Een verslag uit Syrië, zonder poco bril

Goede Vrienden,

Zoals aangekondigd geven we nu een verslag van onze gemeenschapsretraite. Toch wil ik jullie de video’s en informatie, die me toegestuurd werden, ook deze keer niet onthouden. Mijn eigen bijdrage beperkt zich echter tot een persoonlijke weergave van de retraite. Het is uiteraard een religieus gebeuren, bedoeld voor religieuzen maar het bevat een levens-opdracht voor ieder mens. Deze retraite wil een antwoord en handleiding bieden voor de wezenlijke vragen: vanwaar kom ik, waar ga ik naartoe, wat is het doel van mijn leven? Uiteindelijk is ieder mens op zoek naar het volmaakte geluk en heeft God ieder mens geschapen om met/in Hem eens volmaakt gelukkig te zijn.

P. Daniel

Vrijdag 5 oktober 2018

Een nieuw begin

Sinds de oorlog in Syrië hebben we voor het eerst een stille retraite gehouden met heel de gemeenschap. Er gingen drie dagen voorbereiding aan vooraf. Dit was ook nodig. Zowel tussen de zusters, de fraters als tussen de kinderen zitten erg drukke baasjes. De volwassenen zwegen, de kinderen waren uiteraard vrij en gingen gewoon naar school. Het zijn er 7 tussen 5 en 15 jaar, vier meisjes, drie jongens en ze brengen af en toe ook schoolvriendjes mee. Wanneer de volwassenen stil zijn, maken de kinderen ook veel minder drukte. Verder is de gemeenschap betrokken bij de hulpverlening over heel Syrië, waardoor het een komen en gaan is van verantwoordelijken die een stempel en handtekening nodig hebben of hulpgoederen komen ophalen. Tenslotte is er het groeiend aantal bezoekers met kleine en grote groepen. Maar toch, van donderdag tot maandag was het erg stil. (Nvdr: neem een kijkje op de webstek van Mar Yakub)

De retraite werd geleid door Rafael, een leek, een Chileen. Van kleins af was hij al aan-getrokken door stille aanbidding en het is zijn leven geworden. Driemaal per dag leidde hij ons binnenin in een uur stille, contemplatieve aanbidding. Hij gaf slechts enkele een-voudige raadgevingen om stil te worden uiterlijk en innerlijk, om ons lichaam en onze geest tot rust te laten komen en om ook zo te blijven zonder te bewegen. Hij nodigde ons uit om bij het begin met gewoon oogcontact elkaar te verwelkomen. Tevens gaf hij een woord uit de Schrift, meestal van het evangelie van de dag. De rest was stille aanbidding bij het uitgestelde Allerheiligste sacrament. Dit bleef overigens gans de dag uitgesteld, waarbij ieder een tijd voor zich nam en van zondagavond tot maandagmorgen hielden we boven-dien gans de nacht doorlopende aanbidding.

De bronafbeelding bekijkenDit had plaats in de crypte, waar wij in 2013 ook samen waren en overleefden in zeer gevaarlijke omstandigheden. Na het laatste uur contemplatieve aanbidding ’s avonds werd het Allerheiligste Sacrament terug in het tabernakel geplaatst en eindigden we met te delen hoe we persoonlijk deze dag hadden beleefd. Velen getuigden van de indringende weldaad van deze stilte. Daarna gaf moeder Agnes-Mariam, die de retraite mee volgde, een onderricht over de zeven verblijf-plaatsen volgens de karmelitaanse spiritualiteit van Teresia van Avila en de hl. Johannes van het Kruis. De vraag was: hoe komen we tot vereniging met God doorheen de verschillende fasen tot in onze “innerlijke burcht”?

De bronafbeelding bekijkenMoeder Agnes-Mariam heeft heel haar leven getracht deze spiritualiteit zelf te beleven zodat ze hierover een inzicht kon geven vanuit eigen ervaring. Ze gaf ook een originele kijk op de schepping van de mens en zijn roeping volgens de eerste hoofdstukken van Genesis met verhelderende verklaringen over gekende teksten. God heeft ons geschapen naar “zijn beeld en gelijkenis”. Het ”beeld” van  God is als een onuitwisbaar zegel. Het is onze waardigheid die door niets of niemand kan worden weggenomen. Of we gelovig zijn of niet verandert niets aan deze werkelijkheid, het bewerkt alleen dat we ons hiervan al of niet bewust zijn.  De “gelijkenis”  van God verloren we door de zonde en kunnen we enkel terugwinnen door de gelijkenis met Jezus, die de icoon van de Vader is. En deze gelijkenis krijgen we in de omvorming door ons lijden en sterven met Jezus. Beslissend hiervoor is dat wij telkens Gods uitnodiging willen aanvaarden om met Hem een te worden. Dat is ook onze vrijheid, de weigering voert ons naar de slavernij. Ieder mens draagt een oneindige honger naar onbeperkt geluk en liefde in zich omdat God ons zo geschapen heeft. Ons leven is niets anders dan verlangen naar dit volmaakt geluk. We zeggen niet dat we verlangens hebben maar dat we een onophoudelijke stroom van verlangen zijn. En geen enkel van onze verlangens kan ooit hier op aarde geheel vervuld worden. Is een verlangen min of meer vervuld dan verlangen we weer naar iets anders. We kunnen maar genieten in dit leven als we de beperktheid ervan aanvaarden en beseffen dat alleen in onze eenheid met God het volmaakte geluk en de algehele liefde gegeven worden. En daartoe nodigt God ons uit.

God heeft Adam geschapen opdat hij in gemeenschap zou treden met Hem. Vandaar de uitnodiging om van alle bomen te eten, nl. te delen in de boom van het leven. Adam weigerde echter leven en liefde in afhankelijkheid van God te ontvangen en wilde zelf god zijn door te grijpen naar de boom van kennis van goed en kwaad, die hem niet toekomt. Daarom neemt God een nieuw initiatief: de schepping van een evenbeeld van Adam als een spiegel voor hem. “Het is niet goed” dat Adam alleen is. Dit “niet goed zijn” komt niet van God maar van de mens. Herhaaldelijk heeft God gezegd dat het goed en zelfs zeer goed was. Wanneer je een huis van 2 verdiepingen bouwt, zeg je niet, nadat de eerste verdieping af is, dat het niet goed is en dat er een tweede verdieping moet komen. Het “niet goede” komt van de mens die niet wilde intreden in de gemeenschap met God. Daarom neemt God het nieuw initiatief van de schepping van Eva, opdat zij beide op de uitnodiging zouden ingaan om in te treden in de éénheid met God. Wanneer Jezus, stervende op het kruis aan de  ‘goede moordenaar’ zegt: “Heden nog zult ge met Mij zijn in het paradijs”, dan nodigt Hij hem uit in te gaan op deze eerste uitnodiging van God. De oosterse spiritualiteit legt veel nadruk op de terugkeer naar het paradijs vooraleer geheel verenigd te worden met God.

Sommige mensen  trachten tot ”verlichting” te komen, om zelf over het goddelijk licht te kunnen beschikken. Dit zijn gnostische strevingen. Authentieke christelijke spiritualiteit gaat juist in de tegenovergestelde richting. Jezus vraagt dat we ons zelf verloochenen en Sint Jan van het Kruis toont ons de noodzaak van de nacht van de zinnen en de nacht van geest. We moeten afstand doen van al onze waarnemingen die van buiten komen en zelfs van al onze goede geestelijke ervaringen. Alleen een leeg glas kan gevuld worden. Alleen in onze duisternis kan God zijn licht geven. Het leeg worden van onze waarnemingen, gedachten, kennis, gevoelens, plannen, verwachtingen én zelfs religieuze ervaringen is uiteraard een immense opdracht voor gans ons leven. In de drie eerste fazen zal deze ontlediging van het menselijke toch moeten ingezet worden en dan kan God zijn werking in ons beginnen. Na ons actief leven begint dan een soort passief leven: we laten God zijn werk doen. Wij werken niet meer voor God, maar God verricht “zijn” werk in ons. Vanaf de vierde ruimte laten we alle menselijke activiteit varen.

De bronafbeelding bekijkenZoals Mozes voor de brandende braambos doen we onze schoenen uit. Hij geeft ons in de volgende fazen zijn inzicht, zijn wil opdat we met volle bewustzijn ons daaraan overgeven. Het is een sterven aan onszelf om ten volle te leven in God.

Deze retraite werd een nieuw begin voor de gemeenschap. We gaan naar een leven in gemeenschap na de oorlog. Stilte en aanbidding zullen we voortaan ook een grotere plaats geven in ons dagelijks leven. Onze wereld heeft meer dan ooit stille aanbidding nodig. Verder willen we ingaan op de vraag van paus Franciscus en deze maand iedere dag het rozenhoedje bidden voor de bescherming, zuivering en bekering  van de Kerk, die in dramatische vaarwateren verkeert. Hierbij vragen we ook de bescherming van de heilige aartsengel Michael. Het gebed tot de heilige Michael hebben we altijd al na iedere eucharistie gebeden.

De bronafbeelding bekijkenVermits ik uitgenodigd werd om met moeder Agens-Mariam en Rafaël naar Orissa (Oost India) te reizen, moest ik dus een visum hebben. We reden met de fraters en Rafael, die Damascus nog niet bezocht had, naar de Indische ambassade om daarna een en ander te bezoeken. Eerst de nodige administratieve rompslomp volbrengen: formulieren invullen, inenting en bewijs afgeven, pasfoto’s laten maken… Dit laatste was verrassend. In een klein winkeltje werden met bijzondere zorg wellicht de mooiste pasfoto’s gemaakt, die ik ooit gehad heb. De man vroeg mijn naam voor zijn archief, in geval ik later meer foto’s nodig had. Toen ik voor de 8 foto’s wilde afrekenen, was hij zeer beslist, hij wilde niet dat ik betaalde! Heer, zegen deze man. Ondertussen bleken er echter ernstige moeilijkheden opgedoken te zijn in de ambassade. De Indische ambassade kan aan een Belg in Syrië geen visum geven. Die toestemming moet van de autoriteiten in India zelf komen en neemt een flinke tijd in beslag. In elk geval is het onmogelijk om donderdag te vertrekken. Men stelde me voor naar België te reizen en vandaar een visum te vragen, wat ik uiteraard nu (nog) niet ga doen. Het aantal Belgische Syriëstrijders is zo groot dat ik dus vanuit Syrië geen visum krijg. En daarmee heb ik mijn vraag maar ingetrokken en alle documenten meegenomen. Het zal dus voor een volgende keer zijn.

Hierna gingen we met Rafaël genieten van een uitstap in het oude Damascus. Ondertussen had Elisar, een schat van een vrouw, zich bij ons gevoegd. Ze is jong, ongehuwd, werkt halftijds, zorgt voor haar oude moeder en houdt voor ons een secretariaat in Damascus. Vele administratieve en juridische problemen lost zij voor ons op, zoals verlenging van verblijfsvergunning, gewone visa enz…Aan haar gaf ik ook meteen de overgebleven pasfoto’s. We bezochten de mooie botanische tuin, de oude burcht, de grote moskee, het huis van Ananias, slenterden door de overdrukke soeks, aten iets… Elisar had een grote wens, nl. dat we even voor haar moeder zouden komen bidden. En dat hebben we gedaan. Daarmee was het al avond en tijd om terug te keren naar huis. In het overdrukke verkeer merk je weer het verschil: de weggebruikers in Syrië zijn bezorgd om elkaars veiligheid, bij ons zijn ze  bekommerd om de strikte naleving van verkeersregels. Noch in Damascus, noch in Qâra heb ik ooit een ongeval gezien. In het drukke autoverkeer zien we een fietser rustig in tegenovergestelde richting rijden omdat hij even verderop moet zijn. Niemand maakt zich druk. En op een stevige motor zien we een heel gezin zitten: vader en moeder die elk twee kinderen voor zich hebben. Is het een probleem om met 6 op een motor te zitten? Wie zullen best zorg dragen voor de veiligheid van het gezin, de ouders of de bureaucraten die strikte verkeersregels willen opleggen? Het duurt een hele tijd vooraleer we Damascus achter ons hebben… Ondanks het feit dat we het doel van onze reis niet bereikt hebben, was dit toch een bijzonder gezegende dag.

En dit nog