Een verslag uit Syrië, zonder poco bril

Goede Vrienden,
Onze westerse beschaving baadt in leugen, geweld en ongeluk. Alle moderne oorlogen waren gebouwd op de leugens. En de corona virus blijkt vooral een middel te zijn om aan de volkeren een soort werelddictatuur op te leggen.

Aangaande Syrië worden de leugens na meer dan 9 jaar nog steeds opgevoerd om het ergste geweld en het diepste ongeluk te rechtvaardigen. Nadat Syrische regering en leger
het grootste deel van het land hadden bevrijd van terroristen en het normale leven voor de bevolking daar kon garanderen, begon de “internationale gemeenschap” de Syrische regering nog meer te beschuldigen in de hoop ze met een westerse marionet te kunnen
vervangen. Nieuwe horden koppensnellers werden gestuurd, zware sancties opgelegd en een deel van Syrië werd bezet. De nieuwe uitvinding hierbij was: “humanitaire hulp” bieden, buiten iedere controle van de wettige regering. Zo konden jaren lang wapens en voeding geleverd worden als “humanitaire hulp” aan de terroristen, die vooraf al het levensnoodzakelijke van de plaatselijke bevolking hadden geplunderd.

Dat Syrië, Rusland en China, hiertegen fel protesteren, wordt in de westerse media handig als negatief bestempeld. De “internationale gemeenschap” weent krokodillentranen om het lijdende Syrische volk maar boycot de wettige regering om eigen land en volk herop te bouwen en geeft alle steun aan Turkije en Amerika, de illegale bezetters, moordenaars en vernietigers van Syrië. Het cynisme waarmee de Belgisch regering (of regime?) van op het wereldpodium dit toneel mee opvoert, is schrijnend. “De laatste test voor de integriteit van de westerse regeringen is dat ze de barbaarse sancties tegen Syrië opheffen. Hun neokoloniale houding, waardoor ze de regering van het land als onwettig beschouwen,
dát is een deel van het probleem. En hun schijnheilig gepreek over “het lijden van het volk” is weerzinwekkend”
(Finian Cunningham, 13 juli 2020)

Een bijzonder duistere macht in de westerse beschaving is de vrijmetselaarsgeest die agressief het christelijk geloof en de katholieke Kerk bestrijdt en daarmee de heiligheid van het menselijk leven en de zin van het bestaan. De hardnekkigheid waarmee de voorbije
weken onze heren en dames van de Belgische politiek het recht blijven verdedigen om een kind van 18 weken deskundig te slachten, is hallucinant. En dat met een “geneeskunde” van de 21e eeuw! Een foto van uitgerukte armpjes en beentjes en een verpletterd hoofdje in een
schaaltje vol bloed, wordt plots een voorwerp van verontwaardigd onderzoek: vanwaar komt die foto en wie heeft die geplaatst? Het wordt tijd dat de werkelijkheid getoond wordt en dat aan onze politici duidelijk gemaakt wordt waarover ze hebben.

Het grootste drama in onze tijd is misschien wel dat wij, die de boodschap van Waarheid, Goedheid, Schoonheid, Liefde, Vrede en Rechtvaardigheid met het Evangelie van Jezus gekregen hebben, er zo bitter weinig mee doen en zo onverschillig blijven meelopen in een
ontwrichte wereld. In het nu volgend bericht wil ik een voorstel doen om vernieuwde christelijke gemeenschappen te vormen. Al leef ik zelf in de woestijn van Damascus en al zal het nog een tijd duren vooraleer ik even naar mijn heimat kan op bezoek komen, ik ben erg geïnteresseerd aan voorstellen en suggesties hierover.

P. Daniel

Flitsen

In de jaren ’80 van vorige eeuw werd aan de zusters Karmelietessen van Harissa (Libanon) een kostbare 18e-eeuwse icoon vanwege het maronitisch patriarchaat overhandigd met de vraag deze te restaureren. Onder leiding van een bekwame restaurateur heeft moeder Agnes-Mariam daaraan jaren gewerkt. Ze ontdekte uiteindelijk vijf lagen en kwam bij een icoon van de 10e eeuw van O.L. Vrouw van Illigie. Tijdens deze restauratiewerken ontdekte zij de grootheid van de kerk van Antiochië, wat het begin werd van de stichting van de Orde van de eenheid van Antiochië. Er bestaan trouwens maar drie iconen met deze afbeelding. Over heel het gebeuren werd een nauwkeurig dossier samengesteld. En juist dat dossier bleek nu verdwenen te zijn, wat heel erg was. We zijn een noveen begonnen met de gemeenschap en op de negende dag werd het dossier in Libanon teruggevonden. Daarom vierden we zaterdag als een feestdag ter ere van O.L.Vrouw van Illigie.

Het is hier een gewoonte om op donderdagavond een film te voorzien voor de kinderen omdat daarna een schoolvrije dag volgt en op zondag een film voor volwassenen. Omwille van de moeilijkheden met internet moeten ze dikwijls eerst gedownload worden. Ik heb in heel mijn voorgaande leven nooit zoveel filmen gezien als hier: alle Charlie Chaplins, alle Louis de Funès, The Lords of the Ring, veel Bijbelse filmen, natuurfilms, over oosterse kloosters en merkwaardige monniken, over heiligen in alle maten en modellen.

Zondag zagen we een van die oude uitzonderlijk mooie filmen, nl over de heilige Jozef van Cupertino (+ 1663) heel grappig maar tegelijk aangrijpend. Hij wordt de “onnozele” heilige genoemd omdat hij zo onhandig was. Toch kan hij uiteindelijk tot verbazing van hemzelf en de anderen, priester worden bij de franciscanen.  Al is zijn leven in de film wat geromantiseerd en heeft hij meer geleden dan daaruit blijkt, de film geef een beeld van de grootheid van zijn leven. Zijn eenvoud en totale zelfverloochening maakte hem zo licht  dat hij een “verheven” leven kon leiden en ook tot levitatie kwam. (Nvdr: u kan de b.g. film hier bekijken.)

Gisteren, 16 juli,  vierden we het feest van O.L. Vrouw van de Karmel.

De Karmel is een bijzonder heilige plaats in de  Bijbel. Daar leefde de profeet Elias in de 9e eeuw voor Christus, brandend van ijver voor de levende God. De vele kluizenaars die deze vurige liefde wilden levendig houden, organiseerden zich in 13e eeuw als een religieuze familie ( Karmelieten). Dit is niet ver van Nazareth, waar de maagd Maria leefde. De kluizenaars namen Maria aan als hun Moeder en Patrones. In de 16e eeuw ontwikkelden de hl Theresia van Avila en vooral  de hl Johannes van het Kruis de “Bestijging van de  Berg Karmel” als een bijzondere opgang naar God.

Groot in eenvoud

Op 1 juli 2020 overleed Mgr. Georg Ratzinger op 96 jarige leeftijd nadat zijn jongere broer Jozef hem twee weken eerder vier dagen had bezocht. Dr. Michael Hesemann, goede vriend van de familie geeft een ontroerend getuigenis  van de familie Ratzinger en bijzonder van de nauwe band tussen de twee broers.

Vader Jozef was als politieofficier een perfectionist maar tegelijk een waar gentleman. Al zeer vroeg was hij een scherpe criticus voor het naziregime. Moeder Maria was als kokkin een hard werkende moeder met een groot hart. Beide ouders hielden van eenvoud, eerlijkheid, inzet, trouw, rechtvaardigheid en waren diep geworteld in het katholieke geloof van Beieren. Ze kregen drie kinderen: Maria, de oudste, Georg en Jozef.  In het gezin werd dagelijks op de knieën in de keuken het rozenhoedje gebeden. De twee broers waren een synthese van hun ouders. Zij hielden beide van muziek. Georg bespeelde reeds op 11 jaar het kerkorgel. In volle oorlog (1941) wisten ze goedkope toegangskaarten te bekomen voor het beroemde Salzburger Muziekfestival en ze reden er met fiets naartoe. Daar vond Georg zijn inzet voor het Regensburger kathedraalkoor en werd uiteindelijk hiervan kapelmeester en directeur, gedurende dertig jaar. Hij werd de bekende en geëerde musicus van de  beroemde “Regensburger Domspatzen”. Er was in Duitsland nauwelijks een familie die niet de Duitse kerstliederen bezat van dit koor. Jozef stond bekend als “de jongere broer van Georg”. Nadat Jozef al op verschillende plaatsen gedoceerd had, werd hij  in 1969 benoemd tot professor dogmatiek in Regensburg. Inmiddels waren beide ouders al overleden maar de familieband tussen de drie kinderen werd nog hechter. Ze woonden samen. Maria was huishoudster én secretaresse van haar beide broers. Hun huis was een bijenkorf. Gans de dag kwamen koorleden met hun familie Georg opzoeken, wat ze bleven doen tot op zijn  oude dag, zelfs toen bij bijna blind was en ze  voor hem boeken voorlazen. Tegelijk ontving Jozef zijn studenten en Maria verzorgde alle gasten. Deze zalige periode eindigde toen Jozef in 1977 aartsbisschop werd van Regensburg en hij verplicht was te verhuizen. Er kwam een nog grotere verandering toen paus Johannes Paulus II Jozef in 1981 naar Rome riep en Jozef prefect werd van de Congregatie voor de  Geloofsleer. In 1991 sterft Maria en Jozef betreurt dat hij niet bij haar kon zijn tijdens haar afscheid uit dit aardse leven. Hij behoudt  zijn huis in Beieren, waar hij op vakantie komt om samen met zijn broer te zijn en om  later wanneer hij met emeritaat is kan studeren, bidden en schrijven. Georg kookt en Jozef doet de afwas. Uiteindelijk komt de grootste verandering, die hen als een aardbeving treft. Op 78 jarige leeftijd, in 2005 wordt Jozef nog tot de 265e opvolger van Petrus gekozen. Een guitige mediafiguur en Leuvens hoogleraar kerkelijk recht legde voor onze media haarfijn uit hoe Jozef alles in het werk gesteld had om paus te kunnen  worden. Dit was precies het tegendeel van de  werkelijkheid.  Jozef heeft bij zijn pauskeuze een heel diepe zucht gelaten en voor Georg was het zulk een schok dat hij gedurende een hele dag niet in staat was te telefoneren. Al hun mooie vooruitzichten waren grondig verstoord. Georg heeft daarna wel dagelijks met Jozef getelefoneerd en kwam viermaal per jaar naar Rome. In januari 2020 bezocht Georg voor het laatst Jozef. Hij zou in maart terugkeren maar wegens de corona crisis ging dit bezoek niet door. Op 18 juni kwam Jozef zelf zijn broer in Beieren opzoeken om  voor een laatste keer met hem te praten en te bidden.

Frankrijk heeft met Zéli en Louis Martin, de kleine Thérèse en haar zussen een model van een heilig huwelijk en een heilig gezin. Het Duitse gezin Ratzinger hoeft niet gecanoniseerd te worden, toch is ook dit gezin een  model van een hecht christelijk gezin en de twee broers waren een voorbeeld van “één geest en één ziel in God”. Al kregen beide veel steun en waardering, ze werden ook erg tegengewerkt en zwaar belasterd. Onder de grootste eenvoud en bescheidenheid gingen twee genieën schuil.

(Een uitgebreide en grondige beschrijving van leven en leer van Jozef: Elio GUERRIERO, Serviteur de Dieu et de l’humanité. La biografie de Benoit XVI. Voorwoord van paus Franciscus, Parijs, Mame, 2017).

Op zoek naar een Europese identiteit die reeds eeuwen werd verworpen (III)

Europa verkeert in een diepe identiteitscrisis, vergelijkbaar met de ondergang van de Romeinse Republiek (1e eeuw vóór Christus), die na een burgeroorlog eindigde in  een dictatuur, een imperium. De minachting voor de “donkere middeleeuwen” en de ophemeling van de tijd van  de “Verlichting” zijn grondige  geschiedenisvervalsingen die bedoeld zijn om nu de eigenlijke fundamenten van de christelijke beschaving te vernietigen. Een heropleving van de westerse beschaving en van de Europese identiteit is niet mogelijk zonder een terugkeer naar het christelijk geloof en de Katholieke Kerk. De meest hardnekkige machten willen juist dit beletten.

Een wereld zonder God

Bij zijn laatste officieel bezoek aan Duitsland in 2011, verklaarde paus Benedictus XVI: “De cultuur van Europa is geboren uit de ontmoeting van Jeruzalem, Athene en Rome, nl. uit de ontmoeting van het geloof in de God van Israël, het filosofisch denken van de Grieken en de juridische gedachte van Rome”. Deze drie horen bij elkaar: het geloof van Israël, vervuld in Jezus Christus, de rede en de  rechtvaardigheid.

De afbraak van het christelijk geloof werd echter catastrofaal voor de gehele beschaving. Sinds de achttiende-eeuwse verlichting worden christelijk geloof en Kerk niet alleen theoretisch maar ook praktisch verworpen. In Duitsland had het katholicisme veel te verduren vanwege de Kultuurkampf en in Italië vanwege de antiklerikale nationalisten. In Frankrijk werd het schoolsysteem in 1905 geseculariseerd. Terwijl de antieke filosofie ruim en open was, gericht op het transcendente, is de moderne filosofie antimetafysisch, gesloten voor een hogere dimensie. Wil een wetenschapper in onze tijd geëerd zijn dan moet hij zich bijna tegen het geloof verzetten. De afwijzing van een transcendente God wordt  duidelijk zichtbaar op vele terreinen, ook in de moderne kunst. Wanneer de natuur niet meer  beschouwd wordt als de weerspiegeling van de schoonheid van God, wordt kunst materialistisch. De mens is dan de maat  van alle dingen en het leven wordt leeg en doelloos. De grote middeleeuwse kunstenaars tekenden hun werk meestal niet. De moderne kunst is op de eigen persoon zelf gericht. Het wordt een vorm van zelfexpressie, een simpel narcisme en nihilisme, zonder orde, zin of schoonheid. Ook de architectuur deelt in deze degeneratie. Tal van nieuwe kerken die na het Tweede Vaticaans Concilie gebouwd werden, zien er uit als een ordinaire cinema- of theaterzaal.

De Franse kunstenaar Marcel Duchamp stelde in 1917 een urinoir voor en tekende het als een kunstwerk: “Fountain”.  In 2004 erkende een panel van 500 kunsthistorici dit als het meest invloedrijke kunstwerk van de twintigste eeuw! Dit sluit aan bij de existentialistische school van Jean-Paul Sartre (+ 1980): het heelal is absurd en het leven zonder enige betekenis. Er blijft dan niets anders over dan deze leegte vrank te trotseren en te erkennen dat er geen absolute waarden bestaan. Uiteindelijk is dit het resultaat van de door Fr. Nietzsche (+ 1900) gelanceerde “dood van God”.

De stad van de mens het levenspatroon van de geseculariseerde

De Amerikaanse, protestantse theoloog Harvey Cox vormde hiermee een gematigde secularisatie met zijn “Stad van de mens” (1965), die heel even in kerkelijke kringen zeer populair was: “geloven in de stad van de mens”, “liturgie vieren in de  stad van de mens”, “kerk zijn in de stad van de mens”… Het leek even de visie van de toekomst te worden. Zijn theologie miste evenwel de transcendentie van God en verdween even spectaculair als ze gekomen was in de vuilbak van nutteloos afval.

De ontkenning van de transcendentie van God, de afwijzing van het christelijk geloof en de katholieke Kerk hebben  een nog grotere ravage aangericht onder de morele normen. De heiligheid van het menselijk leven vanaf de conceptie tot aan de natuurlijke dood, de rijkdom en de vruchtbaarheid van de menselijke seksualiteit, de unieke grootheid van het huwelijk en het gezin…beleven een vrije val. Met een steeds verder gaande abortus, euthanasie, ontkenning van eigen seksualiteit, ontbinding van huwelijk en gezin  werkt de westerse beschaving aan haar zelfvernietiging en haar eigen ongeluk en sleept in haar val een hele wereld mee. En iedereen wordt alleen maar ongelukkiger.

Het zout der aarde

Er is een opvallende gelijkenis tussen de tekenen van verval van de Romeinse Republiek en die van onze westerse beschaving, zoals David Engels aantoont (1). Het is niet zeker of de Europese Unie op dezelfde wijze zal eindigen als de Romeinse Republiek. Wanneer politici, economen en geïnteresseerden zich afvragen wat ze best kunnen  doen, vinden ze hier in elk geval een bijzonder rijke inspiratiebron.

Zelf beperken wij ons tot de vraag wat wij als christenen kunnen doen. Onze inspiratie zoeken we vooral bij de eerste christenen en bij de monniken uit de middeleeuwen. De christenen behoorden tot de meest loyale burgers van het Romeinse Rijk maar zij deden niet mee met de zedenverwildering, zoals abortus en huwelijksontrouw, en zeker niet met de verering van hun afgoden. “Zij legden zich ernstig toe op de leer van de apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk gebed en ijverig in het breken van het brood en in het gebed” (Handelingen 2, 42). Toen het Romeinse Rijk instortte, bleven Kerk en Kruis overeind. En de middeleeuwse monniken leefden volgens de regel van Benedictus (+ 547): bidden en werken. Hun eerste aandacht ging naar God in een verzorgde liturgie. Voor de rest zorgden zij met handenarbeid en studie voor de uitbouw van hun samenleving. Op geen enkele wijze dachten zij er aan een beschaving te gaan vormen en toch waren zij er de fundamenten van: “… de katholieke Kerk droeg niet slechts bij aan de westerse beschaving – de Kerk bouwde die beschaving. De Kerk leende ideeën van de klassieke oudheid, zeker, maar dat deed ze over het algemeen op zo’n manier dat ze de klassieke traditie ten goede transformeerde. Er is in de vroege Middeleeuwen nauwelijks een menselijke onderneming geweest waaraan de kloosters geen bijdrage leverden. De wetenschappelijke revolutie schoot wortel in een West-Europa waarvan de theologische en filosofische fundamenten – katholiek tot  op het bot – een vruchtbare bodem bleken te bieden voor de ontwikkeling van de wetenschappelijke onderneming” (2).

Het westen heeft de grootheid van het christelijk geloof en van de katholieke Kerk arrogant en volledig afgewezen, waardoor meteen natuurwetten en zeker goddelijke wetten worden verloochend. We moeten niet wachten tot de afbraak van het maatschappelijk leven en ook het geloofsleven zo diep gezakt zijn dat er vanzelf een ommekeer komt. Als christenen moeten we zelf vernieuwde gemeenschappen vormen en leven zoals de eerste christenen, door enerzijds zo veel als mogelijk is loyale burgers te zijn en anderzijds alleen maar de authentieke menselijke en christelijke waarden te erkennen en uitdrukkelijk afstand te nemen van een ontspoord moreel, economisch, sociaal, “politiek correct”  leven. Alleen kunnen we daartegen geen stand houden, met anderen samen wel. Het is Jezus zelf die ons hiertoe de aanzet én de mogelijkheden geeft: “Gij zijt het zout der aarde… Gij zijt het licht der wereld.” (Mattheus 5, 13v).

Vernieuwde christelijke gemeenschappen

In ons land, zoals elders, zijn reeds vele zeer verdienstelijke, religieuze gemeenschappen ontbonden en eeuwenoude abdijen tot musea of  ruïne geworden en het ziet er niet naar uit dat in de nabije toekomst hierin van zelf een ommekeer komt. Ook het kerkelijk leven en de vitaliteit van de parochies  blijft afnemen.  Toch zijn er nog kloostergemeenschappen en abdijen, waarrond overtuigde christenen een nieuwe gemeenschap  kunnen vormen. Deze kloosters hebben meestal een gezond en verantwoord economisch beleid. Velen staan nu echter voor de keuze: ofwel op “economisch verantwoorde wijze” rustig verder uitsterven, ofwel op Evangelische, creatieve wijze tot nieuw leven komen door hun gronden, gebouwen en geld mede ten dienste te stellen van hen die met hen een christelijke gemeenschap willen vormen te midden van een ontwrichte wereld. Als algemene basis neemt men de universele catechismus van de katholieke Kerk, de meest Bijbels gefundeerde uiteenzetting over het christelijk geloof en leven. Als specifieke basis neemt men de spiritualiteit van de betrokken orde, congregatie of kloostergemeenschap. Deze leken blijven dan geen buitenstaanders die komen werken, maar leden van de gemeenschap. In de oosterse kerk is deze praktijk meer ontwikkeld dan in het westen.  Zo is er in ons klooster een gezin dat verantwoordelijk is voor de humanitaire hulp “in naam van” het klooster. Ouders en meerderjarige kinderen zijn oblaat. Het hele gezin woont en leeft bij ons in een eigen afzonderlijk appartement en is werkelijk lid van deze gemeenschap.   Een ongehuwde ingenieur is verantwoordelijk voor het terrein en zorgt voor de  inkopen van wat dagelijks nodig is. Hij leeft en woont bij ons en ook hij is ten volle lid van onze gemeenschap. Een jonge, zeer gelovige vrouw die na haar studies geneeskunde nog 6 jaar heeft voltooid als oncoloog, heeft  een tijd met ons meegeleefd en is nu de verantwoordelijke voor al onze medische projecten in Syrië. Zij allen zijn overtuigde christenen. Op een geheel andere wijze is een moslimgezin innig met ons verbonden als conciërge. Zij vieren de grote christelijke feesten met ons mee. Een bedoeïenen gezin met drie kinderen leefde vroeger op de boerderij maar wegens het groot gevaar omwille van de oorlog moesten ze vluchten. Nu is er opnieuw een moslimgezin met vier kinderen. Het is de bedoeling een soort eigen dorp te vormen, waarbij allen samen  voor elkaar kunnen zorgen. In ons land kan het zelfde rond bepaalde kloosters even goed of zelfs  nog gemakkelijker uitgebouwd worden.

Mensen die onvoorwaardelijk de morele waarden van het christelijk geloof erkennen, vormen al een vernieuwde gemeenschap. Het gaat dan om de heiligheid van het menselijk leven vanaf de ontvangenis tot aan de natuurlijke dood, de waardigheid van het menselijk leven, de gelijkwaardigheid én eigenheid van man en vrouw, de waarde van huwelijk en gezin. Het steunen van dergelijke gezinnen kan bovendien nagenoeg alle grote problemen van de huidige westerse beschaving grondig aanpakken. En is er in een samenleving iets meer economisch rendabel dan de gezinnen te steunen en vooral de moeders die hun kinderen opvoeden? Minder echtbreuk,  geen abortus, jongeren steunen en opvoeden tot huwelijkstrouw in de  geest van de Amerikaanse beweging “True Love Waits” (1993), wat ook bij ons bestaat (www.echteliefdewacht.be).  Met werkelijke steun aan de gezinnen  zouden verder vele problemen van de jeugd verminderen: drugsgebruik, criminaliteit, depressiviteit, spijbelen. Bevolkingskrimp en vergrijzing worden dan niet aangepakt met een van boven af verplichte aanvaarding van massale immigratie, maar met vermeerdering van eigen nageslacht en grotere gezinnen. Het volledig beleven van de vrijheid van het christelijk geloof zou bovendien het kostbare religieuze en culturele erfgoed bevorderen. Dit sluit trouwens aan bij een beweging die  in de Kerk zelf al lang broeit: een sterke opkomst van hen die terug willen keren naar het authentieke traditionalistische geloof. In plaats van een leeg  materialisme  worden hierdoor de grote culturele en religieuze tradities bevorderd. Tevens zouden de collectieve deugden en plichten alsook een gezonde  solidariteit groeien: respect en zorgzaamheid voor het gemeenschappelijk goed en voor elkaar.

Op weg naar het imperium - David Engels | 9789492161666 ...
  • David ENGELS, Op weg naar het imperium, De Blauwe Tijger, 2019. (vertaling van: Le Déclin. La crise de l’Union européenne et la chute de la République Romaine. Analogies historiques. Editions du Toucan, 2013). Eerder  verschenen : David ENGELS (ed.), Renovatio Europae. For a  Hesperialist Renewal of Europe, Blue Tiger Media, 2019; David ENGELS, Que faire ? Vivre avec le déclin de l’Europe, Blue Tiger Media, 2019. Schrijver doceerde van 2008 tot 2018 Romeinse geschiedenis aan de Vrije Universiteit van Brussel en is nu verbonden aan het instituut Zachodni te Poznan in Polen, waar hij zich toelegt op de crisis van de Europese identiteit.

De bouwmeesters van Europa
  • Thomas E. WOODS, De Bouwmeesters van Europa. De geboorte van een beschaving uit de katholieke kerk, De Blauwe Tijger, 2018, blz. 255v

En dit nog