Roma: import van armoede

Import van armoede

De toestroom van Roma brengt de sociale vrede in gevaar en is springstof voor de Europese solidariteit.

Begin vorige maand besliste de Europese ministerraad om de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Schengenzone uit te stellen. Dat gebeurde nadat Duitsland – in navolging van Nederland en Finland – had aangekondigd dat het desnoods gebruik zou maken van zijn vetorecht om de toetreding van beide landen te blokkeren.

Veto
De Duitse minister van Binnenlandse Zaken Hans-Peter Friedrich wees erop dat een uitbreiding van de Schengenzone door zijn landgenoten enkel wordt aanvaard wanneer aan alle elementaire voorwaarden is voldaan. En dat is duidelijk niet het geval. Zo blijven Bulgarije en Roemenië in gebreke als het gaat over de strijd tegen de welig tierende corruptie en de georganiseerde criminaliteit. Daarnaast is er het probleem van de illegale immigratie: de grens tussen Bulgarije en Turkije – nu al het grootste transitland voor illegale immigratie naar de EU – is verre van waterdicht. Tenslotte bestaat ook nog de terechte vrees dat er met het wegvallen van de binnengrenzen een nog grotere toestroom van Roma-zigeuners uit Bulgarije en Roemenië op gang zal komen.

Dat laatste element heeft een niet te onderschatten rol gespeeld in het Duitse verzet tegen de toetreding van de twee landen tot de Schengenzone. Sinds enkele jaren worden immers ook onze oosterburen geconfronteerd met een massale toevloed van Roma-zigeuners. In nauwelijks vier jaar is hun aantal in de Bondsrepubliek meer dan verdubbeld. In sommige steden  is zelfs sprake van een verzesvoudiging.

Bedreiging
Een groot deel van hen blijkt door een combinatie van gebrekkige kwalificaties, een slechte gezondheidstoestand en culturele factoren niet in staat om werk te vinden en in het eigen levensonderhoud te voorzien. Het gevolg is dat verschillende  steden en gemeenten in toenemende mate worden geconfronteerd met aanzienlijke meeruitgaven inzake huisvesting, gezondheidszorg en andere sociale tegemoetkomingen. Om over indirecte kosten zoals toenemende overlast en criminaliteit nog maar te zwijgen. Een stad zoals Duisburg houdt voor de toekomst rekening met een jaarlijkse meerkost van liefst 18 miljoen euro.  In Mannheim loopt dat bedrag zelfs op tot 30 miljoen euro. De overkoepelende vereniging van Duitse steden en gemeenten is duidelijk: de toestroom van Roma-zigeuners – in een politiekcorrecte eierdans ‘armoede-immigranten uit Roemenië en Bulgarije’ genoemd – is “een bedreiging voor de sociale vrede in de steden.”

Sociaal toerisme
Roma-immigranten verplichten tot het volgen van een inburgeringscursus, zoals N-VA-minister Bourgeois voorstelt, is weinig meer dan dweilen met de kraan open. Het is immers bijzonder naïef te denken dat bijkomende cursussen en integratieambtenaren de  import van armoede zullen stoppen. Wat moet gebeuren, is dat eindelijk paal en perk wordt gesteld aan het misbruik van de vrijheid van verkeer in Europa.

Naar aanleiding van het debat dat momenteel in zijn land woedt, stelde de Duitse minister van Binnenlandse Zaken Friedrich dat iedere EU-burger het recht heeft om in Duitsland te werken, te studeren en belastingen te betalen. Wie zich echter van de sociale kassen wil bedienen, dient het land te verlaten. Friedrich kondigde meteen ook maatregelen aan tegen het sociaal toerisme, dat op termijn immers kan verworden tot “dynamiet voor de Europese solidariteit”. Met zijn optreden toont Friedrich in ieder geval aan dat hij zijn oor te luisteren heeft gelegd bij de publieke opinie. Uit een recente opiniepeiling van het bekende Emnid-instituut bleek immers dat niet minder dan twee op drie Duitsers wil dat de immigratie aan banden wordt gelegd. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat zo’n peiling in Vlaanderen een ander resultaat zou opleveren. Het Vlaams Belang heeft de Belgische regering dan ook opgeroepen zich bij het Duitse initiatief tegen het sociaal toerisme aan te sluiten.

Bron: VB Magazine april 2013