Omfloersde woordenschat (2)

… waarvan iedereen de échte betekenis kent!

Afbeeldingsresultaat voor golfbrekers omfloersde woordenschat

Een aantal woorden en begrippen waarmee u dit jaar geconfronteerd zal worden (II)

In onze vorige nieuwsbrief publiceerden wij reeds een eerste lijst van woorden en begrippen uit de politiek correcte “new speak” die ons ook dit jaar langs alle mogelijke kanalen door de heersende ideologie zullen opgedrongen worden. Hier volgt een tweede. Een deel van deze vocabulaire is al een tijdje in gebruik. Een ander is zeer recent op de markt gebracht. Het lijdt bovendien geen twijfel dat er in de komende maanden nog andere termen zullen uitgevonden worden. Maar ondertussen kan begrijpen wat precies met de reeds bestaande bedoeld wordt, best van pas komen. Daarom zetten we de reeks verder.

Cisgender: hiermee worden mensen aangeduid van wie de gender identiteit overeenkomt met hun geboorte geslacht. Mensen dus die tevreden zijn met hun sekse. Vroeger werd dit op enkele uitzonderingen na als vanzelfsprekend beschouwd. Maar tegenwoordig zou dit eerder een rariteit zijn…
Binair geslachtsmodel of genderbinair model: ervan uitgaan dat er slechts twee geslachten bestaan terwijl er volgens de politiek correcte leer veel meer zijn Wie hieraan zou twijfelen, is een ketter.
Divers (-iteit): jarenlang was het epitheton ‘multicultureel’ de onbetwiste nummer één in de hitparade van het politiek correcte jargon. Er werd nooit precies verteld wat hiermee bedoeld werd, maar het werd des te meer gebruikt. Zelfs in die mate dat alles wat in de maatschappij op het ‘nihil obstat’ van de kerk der weldenkenden kon rekenen quasi automatisch dit label opgeplakt kreeg en dat het woord minstens moest in elke subsidieaanvraag voorkomen. De laatste tijd komt het echter bijna nergens nog voor. Het werd immers op een discrete maar zeer efficiënt wijze vervangen door het adjectief ‘divers’ of het naamwoord ‘diversiteit’. Moeilijk was dat niet want hun betekenis werd ook nooit precies gedefinieerd. Wat uiteraard een grote soepelheid in het gebruik garandeert.

Die operatie had waarschijnlijk alles te maken met commerciële strategie: alle zakenmensen zijn er zich immers van bewust dat wie zijn marktaandeel wil behouden, regelmatig met een nieuw product voor de pinnen moet komen of tenminste doen alsof. Ondertussen is diversiteit dus troef. Behalve wanneer het de geslachten betreft want conform een dogma van de weldenkende kerk is een vrouw tenslotte maar een man zoals al de andere en omgekeerd… Toch nog dit: vermits er geen rassen mogen bestaan ( zie ‘rassen’) is spreken van raciale diversiteit helemaal uit den boze.
Europese waarden en normen: alleen de “rechten van de mens” mogen als dusdanig worden beschouwd. Rechtvaardigheid, tradities, identiteit, veiligheid enz. horen niet onder die noemer en zijn hier dus volledig aan ondergeschikt.
Extremisme: een begrip met een bijzonder relatieve betekenis. In de jaren zestig werd een federalist als een extremist beschouwd. Vandaag de dag is federalisme het laatste houvast van belgicistische conservatieve patriotten zoals Kristof Calvo van Groen. Het woord extremisme heeft echter een negatieve bijklank en komt dus best van pas om al wat rechts is hiermee op te zadelen. Met betrekking tot links wordt het dan ook veel minder gebruikt. Islamieten die aanslagen plegen, zijn in eerste instantie ook geen extremisten maar mensen die ‘verward’ zijn. Tenminste zolang de emoties die ze veroorzaakten blijven duren.
Heteronormativiteit of heterocentrisme: de aanname dat heteroseksualiteit de standaardtoestand van de mens is. Een bijzonder verouderd concept dat gebaseerd was op de biologie (de voortplanting is nog steeds een hetero gebeuren) en op het feit dat de grote meerderheid van de mensen hetero is. Ondanks dat er de laatste decennia best aanvaard werd dat er op deze regel uitzonderingen zijn, was dit totaal fout en verwerpelijk omdat het verwijzen naar normen op zichzelf al verkeerd is.
Jongeren: een eufemisme voor allochtonen die wat uitgespookt hebben. Dit heeft wel tot een ernstig probleem geleid. Het woord werd dermate vaak gebruikt dat iedereen tegenwoordig aan allochtonen denkt wanneer er ergens van ‘jongeren’ sprake is.
Kansengroepen: mensen tegenover wie een beleid van positieve discriminatie moet worden gevoerd omdat onze maatschappij ze zou achteruitstellen. Het kan dus gaan om allochtonen, homo’s, vrouwen, laaggeschoolde jongeren, Romazigeuners, transgenders enz. Blanke hetero mannen horen uiteraard nooit in een kansengroep.
Lentefeest: de nieuwe benaming van het paasfeest net zoals het Kerstfeest nu ‘winterfeest’ moet genoemd worden. Die vroegere christelijke benamingen zouden immers kwetsend zin voor “onze islamitische landgenoten”. Of dat ook zo is voor carnaval dat sinds kort door sommigen als ‘verkleedfeest’ herdoopt werd, is niet duidelijk.
Mensen met een allochtone achtergrond: oorspronkelijk een verderzetting van de reeks die een aanvang nam bij ‘vreemdeling’ en verder ging met: gastarbeider, migrant, allochtoon, enz. Het begrip kreeg echter de laatste tijd een bredere betekenis. Het wordt nu gebruikt om iedereen aan te duiden die niet oorspronkelijk autochtoon is en dit zelfs ook in de overdrachtelijke betekenis. De Standaard slaagde er ooit in om de titel van het boek “Tien kleine negertjes” van Agatha Christie “Tien kleine mensjes met een allochtone achtergrond” te noemen. Een gelijkaardige operatie werd overigens ook in het Engels uitgevoerd. In die taal heet het boek nu “Ten little Indians”. Politieke correctheid is blijkbaar ook een pandemie
Populisme: weer een begrip dat nooit precies gedefinieerd wordt. Het kan dus op om het even wat passen. Op voorwaarde uiteraard dat het volgens de weldenkende media als ‘omstreden’ moet worden beschouwd want het klinkt pejoratief.
Racisme: een evergreen van het weldenkend jargon. Merkwaardig toch: hoe vaker er officieel beweerd wordt dat rassen niet bestaan, hoe meer er sprake is van racisme. Het lijkt wel alsof racisme nodig is voor het voortbestaan van de heersende ideologie. Er wordt dan ook permanent naar nieuwe vormen ervan gezocht. We mochten het zelfs meemaken dat het drinken van melk als racistisch werd beschouwd (melk is wit en wordt voornamelijk door blanken gedronken). En dan hadden we het nog niet over Zwarte Piet. De Standaard vond het onlangs zelfs nodig te beweren dat het nepnieuws omtrent Corona racisme inhoudt (naar feiten en voorbeelden werd niet verwezen, als het in de krant verschijnt, dan is dat waar!) Er bestaat zelfs racisme t.o.v. dieren, dat wordt dan ‘specisme’ genoemd
Seksuele intimidatie: komt ondanks de Me Too-beweging meer en meer voor. Toen iemand in de gemeenteraad van Gent de fractieleidster van Groen (Elke Decruyenaere die ondertussen schepen werd) een charmante dame noemde, stond de volgende dag op haar blog te lezen dat hij haar seksueel geïntimideerd had.
Transgender-wc: Niemand weet wat men zich hierbij moet voorstellen. Ik zal het dus maar houden bij de definitie die de voormalige voorzitter van de Duitse CDU er ooit tijdens een carnavalsspeech heeft van gegeven en haar door weldenkend Duitsland zeer kwalijk genomen werd: “Een toilet waarvan de mannelijke gebruikers nog niet beslist hebben of ze rechtstaand of zittend zullen plassen”. Wat er ook van zij, er mag er niet aan getwijfeld worden dat er overal transgender-wc’s moeten worden geïnstalleerd.
Transmigrant: een eufemisme voor iemand die op onwettelijke wijze het land binnen wil om het dan zo vlug mogelijk en even onwettelijk richting UK te verlaten.- Vluchteling: wie illegaal is ons land vertoeft, werd lang wollig “een mens zonder papieren” genoemd. Hij wordt voortaan als een ‘vluchteling’ aangeduid. Zo wordt zijn illegaliteit nog beter gecamoufleerd.
Wit: moet ‘blank vervangen want dat woord zou een racistische connotatie inhouden. In het Frans blijven mensen zoals wij echter “des blancs”. Zouden die van onder de taalgrens ons in racisme overtreffen?

Francis Van den Eynde in Tekos