexatie (door Beieren), de afschaffing van eeuwenoude wetten en tradities, en de invoering van de verplichte legerdienst. In april en mei 1809 werden de Beieren (en hun Franse bondgenoten) drie keer na mekaar verslagen, telkens nabij hetzelfde plaatsje Bergisel. De vierde slag bij Bergisel, op 1 november 1809, eindigde in een verpletterende nederlaag en markeerde het einde van de Tiroolse vrijheidsstrijd.

Andreas Hofer

De leider van de opstand – Andreas Hofer – viel in Franse handen en werd op 20 februari 1810 geëxecuteerd. Tot op vandaag is hij voor veel Tirolers een volksheld.

Volksopstand

In eigen land doet een bepaald slag historici er alles aan om de Boerenkrijg te herleiden – en te minimaliseren – tot een wat achterlijke vorm van boerenprotest of een godsdienstig conflict. Uiteraard was het een opstand van het platteland, wat in niet geringe mate kan worden verklaard door het feit dat de steden stevig in Franse handen waren. Maar dat maakt de Boerenkrijg nog niet tot een boerenopstand: in de rangen van de Brigands vochten naast boeren (logisch gezien een groot deel van de bevolking toen door landbouw in zijn levensonderhoud voorzag) immers ook heel wat leden van de plattelandsburgerij.

Net zomin als het de opstand was van één sociale klasse, was de Boerenkrijg een godsdienstoorlog. De godsdienst maakte weliswaar een bestanddeel uit van de eeuwenoude overgeërfde tradities, maar het was niet het godsdienstig motief, of zelfs de kerkvervolging, die de rechtstreekse aanleiding vormden voor de opstand. En het was al evenmin de geestelijkheid die het wachtwoord voor de opstand gaf of het gewapende verzet leidde. Hoe men het ook draait of keert: de Boerenkrijg was een ‘nationalistische’ opstand, ook al spraken de opstandelingen nog niet in deze termen.

We weten natuurlijk ook wel dat in 1798 niet werd gestreden voor de Vlaamse republiek. Maar dat verandert niets aan het feit dat de opstand zich (grotendeels) afspeelde op het grondgebied van het huidige Vlaanderen én dat het hier om niets minder ging dan een volkse reactie tegen een tirannieke, vreemde overheersing. In die zin mag de Boerenkrijg dus wel degelijk een ‘Vlaamse’ opstand worden genoemd. Als zodanig heeft hij zijn plaats in de geschiedenis en het collectieve geheugen verdiend.

Dirk De Smedt, VB Magazine

3 gedachten over “Voor Outer en Heerd

  1. Vroeger had de Vlaming nog fierheid en moed, nu zijn het mietjes die nog enkel en alleen aan zichzelf denken

  2. In oktober 2014 kwam de bevolking in opstand tegen de Waalse bezetter (klinkt niet slecht he) maar dat is onmogelijk geworden zoals roger schrijft , nu zijn het nog enkel mietjes die aan zichzelf denken ! Indertijd waren het “boeren” , laaggeschoolden maar mensen die wisten wat ze wilde en het beu waren dat de bezetter met hun sjokodijzen bleef rammelen. Slechts een klein deel van onze Vlaamse mensen kan zich identificeren met deze helden van toen , samen verenigd onder het vlag van VB . Uitroeien , mestkevers dat zijn , beledigingen die volgens mij de Franse bezetter nog niet in de mond nam . Ik zie de toekomst maar somber ! Uitbreiding en meer macht voor het het Youssef le blanc centrum , boerka,s , hoofdvodden , moskeeen ,krapuul jeugd Grotere eisen voor nog meer verdraagzaamheid en het terugschroeven van vrije meningsuiting. Het orgelpunt voor het begin van het einde is en blijft Europa die buitenlandse criminele benden laten kiezen en vrije toegang geeft tot landen waar nog iets te rapen valt. Dat noemt Van Rompuy “beschaving” Het ergste van dit alles dat wij als belastingbetaler heel die troep correcten fors moeten betalen voor ons de afrond in te duwen . Dat zijn die hooggeschoolden , burger manifestschrijvers , juristen , respect-eisers , allemaal wereldvreemden en Ivoren-toren bewoners. Geef mij maar de boeren van 1798

  3. Onvervalste Vlamingen zijn voor correcte begrippen “racisten” omdat zij durven opkomen voor hun rechten , hun opvoeding hun levensopvattingen met eerbied voor hun ouders en grootouders die gestreden hebben opdat wij een betere toekomst zouden hebben. Nu moeten wij veld ruimen voor allerlei rassen en een vreemde godsdienst en een middeleeuwse cultuur . Het soort volk met regeringen die te laks , egoistisch en te dom waren om betere levensvoorwaarden te scheppen onder de paraplu van Allah.. Wj moeten dat allemaal aanvaarden anders zijn we racisten

Reacties zijn gesloten.