Koninklijke kommer en kwel

omgekeerde kroonKoninklijke kommer en kwel

Hij was terug ten paleize, gezeten aan een groot, haast leeg bureau – waarop enkel een briefopener, een telefoon en een aangebroken rolletje pepermunt zijn aandacht kunnen afleiden – en met zicht op de grote tuin. Hij zit er ontspannen bij, met de onderarmen op het schrijfblad en peinzend over staatszaken. Ondertussen zuigt hij slurpend op een muntje en zucht hij enkele malen diep. Het officiële bezoek aan Nederland was achter de rug.

De nieuwe koning blikt er met grote tevredenheid op terug, want ook door andere staatshoofden erkend worden als koning heeft wel iets, vindt hij. Maar toch waren er ook een aantal dingen die hem door het hoofd spoken.

Zo vroeg hij zich af hoe het toch komt dat er in Nederland geen roepers van “Nederland barst!” of “Republiek Nederland” zijn als het koningspaar door de straten schrijdt. Integendeel, al de in groten getale opgekomen mensen – en niet enkel de opgevorderde schoolkinderen – zijn dolenthousiast en zijn in het oranje uitgedost of zelfs geschilderd. Een vreemde gang van zaken vindt hij. Hij kan het zich niet voorstellen dat zoiets in zijn land zou gebeuren. Ja, bij het voetbal dat wel, maar dan komt de massa helemaal niet voor hem en zijn madame. Er moet toch een reden voor zijn, maar welke? Hij belt meteen naar zijn kabinetschef om een gesprek met zijn landvoogd Elio te regelen. Die zal het hem wel in alle objectiviteit en sereniteit uitleggen. En bovendien: die weet hoe hij het nieuwe België kan bezielen en enthousiast krijgen. Klaarblijkelijk wordt wat tegenwerk geleverd aan de andere kant van de lijn, maar hij legt vorstelijk zijn wil op. Het moet vandaag nog zijn.

Bovendien was hij zeer onder de indruk van koningin Maxima, die hij bijzonder grote en haast bovennatuurlijke gaven toemeet, want na enkele jaren spreekt zij vlekkeloos Nederlands alsof ze nooit iets anders heeft gesproken. Ja, zijn mama heeft dat nooit gekund en ook tante Fabi niet. En – denkt hij er heel stilletjes bij – majesteit Mathilde ook niet. En nu hij er bij stilstaat, stelt hij vast dat hij ook in dat rijtje past… Hoe zou dat toch komen? Hij belt opnieuw naar zijn kabinetschef om een gesprek met Joëlle Milquet, de minister van Binnenlandse Zaken, te regelen. Want dit is werkelijk een binnenlandse aangelegenheid! Zij zal hem ongetwijfeld alles in alle objectiviteit en sereniteit uitleggen. En bovendien: tegen hem durft ze zeker geen ‘Non!’ zeggen. Opnieuw moet hij de kabinetschef opleggen om vandaag nog een afspraak te regelen.

De nieuwe koning glimlacht tevreden. Uit zo’n staatsbezoek valt altijd wel wat te leren, vindt hij. En in alle bescheidenheid geeft hij toe daar nooit te oud voor te zijn. Dank zij Willem-Alexander en Maxima, zijn goede vrienden.

Maar toch is hij blij dat er nog een oud decreet van 24 november 1830 bestaat betreffende de eeuwige uitsluiting van de familie Oranje-Nassau van enige macht in België. Hij neemt zich voor noch zijn kabinetschef, noch een van zijn ministers hierover te raadplegen. Want de oranje sfeer is wel leuk in Nederland, maar orangisme bij ons moet zeker gemeden worden. Dat heeft hij van zijn vader en wijlen oom Boudewijn geleerd, zonder hem weliswaar te zeggen waarom. Het was slecht en daarmee basta. Ja, misschien… moet hij tóch maar eens zijn kabinetschef bellen voor een afspraak – vandaag nog.

KingHet wordt een drukke dag, maar hij is er helemaal klaar voor, onderwijl hoestend om het muntje uit zijn luchtpijp te krijgen.

Nerdom

VB Magazine, 01/14